In de trein op weg naar de Jom Hasjoa-herdenking kwam er een vriendelijk jongetje naast me zitten. Zijn familie zat verderop, maar daar was geen plaats meer.
Na een tijdje vroeg hij waar ik naar toe ging.
- Naar Amsterdam, zei ik, en jij?
- Naar Deventer, zei hij, maar dat is niet ver hoor, maar een uurtje.
Zijn nichtjes achter ons zaten gezellig te kletsen.
- Is dat niet erg, vroeg hij, het is toch een stilte-coupé?
- Dat geeft niet, zei ik, ze zijn nog klein. Bellen of hard praten, dat hoort hier niet.
Toen we Amsterdam binnenreden, zei hij enthousiast:
- Kijk, Palestijnse vlaggen.
Ik zei dat we het daar maar niet over moesten hebben. Toch, in een opwelling, wees ik op het gele strikje op mijn jas.
- Dit is voor de Israëlische gijzelaars, legde ik uit.
- Ik ben Palestijn zei hij, en Israël maakt de huizen van de Palestijnen kapot.
Waarom moest ik nu zo nodig toch over de oorlog in Gaza beginnen, dacht ik later, maar het was al gebeurd. Ik probeerde uit te leggen dat veel Israëli's ook tegen de oorlog waren. Die nuance begreep hij niet, of drong, geloof ik, gewoon niet tot hem door.
- Laten we hier maar rustig en vriendelijk tegen elkaar blijven doen, zei ik nog, maar hij was al opgestaan, naar zijn familie toe.
Ik stapte uit. Een klein donker jongetje met prachtige lichtblauwe ogen, net zo oud als mijn oudste blonde kleinzoon. Wat een verschil.
Tijdens de Jom Hasjoa-herdenking was het écht twee minuten stil en konden we in alle rust onze doden herdenken, dankzij de politie en de eigen bewaking rondom het pand. Mark Rutte was er ook, vrolijk handjes schuddend. Ik zag hem gezellig met zijn buurman praten tijdens de muziek. Vreemd.
Martin Bosma en Gidi Markuszower van de PVV waren er ook. Wat moet je daar nu mee? Wél voor Israël zijn, maar met hun antidemocratische denkbeelden en moslimhaat had ik ze daar liever niet gezien. Ook vreemd.
Femke Halsema had een keurige speech, gelukkig maar, want we waren allemaal nog boos op haar vanwege de blamage bij de opening van het Nationaal Holocaust Museum.
We zijn nu weer even klaar met herdenken, maar de vele gele strikjes in de Hollandsche Schouwburg lieten zien dat oorlog nooit ophoudt.