Pas nu, na een ouderwetse seder, met al mijn dierbare familieleden in dit land om de tafel, vol met de onbeperkte gezelligheid, zonder maskers, met de gebruikelijke omhelzingen, realiseer ik me wat die corona ons een jaar lang heeft ontnomen.
Ik dacht dat het allemaal zo erg niet was, en beetje minder vrienden, een beetje minder familie, minder cultuur en uitgaan. Maar het is wel degelijk erg geweest, en we moeten dit heel snel inhalen. Je ziet dat nu duidelijk aan de drommen Israëli's die de vrije dagen van Pesach gebruikten om te genieten van de natuur, ondanks alle verkeersopstoppingen onderweg heen en terug en de horden medemensen die hetzelfde zoeken in de nationale parken.
We trekken ons even terug van de politieke ellende die ons wacht: het gekonkel, de leugens, de koehandels zonder enige aandacht voor het belang van de gemeenschap. Ik betwijfel of dat goed afloopt. Maar Netanjahoe heeft al een nieuwe noot op zijn zang, mochten al zijn plannen mislopen: hij wil zich misschien aanmelden als kandidaat voor de aanstaande presidentsverkiezingen, onder het motto: "Maar de kat kwam weer …" Dat geeft ook immuniteit voor rechtsvervolging. Slim bedacht, nietwaar?
Ons werk met de dokters in de bezette gebieden is al die tijd doorgegaan. Het gaat op de Westelijke Jordaanoever niet goed met corona. De ziekenhuizen kunnen het niet aan; er is een tekort aan apparatuur en de vaccinatie komt niet echt massaal op gang. Dat laatste is ook in het belang van Israël, want de contacten over de Groene Lijn zijn toch nogal intensief.
Afgelopen zaterdag was ik er weer eens, in het noordelijkste punt van de Westelijke Jordaanoever, in een dorp dat Tayasir heet. De reis was lang, want de wegen, die alleen door de lokale bewoners worden gebruikt, vallen onder Palestijnse Autoriteit en zijn smal en in slechte staat van onderhoud. Wij, Israël, onderhouden alleen de wegen die de settlers dienen. Bij de ontvangst van onze groep werd er bitter geklaagd over het in beslag nemen van enorme lappen landbouwgrond door het Israëlische leger voor schiet- en oefengebied van tanks. De olijvenplantages en weidegronden aldaar zijn nu verboden terrein voor de inwoners van Tayasir en omringende dorpjes. De kuddes zijn door het leger verwijderd, en de kosten van dat werk zijn in rekening gebracht bij de dorpelingen, zonder enige vergoeding voor gederfd inkomen van de kant van onze regering.
Na afloop van ons werk en de traditionele maaltijd wilden onze gastheren ons iets laten zien. Ik dacht aan een mooie plek in de natuur aldaar, maar dat had ik flink mis: we werden geleid naar een rij nieuwgebouwde betonnen huisjes, die door onze tanks met groot succes aan flarden waren geschoten. Je kunt in die liefelijke vallei niet eens wandelen, want het ligt er vol met onontplofte granaten, behalve op de onverharde weg die naar deze verwoesting leidt. Wij konden dit alleen maar heelhuids doen omdat het sjabbat was, en dan rusten de tanks.
Zo bouw je mooie menselijke verhoudingen op.