Enkele dagen geleden, juist toen ik bij de voordeur mijn vuilnisbak leegde, stopte er een auto naast me. Ik hoorde mijn naam noemen. Een vriendelijke jongeman boog zich met een brede lach uit het raampje. Ik dacht dat ik hem wel eens had ontmoet, maar ik had geen benul wie hij was. Een klein meisje zat op de achterbank. De jongeman kwam uit de auto en sprak mij aan, met de volgende woorden, of iets in die zin: "Het werk is voltooid daar (hij wees met een weids gebaar ergens in de ruimte) en ik ga later mijn gerei weghalen." Daarna zei hij nog iets wat ik niet opving, en hij beloofde mij meteen het verslag te sturen. Vriendelijk wuivend reed hij verder.
Ik had natuurlijk meteen moeten vragen waar hij het over had, maar hij was zo tevreden over zichzelf en sprak zo zelfverzekerd, dat ik dat niet durfde. Integendeel, ik had blij en instemmend geknikt alsof alles glashelder was.
Ik pijnigde mijn hersens af waar dit dan wel over ging en kreeg het onaangename gevoel dat demente ouderen zich zo voelen na de zoveelste onbegrijpelijke ontmoeting. Nou maak je het zelf eens mee.
Met groeiende onrust wachtte ik op het beloofde verslag, waaruit hopelijk alles duidelijk zou worden. Ik kon 's nachts niet slapen en keek geregeld op mijn computer of het verslag al binnen was. Maar nee, geen verslag, niks. Dat geeft me nu een sprankje hoop. Wie is hier dement?
En iets heel anders. Gisteravond was een groot deel van de kijkers op het avondnieuws ontroerd door een kort interview met een eenvoudige man. Het betrof de eigenaar van een falafeltentje in Ashdod, die een maand geleden opdracht kreeg zijn tent te sluiten wegens het coronavirus. Bij het interview barstte deze grote man in snikken uit: "Ik heb geen geld meer om mijn kinderen te eten te geven. De huur gaat door en ik zit in de schulden. Alles wat ik wil, is werken. Ik vraag geen gunsten, ik wil geen giften, ik wil werken." De regering doet niets voor deze kleine zelfstandigen, behalve zalvende praatjes verkopen, maar zorgt wel voor de grote conglomeraten die beter op de tafel weten te slaan. Er wordt geschermd met miljarden als schadevergoeding, maar er gebeurt voorlopig niets.
Ik weet natuurlijk niet hoe deze totale ontwrichting van de economie weer goed moet komen, maar deze regering is duidelijk niet gericht op de kleine zelfstandigen, die aan de gedwongen winkelsluiting kapot gaan.