Er was op 7 juni jongst leden een Zoombijeenkomst met rabbijn Awraham Soetendorp, georganiseerd door Stichting PaRDeS met het thema '75 jaar Bevrijding, waarvan, waartoe?'. Dat leek me interessant, omdat ik daarover ook had nagedacht.
Rabbijn Soetendorp betoogde dat vrijheid altijd verantwoordelijkheid met zich meebracht, en benadrukte het belang van samenwerking tussen de religies, iets waar hij zich altijd voor heeft ingezet en wat nu door Zoom gemakkelijker kan worden gerealiseerd. We moeten strijden tegen het racisme door middel van de dialoog, die duurzame vriendschap kan brengen. Zo breng je verbinding tot stand. De samenleving moet solidariteit faciliteren, the society of enablement, geleid door mensen met een moreel kompas als voorbeeld, zegt hij. Hij was als altijd optimistisch en hoopt dat de jongere generaties over 75 jaar echte vrede, sjalom, zullen meemaken.
In een van de kleine groepjes waarin we hierover door praatten, hoorde ik ook vooral de oproep tot dialoog, die tot begrip zou leiden. We moeten niet in wij/zij denken en serieus luisteren om vooroordelen te kunnen ontkrachten. Hoe langer ik luisterde, hoe ongemakkelijker ik werd. Het thema van de middag was toch 75 jaar bevrijding? Maar waar waren we dan van bevrijd? Dat werd niet duidelijk. Waartoe we bevrijd zijn, is dus de oproep tot de dialoog, tot het idee dat we allemaal één zijn, voorbij het wij/zij denken. Dat is me al te idealistisch, om niet te zeggen naïef gedacht. Dat heb ik proberen uit te leggen, met de vraag hoe je die ander dan bereikt, bijvoorbeeld de openlijk antisemieten of racisten, of nationalistische partijen als Forum voor Democratie? Deze mensen bereik je niet met een vriendelijke verzoek om een dialoog, zelfs niet met een beroep op de feiten, want die wijst men af.
Bovendien, er is wel een 'wij', zei ik, namelijk wij Joden, die bezorgd zien dat het antisemitisme toeneemt en het zelf ervaren.
Mensen denken vanzelfsprekend in groepen en dat is op zichzelf niet erg, we hebben allemaal een eigen identiteit nodig, een groep waarbij we ons thuis voelen en waarmee we iets gemeenschappelijks delen. Maar het is niet wij tégen zij. We moeten wel oog hebben voor de verschillen en ze niet ontkennen. Het verdoezelen in 'we zijn allemaal gelijk' lijkt me geen goed idee.
De groep reageerde verbaasd, misschien wel geschokt, dat is moeilijk te zien met Zoom, maar ik hoorde zeggen dat er ook niet-Joden in de groep zaten. Voelden zij zich afgewezen? Dat had ik graag willen weten, maar ook dat ging niet.
De oplossing bleef hier ook weer de dialoog. Ja, een gesprek van één op één, of met een klas moslimkinderen naar sjoel gaan om 'echte' Joden te ontmoeten, zal zeker effect hebben om mensen individueel op andere gedachten te brengen, maar het probleem is te groot, zie de demonstraties tegen racisme. Er moeten structurele veranderingen komen, te beginnen in het onderwijs.
Misschien is er nu een begin gemaakt, beter laat dan nooit. Er wordt in ieder geval meer nagedacht over institutioneel racisme, onder andere bij de politie. Dat is hoopvol, maar ik blijf bezorgd. De verhalen in NRC over alledaags racisme in Nederland zijn schokkend. Vooral het onbegrip van mensen die op racisme werden aangesproken en het dan 'maar een grapje' noemen. Grappen ten koste van de ander zijn geen grappen, die ervaring heb ik ook. De vrouw die naar haar neus wees toen ze het over een vervelende hospita had, bijvoorbeeld.
Ik heb niets tegen de dialoog, integendeel, maar de goedbedoelde naïviteit die ik op die zondag hoorde lost het probleem niet echt op.
En pas nu realiseer ik me waar mijn onbehagen vandaan kwam. Wanneer werd er ook alleen over 'wij Nederlanders' gesproken? Ja, 75 jaar geleden, na de bevrijding, toen de uit de kampen teruggekeerde Joden géén andere behandeling kregen dan de Nederlanders, die toch ook geleden hadden in de hongerwinter. Maar daar ging het op deze inspiratiemiddag niet over.