Namens Herinneringscentrum Westerbork hield hoogleraar Rob van de Laarse een online college over dadererfgoed (dat op YouTube te zien zal zijn). Er rust namelijk een taboe op. Voor slachtoffererfgoed is er wel veel aandacht, al was dat vlak na de oorlog niet het geval. Van kamp Sobibor is niets meer over en in Westerbork werd na de bewoning door de Molukkers ook alles verwijderd. Men was bang voor verkeerde aandacht van neo-nazi's.
Pas de laatste tien jaar staan ook de daders en hun erfgoed in de belangstelling en dat brengt problemen met zich mee. In het college kwamen die niet echt uit de verf, al wees de hoogleraar op het feit dat in Buchenwald en Westerbork na de Tweede Wereldoorlog ook daders werden opgesloten. Dat zouden dan twee herdenkingsplekken kunnen zijn die in de loop der tijd naar elkaar gaan toegroeien. Wat hij daarmee bedoelde werd niet duidelijk, maar ik hoop niet dat dit wordt gerealiseerd. Het zou totale vergrijzing zijn als je daders en slachtoffers bij elkaar zou herdenken.
Van de Laarse noemde en passant “Palestijns Israël”, wat hij daarmee bedoelde, weet ik ook niet. Hij noemde wel een foto van de groot-moefti al-Husseini van Jeruzalem met Hitler, die politiek werd gebruikt door Israël.
Een Zoom-college is niet geschikt voor tussentijdse vragen en na afloop was er te weinig tijd om overal op in te gaan. Ik kon nog wel mijn bezorgdheid over dit soort vergrijzing uitspreken, maar volgens Van de Laarse bestaat 'grijs' helemaal niet en zeker niet in het Verzetsmuseum.
Er is volgens Van de Laarse een “sacralisatie”, een blijvend slachtofferschap, gaande, waarbij alleen de gevallenen (eufemisme voor de vermoorden) worden herdacht en een “eeuwige vijand” wordt aangewezen. Daders plaatsen we volgens hem buiten onszelf. Pas de volgende generaties willen weer meer weten. Hij noemde de documentaire His Name is My Name van Eline Jongsma, over haar foute overgrootvader. Dat zij integer met het onderwerp omgaat, wil nog niet zeggen dat dit gemeengoed is. Integendeel, op veel universiteiten is de vergrijzing bijvoorbeeld haast compleet, met de nadruk op de menselijkheid van de daders en de fouten van de slachtoffers. Al wordt Israël tegenwoordig als dé dader gezien, die op universiteiten ongenuanceerd en zonder tegenspraak wordt aangevallen, zie dit artikel in het NIW.
Van de Laarse liet wel weten dat hij het vreemd vond dat in Westerbork een glazen koepel om het huis van de commandant is geplaatst, terwijl de andere overblijfselen in de buitenlucht staan. Ik denk dat de vorige directeur, Dirk Mulder, daar iets mee te maken heeft gehad. Bertien Menco, de huidige directeur, was aanwezig bij het Zoom-college, maar reageerde niet. Ik ben benieuwd wat zij over dit onderwerp te zeggen heeft. Want Van de Laarse ging uitgebreid in op Srebrenica en de burgeroorlog in voormalig Joegoslavië, maar de vraag hoe om te gaan met dadererfgoed is nog niet beantwoord, volgens hem.
In ieder geval niet samen in een tentoonstelling van de slachtoffers, zoals in het Verzetsmuseum, waar aan het begin enorme nazivlaggen hangen.