Nee, het gaat hier niet om de 'taal' der dieren, zoals de bijen die met elkaar communiceren, of papegaaien die leren enkele woorden of vloeken na te zeggen. We hebben het over dieren die in de loop der tijden sprekend zoals mensen zijn ingevoerd. Dieren hebben door alle tijden ook symbolische betekenis gehad, in godsdienst, heraldiek en verhalen, maar wie zijn mond niet open doet, telt hier niet mee.
Het begint al in de bijbel met de slang (Genesis 3:1) met zijn slechte raad, en de ezelin van Bileam (Numeri 22:28-30) zet haar baas op zijn nummer met enkele gepaste volzinnen.
Er is een hele literatuur van Fabels, die uit de verre oudheid zijn overgeleverd. Dat zijn korte verhalen over dieren, die ons een moraal voorhouden. De dieren worden vermenselijkt met menselijke eigenschappen en worden sprekend ingevoerd. De oudste onder deze vertellers is Aesopus. Hij was een slaaf uit Samos in de 6e eeuw voor de gangbare jaartelling, die zo mooi kon vertellen dat hij uiteindelijk zijn vrijheid kreeg. Latere fabels van Reinaert de Vos en De la Fontaine berusten voor een deel op Aesopus, met nieuwe verhalen en nieuwe ideeën.
De bekende Dr. Samuel Johnson moest niets hebben van fabels; hij had een snijdend commentaar over Dryden's fabel The Hind and the Panther: "A fable which exhibits two beasts talking theology appears at once full of absurdity ..." Maar wij, gewone stervelingen, hebben er lessen voor het leven uit geput.
Opdat jullie deze dierenfabels serieus zult nemen, wijs ik op het bestaan van de hoogst eerwaardige Beast Fable Society, gesitueerd in de Universiteit van North-East Missouri, die het tijdschrift 'Bestia' en een jaarboek uitgeeft, en wetenschappelijke conferenties organiseert. Ik vrees dat hij momenteel een kwijnend bestaan leidt.
En dan zijn er niet weinig langere verhalen en boeken geschreven met als hoofdpersonen sprekende dieren. De problemen die behandeld worden zijn onze eigen beslommeringen, met voor en tegen uitgedrukt door dieren met hun eigen mening. Voor de vuist weg noem ik Animal Farm van George Orwell (1945) met zijn duidelijke politieke boodschap, Watership Down van Richard Adams (1972), waar de konijnen eigen woorden hebben, en er is ook nog een klein kneepje hier: ze kunnen niet met alle andere diersoorten communiceren, net als de mensheid met haar vele talen. Dan is er het Jungle Book van Rudyard Kipling (1894) en niet te vergeten Bambi. (Hebben we geen tranen met tuiten gehuild bij de film van Walt Disney?). Het originele boek 'Bambi, een leven in de wouden' van de Oostenrijkse Felix Salten verscheen in 1923 in het Duits. Het werd beroemd in zijn Engelse versie in 1928; Disney zag daar al gauw brood in en kocht de rechten. Winnie the Pooh van A.A. Milne (1926, en hun vervolgboeken), ook met een film van Disney. Alice in Wonderland van Lewis Carroll (1865) kent ook sprekende dieren, misschien met minder 'menselijke' werkelijkheid dan de vorige genoemde boeken, maar het hoort ook bij dit overzicht. Eigenlijk bemoeide Disney zich zeer succesvol met bijna al deze boeken; Animal Farm werd door een andere studio als tekenfilm uitgebracht en was geen succes.
Ik zie vast belangrijke boeken over het hoofd, daar moet iemand dan maar een proefschrift over schrijven – als dat niet al gebeurd is.