Het gebaar van de NS heeft bij de belanghebbenden, met alle goede bedoelingen, moeizame herinneringen en pijn opgerakeld. Bij mij ging dat gepaard met de knagende vraag hoeveel leden van het personeel van deze organisatie, dat in de vroege oorlogsjaren uit zo’n 20.000 personen bestond, en waarvan een deel nauw betrokken was bij de Jodentransporten naar en van Westerbork, zich morele zorgen heeft gemaakt over het vuile werk dat ze moesten doen. Het moet de gemiddelde, onbevooroordeelde waarnemer al vroeg duidelijk zijn geweest dat het transport van Joden in beestenwagens ‘naar het Oosten’ niet heel goed af kon lopen, vooral dat van ouderen en zuigelingen. Informatie dienaangaande begon bij geruchte in 1942 toch echt al door te dringen. Er is door onderzoekers veel gepubliceerd over de grote stakingen bij de NS, maar die vonden later plaats, en die hadden inhoudelijk weinig te maken met het probleem waar we het nu over hebben.
Ik ben geen geschiedkundige, en heb ook niet de wens hier een uitputtend onderzoek over te beginnen. Het is duidelijk dat de hogere regionen van de NS-leiding zich ‘loyaal’ hadden opgesteld tegenover de Duitse bezetter en flink meewerkten met hun snode plannen. Er werd ook goed verdiend aan deze transporten: vier pfennig per persoon per kilometer, met halve prijs voor groepen groter dan 400.Dat komt neer op ongeveer tweeënhalf miljoen euro voor 100.000 Joden. Deze kosten werden later verhaald op de getransporteerde Joden zelf via hun eigen organisaties.
Onderzoekers melden wel kleinschalig lijdelijk verzet van de kant van het personeel, zonder in details te treden. Eén geval wordt vermeld waarin een leerling-machinist weigerde een trein met Joden te rijden. Wat er verder met deze man is gebeurd, wordt niet beschreven. Voor die moed heb ik bewondering. Dat waren geen tijden om onbekommerd je baan in de waagschaal te stellen. Hoeveel van zulke daden zijn er bekend? Zij hebben de ‘tegemoetkoming’ van de NS eerder verdiend dan ik.