De historische achtergrond van dit toneelstuk (in het Engels The Admission) is de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog van 1948. Het Arabische dorp Tantura viel binnen de grenzen van het Israëlische gebied. De discussie over de strijd daar ter plaatse, zoals over het hele ‘bevrijde’ gebied, gaat erover hoe het daar is toegegaan. Er is gevochten tussen Joden en Arabieren. Daarna zijn de Arabieren ‘gevlucht’, of zijn ze verdreven? Zijn ze daarbij geholpen met enkele militair onnodige wreedheden?
Deze discussie kwam in het jaar 2000 op gang met de Master scriptie van Teddy Cats aan de Universiteit van Haifa. Cats had getuigenissen verzameld van Arabische vluchtelingen en enkele soldaten van het bataljon uit de Alexandroni Brigade die actief waren geweest in Tantura. Die logen er niet om: er waren daar oorlogsmisdaden gepleegd. Dit was totaal in tegenspraak met onze militaire geschiedsschrijving en het Israëlische leger liet dit niet op zich zitten. Er kwam een rechtzaak van; Joodse soldaten doen niet aan oorlogsmisdaden! De scriptie werd nu dus eens niet beoordeeld door historici, maar door de rechtbank. Cats zou zijn werk niet evenwichtig gedaan hebben. Uiteindelijk trok de Universiteit van Haifa de scriptie in, onder druk, maar verleende Teddy Cats wel de mastergraad. Wonderlijk? Deze discussie is nog steeds gaande, onder anderen door critische historici zoals Benny Morris. Dit is de actuele controverse van de stichting van de nieuwe staat Israël en de Nakba van de Arabieren in Palestina.
Deze summiere historische uiteenzetting vormt de achtergrond voor het toneelstuk van Motti Lerner. Hij plaatst zijn gebeurtenissen veertig jaar na 1948. Twee families die in Haifa wonen, onderhouden een vorm van vriendschappelijk contact: een Arabische familie met een klein restaurant, en een Joodse familie, waarvan de vader, Avigdor, de commandant was van het bataljon dat Tantura bevrijdde, en één zoon, Giora, zwaar gewond en half verlamd is geraakt in de Libanonoorlog. Die zoon is misschien wel de spil van het toneelstuk. Hij stelt dat zolang we niet onder ogen zien wat er echt is gebeurd in 1948, van beide kanten, dit conflict eindeloos zal doorgaan, en dat hij daar veertig jaar later lijfelijk de gevolgen van draagt. Hij verwijt zijn vader diens botte macho-heroïsche houding over wat er toen is voorgevallen, zonder enig inzicht in de werkelijkheid en haar desastreuze nasleep. Ook de ondergrondse onlustgevoelens tussen Joden en Arabieren komen aan de orde.
De golven gaan zó hoog tussen Avigdor en Giora dat Avigdor begrijpt zijn zoon te zullen verliezen als dit zo door gaat. Ook de vrouwen in de families spelen een belangrijke rol. Avigdor komt tot een soort van inzicht, of erkenning, dat niet alles destijds precies is gebeurd volgens de officiële geschiedschrijving.
Dit toneelstuk circuleert al een paar jaar, en geen enkel Israëlisch theater was uiteindelijk bereid de vingers te branden aan deze materie. In 2014 kwam het met succes op de planken in het J-theater in Washington, DC. Het zag er naar uit dat het Cameri-theater het daarna wel in Israël zou willen brengen, maar het politieke klimaat werd hier steeds minder attractief, met dreiging van subsidies die worden ingetrokken, dus dat werd niets. Het was uiteindelijk het kleine Jaffa Theater dat met behulp van crowdfunding dit toneelstuk op de planken heeft gekregen. Motti Lerner ziet het min of meer als zijn missie zijn inzichten op deze manier uit te dragen, hopelijk als basis voor een matiging van de extreme standpunten van de beide partijen in dit uitzichtsloze geschil.