Al jaren heerst er onder de Jemenitische Joden in Israël onvrede over pijnlijke gebeurtenissen tijdens hun opvang in de vroege jaren van de staat Israël. De beschuldiging is dat er kinderen zijn verdwenen, die ter adoptie werden aangeboden aan asjkenazische kinderloze echtparen. De rationalisatie voor deze daad zou zijn “dat ze toch zoveel kinderen hebben” en dat de kinderen “zo een betere opvoeding krijgen”. Jemenitische ouders die klaagden dat een kind, dat enkele dagen eerder in het ziekenhuis was opgenomen, niet meer op de afdeling was, werden afgescheept met “uw kind is overleden”, en als de ouders dan het lijkje wilden ontvangen om hun kind te begraven, kregen ze te horen: “dat hebben wij al voor u gedaan”.
Er zit natuurlijk een luchtje van racisme aan. Jarenlang zijn deze beschuldigingen van hogerhand domweg ontkend, met slappe excuses als dat Israël een jong land was, en dat de administratie in de tijden van massale aliya nog niet goed verliep.
De onrust is daardoor niet minder geworden. Een paar jaar geleden is er eindelijk een regeringscommissie ingesteld om de zaken grondig te onderzoeken. Het zal niemand verbazen dat er geen aanwijzingen zijn gevonden voor verdenkingen van kwade trouw, hoogstens dat er hier en daar onzorgvuldig is geadministreerd.
Mij dunkt dat DNA-onderzoek hier verhelderend had kunnen werken, maar zover is het niet gekomen.
Nu circuleren er nieuwe beschuldigingen, die onder andere komen van de door mij zeer gewaardeerde Physicians for Human Rights. Al in 1949 merkte dr. Georg Mendel, directeur van het kinderziekenhuis in Rosh Ha’ajin, op dat de Jemenitische kinderen waarschijnlijk negerbloed hadden en stelde voor: ”waarom zouden we dat niet eens onderzoeken!?”
Daarmee wordt er een nieuw schandaal toegevoegd aan de eerder beschreven misstand, een schandaal dat het racisme in de geschiedenis van de medische gemeenschap in Israël blootlegt. Het betreft getuigenissen van enkele artsen die destijds werkzaam waren, die stellen dat er medische experimenten zijn verricht op Jemenitische kinderen zonder de ouders daarvan in kennis te stellen (laat staan toestemming te vragen). Een deel van die experimenten leidden tot de dood van de kinderen!
Dit gebeurde naast de misdadige ‘adoptie’-methodes, onverantwoord en op onverantwoordelijke wijze, waarbij sprake was van duidelijke overschrijding van de grenzen van de medische ethiek, en dat terwijl de Code van Neurenberg (een set ethische onderzoeksprincipes) al bestond en bepalend was. Enkele gepubliceerde foto’s zouden voor zichzelf spreken (noot van mij: die foto’s zijn niet echt duidelijk; ik ben niet overtuigd, EK) en wijzen erop dat in dit vak in Israël niet altijd de hoogste ethische normen in acht zijn genomen. Het is voor de medische stand van groot belang dat we erkennen dat er fouten zijn gemaakt, om te vermijden dat dit in de toekomst weer kan gebeuren.
PHR laat de zaak niet rusten. Deze kleine organisatie heeft de Israel Medical Association en de ethische afdeling van de Israëlische Bond van Verpleegkundigen al verschillende malen gemaand zich te scharen achter de oproep om de archieven te openen van de regeringscommissie die de verdwijning van de Jemenitische kinderen zou onderzoeken, maar we kregen nul op het rekest. Toen we artsen confronteerden met getuigenissen, ontkende de meerderheid de verdenkingen nogal laatdunkend. Zelfs degenen die de mogelijkheid van misstanden onder ogen wilden zien, distantieerden zich van de zaak met slappe excuses, variërend van “Er is al zoveel tijd voorbij gegaan”, en “We waren een klein land”, tot “Er was toen grote wanorde”.
Samen met de vereniging Amutat amram (de organisatie van Jemenieten die opkomen voor de rechten van en de waarheid over de verdwenen kinderen) riepen wij de medische gemeenschap op zich verantwoordelijk te tonen voor de verdwenen kinderen, als eerste, noodzakelijke stap tot het herstellen van vertrouwen en het helen van de wonden. Ook dit bleef zonder resultaat. De ontkenning en de onwil tot enige dialoog maken vooruitgang in deze zaak onmogelijk.
Het past de medische gemeenschap om op oprechte wijze schuld te erkennen, en in te zien dat hun gedrag van destijds niet aanvaardbaar is. Ook het ontkennen van de gebeurtenissen, en de laatdunkendheid waarmee de eisen van de families destijds en tot op heden zijn beantwoord, maken duidelijke excuses voor het gebrek aan inzicht voor de diepe wonden die door dit medische wangedrag zijn veroorzaakt, essentieel.
Nu zien of deze open publicatie van PHR resultaat boekt.