Na vijftig jaar bezetting, en geen vrede in zicht, moeten we nodig eens de balans opmaken.
De vredesbeweging in Israël bestaat uit vele welmenende organisaties die vrijheid, gelijkheid en broederschap met de Palestijnen in het vizier hebben. Ieder bestrijkt een ander aspect van ons geschil, zij het mensenrechten, juridische bijstand, medische hulp (PHR), toezicht bij controleposten (MachsomWatch), gewoon broederschap, of genoeg hebben van de oorlog. Ik ken ze niet allemaal van nabij, maar hun streven is loffelijk.
Dan zijn er de gemengd Joods-Arabische scholen, volgens het principe dat je jong moet beginnen met elkaar te kennen om een leefbare samenleving op te bouwen. De niet aflatende wekelijkse demonstraties tegen de muur die ons mogelijk beschermt tegen terroristische aanvallen, maar ons tegelijkertijd meer en meer afsluit van de Palestijnse omgeving, moeten ook worden vermeld.
Al deze organisaties laten van tijd tot tijd van zich horen in kleine manifestaties, die, zo ziet het er uit, niet veel succes hebben in de pers en weinig overtuigend zijn om de gemiddelde Israëli op andere gedachten te brengen.
De grootste vredesorganisatie was ongetwijfeld Shalom Achshav (Vrede Nu) die bij vele activiteiten en evenementen een overkoepelende functie vervulde. Dit lijkt ook wat af te nemen. Vermoeidheid?
Het leek mij altijd dat meer bundeling van al deze energie – het doel van vrede, samen met het beëindigen van de bezetting – onze stemmen beter zou laten horen. Vooral dit jaar, na vijftig jaar bezetting, mist er een centrale demonstratie, een enorme manifestatie, zoiets als ooit werd bereikt na de afkeuring van de slachtpartijen in Libanon in Sabra en Sjatila in 1982, waar grote delen van de Israëlische bevolking aan deel namen. Vele splinters maken nog geen knuppel.
Ook in de rest van de wereld blijft de weerzin tegen de bezetting van de Palestijnen door Israël nogal lauw. Zelfs een voorzichtige poging het toneelstuk De bekentenis van Motti Lerner in Nederland te vertonen ter gelegenheid van vijftig jaar bezetting, kwam niet van de grond. Dit toneelstuk zou een ruimer publiek inzicht kunnen geven in de problematiek die aan de wieg van de staat Israël stond, bij de oorlog tegen de Arabieren binnen en buiten de grenzen van de jonge staat. Problematiek die doorwerkt tot de dag van vandaag en ook een rol speelt bij de eindeloze bezetting die jammer genoeg slechts door een klein deel van de Israëlische bevolking als onethisch en niet humaan wordt beschouwd. Daar zouden we eindelijk eens van af moeten, voor de gezondheid van beide partijen.