Nu het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging op 1 januari 2025 opengaat, is er aandacht voor wat er dan zal gebeuren. Dan kan namelijk iedereen de dossiers van foute Nederlanders inzien. Het tv-programma Dit is de Kwestie had hier twee uitzendingen over.
In de eerste aflevering kwamen de nabestaanden aan het woord, die wel of niet wilden weten of hun familie fout was geweest. Sommigen maakten zich zorgen, omdat dan iedereen kan gaan opzoeken of de buurman of collega fout was. Dat blijft een dilemma, maar de archivaris benadrukte het recht van informatie voor iedereen. Het trauma van de collaboratie moet worden doorbroken en het individuele belang weegt niet op tegen het collectieve belang, zei hij, ondanks de gevoelens van de nabestaanden. Van de foute familie, niet van de slachtoffers. Die werden niet genoemd. Hij noemde in een bijzin dat er natuurlijk ook mensen van kwade wil zijn. Mij lijkt dat nu juist erg belangrijk.
In de tweede uitzending kwamen een vader en dochter aan het woord die de dossiers van de (groot)ouders al konden inzien. De hele familie was lid geweest van de NSB, de oma werd na de oorlog in een kamp opgesloten, waar 'nare dingen' waren gebeurd, die haar gebroken hadden. De zoon vond dat iemand gewoon fout noemen zeer eenzijdig was, de nuances ontbraken. “Er waren duizenden mensen lid van de NSB, die niets slechts hadden gedaan”, zei hij, “de ruimte om de grijstinten op te zoeken is er nooit geweest.” En: “Wat betekent dat eigenlijk, fout zijn? Dat moeten we ons afvragen.”
De kleindochter zag dat de oma lid was geweest van de Kulturkammer, dus merkte ze dat hun hele leven ermee was verweven, het ging niet alleen om het NSB-lidmaatschap. Toen ze een foto van Hitler in het dossier zag, schrok ze duidelijk. “Dat is fout, zwart, pikzwart, maar de keuze voor de NSB is grijs”, vond ze.
In het dossier van de opa las ze dat hij in de buurt goed bekend stond en dat het zeker was dat hij niemand had verraden. “Er staat dus iets tegenover”, meende ze. Haar vader zei meteen erna dat eerdere dossiers “niet leuk” waren. Een understatement, maar we kregen niet te zien wat er precies was gebeurd.
Er werd ook door niemand gemeld dat niet alles in de dossiers op waarheid berust – velen vergoelijkten hun daden en zwakten ze af.
De vergrijzing werd getoond zonder commentaar, alsof dat de werkelijkheid is: iedereen een beetje fout, iedereen heel goed, was het hier. Je helpt het de nabestaanden hopen, maar het is dus niet waar. Hoe goed iemand ook was na de oorlog, of zelfs in de oorlog (die ene foute politieman in het Verzetsmuseum die Joden had gered!), voor de slachtoffers en hún nabestaanden is er geen béétje fout. Lid zijn van de NSB, hoe passief ook, betekende instemmen met de nazi's en hun ideologie, ik zeg het maar weer even, want het is duidelijk weggezakt of nooit bekend geweest bij deze naïeve Nederlanders, die hun familie willen schoonpoetsen.
Wat dat betreft is het goed dat het archief opengaat, dan kunnen ze zich niet meer verschuilen achter: opa was toch zo'n brave man, die niemand kwaad deed.