Ik denk niet zo vaak meer aan de naoorlogse generatieproblematiek. Er is veel over geschreven en het is wetenschappelijk bewezen dat transgenerationeel trauma bestaat. We hebben erkenning gekregen, al is de WUV voor ons gesloten, maar er is naar ons geluisterd en velen van ons hebben elkaar kunnen helpen bij de verwerking van het doorgegeven leed van onze ouders.
Maar de oorlog houdt nooit op en natuurlijk dringt hij toch mijn bewustzijn weer binnen. Meestal doe ik nu wat mijn vader altijd deed en wat ik toen verschrikkelijk vond: niet achterom kijken en geheel modern in het nu leven. Maar wél nadat ik het verleden had verwerkt, dat is het verschil met onze ouders. Die konden dat niet, er was ook niets of niemand om hen daarmee te helpen.
Toch kom ik nog mensen tegen die hevig ontkennen dat zij last hebben van de naoorlogse problematiek. Zij hadden zulke aardige ouders, die hen nooit belast hebben met hun verleden. Nee, niks aan de hand toch? Dat wordt altijd een beetje té nadrukkelijk gezegd, en ik weet inmiddels dat dat meestal betekent dat zij het negeren of ontkennen.
En dan zijn er mensen die nu pas met de neus op de feiten worden gedrukt en het niet meer kúnnen ontkennen. Ivo Weyel schreef een boek over zijn vader, Oorlogszoon, en moest in het programma Buitenhof toch wel erkennen dat ook hij van de tweede generatie is.
Mei nadert en daarmee nog meer verhalen over de oorlog. Ik hoorde weer een aantal dramatische getuigenissen bij de onthulling van het monument voor de Joodse slachtoffers in Bloemendaal. De plaatsvervangend ambassadeur van Israël, Gideon Lustig, vertelde dat hij pas kort geleden van zijn moeder had gehoord dat haar broer, dus zijn oom, niet haar echte broer was, maar een neefje dat aan zijn grootmoeder was meegegeven om te worden gered.
Toevallig had ik net een mailtje van Hilde Pach gekregen dat zij een boek had vertaald met hetzelfde thema, Sonja’s zoon van Emuna Elon. Het boek speelt in Amsterdam, waar de hoofdpersoon op zoek gaat naar het verleden van zijn moeder en dat van hem. Hij ziet een filmpje in het Joods Historisch Museum waar zijn moeder op staat met een baby op de arm. Is hij dat? De hele familie zwijgt en pas heel laat krijgt hij het verhaal van zijn jeugd te horen.
Het is een boeiend boek met mooie beschrijvingen van het Amsterdam van nu en in de oorlog, heel herkenbaar voor Amsterdammers. Maar ik vind het bijzonder dat dit verhaal nu ook wordt gelezen in Israël, geschreven door een Israëlische, die de sfeer goed heeft getroffen, al ziet de hoofdpersoon overal Israëlische toeristen, waar ik meer Chinezen en Japanners zie.
Is de oom van Gideon Lustig Sonja’s zoon? Dat doet er niet toe, alle oorlogsverhalen lijken op elkaar én verschillen van elkaar. Ze moeten allemaal worden verteld.
Na de onthulling werden we uitgenodigd aan de tafel van een vriendin die ons verwende met soep en broodjes. Een van de aanwezigen, die ik al jaren in de supermarkt tegenkom maar alleen van gezicht kende, vertelde dat zij als baby had moeten onderduiken. Zij had tien jaar therapie nodig gehad om de oorlog te verwerken. Haar familie staat op het Bloemendaalse monument, net als twee verre (aangetrouwde) familieleden van mij, Eliseba Spanjaard-Groen en Rosa Spanjaard-van der Wijk. Moge hun nagedachtenis tot zegen zijn.