Zo, de feestdagen zijn weer bijna achter de rug. Nog even en er is weer een lange ruk zonder enige religieuze feestdag.
Jom Kipoer hebben we op de passende plaatselijke manier gevierd met een fietstocht over de Israëlische hoofdwegen, met een enkele auto als spelbreker. Dit feestelijke gezicht van verdraagzaamheid van de kant van de grote meerderheid van de bevolking hier geeft aanleiding tot overpeinzingen waarom er geen symmetrie is en er nooit zo'n gebaar van gelijkheid komt van de orthodoxe Joden naar de klokvrijen. Een teken van hoop is dat in Jeruzalem op derech Jaffo blijkbaar veel kinderen fietsten onder het wakend oog van hun vrome ouders. Dat zijn dan waarschijnlijk niet de zwartsten onder de verschillende stromingen, maar het is íets. Wij mochten vroeger in Nederland op deze heilige dag niet fietsen en zelfs niet op de step.
Vrienden vragen mij of ik nog steeds actief ben bij mijn dokters. Jazeker, afgelopen sjabbat was ik weer op pad naar een dorp met de naam Imaten, zo'n twintig kilometer ten oosten van Qalqilia. Wij werden op hoog niveau ontvangen in de kamer van het hoofd van de lokale school. Tegenover de beeltenissen van Arafat en Aboe Mazen hing een fraai geborduurde kaart van Palestina. Geen woord over Israël. Toen ik mijn eigen voormannen vroeg – ik wilde onze gastheren, onder wie de Palestijnse gouverneur van dit gebied, niet confronteren met mijn ongenoegen over dit gebrek aan realiteitszin – “Waar ik ben in dit verhaal van vrede en broederschap?”, werd er wat gemompeld over een “ideaal”, en dat de Israëlische scholen ook zulke landkaarten hebben, die dan eerder de geografie weergeven van dit lastige gebied dan de staatkundig-politieke werkelijkheid. Het zij zo, maar wat de leerlingen hiervan moeten opsteken, werd verder niet uitgelegd.
Op mijn eigen medische gebied was ik weer geschokt door het lage peil van de plaatselijk geboden geneeskunde. Mijn gevoel is dat wij, Israël, hiervoor toch een zekere mate van verantwoordelijkheid dragen met onze harde hand van heerszucht over de Palestijnse bevolking en dat wij ons weinig gelegen laten liggen aan een zekere mate van onverschilligheid bij de huidige heersers ten opzichte van wat daar gebeurt zo dicht bij onze eigen welvaartsstaat.
PS: Er kwamen zeer bemoedigende reacties op mijn vorige column, over vrijwillige levensbeëindiging. Zie ook mijn aanvullende reactie aldaar.