Ik las het boek over Harry Mulisch, Zijn eigen land van Robbert Ammerlaan. Het is geen echte biografie, maar een verzameling teksten en foto's, die het leven van Mulisch beschrijven aan de hand van brieven van, over en naar hemzelf, en citaten uit zijn oeuvre. Het geeft een mooi beeld van zijn manier van denken, zijn tomeloze ambitie en zijn zoektocht naar zijn afkomst.
Mulisch heeft alles, maar dan ook alles bewaard, schoolrapporten, zelfs van zijn moeder, briefjes en dagboeken en nog veel meer.
Ammerlaan gebruikt dat om een beeld te schetsen van de schrijver. Een veelzijdig beeld, niet altijd even vleiend, maar dat wist Harry zelf als geen ander. Hij wekte haat op, zei hij, op school al. Hij noemde het een 'omgekeerd charisma'. Maar hij had ook een positief charisma, getuige de vele vrouwen die voor hem vielen, al behandelde hij ze slecht; ze waren alleen goed voor het huishouden en in bed. Dat is niet zo heel vreemd, zijn generatie mannen (hij was van 1927) wist nauwelijks anders.
Door de brieven van zijn moeder krijg je een inkijkje in zijn jeugd en jonge jaren. Moeder Alice Schwartz vertrok uit huis toen Harry negen jaar was. Hij bleef achter met zijn afstandelijke Duitse vader die door oorlogstrauma's uit de Eerste Wereldoorlog depressief was geworden. In de Tweede Wereldoorlog koos hij de kant van de nazi's en werkte bij de bank Lippmann-Rosenthal, die de geroofde goederen en gelden van de gedeporteerde Joden beheerde. Fout dus. Maar hoe fout? Hij zorgde er wel voor dat Alice, die Joods was, na een arrestatie snel vrij kwam en de oorlog overleefde. Harry zelf kreeg in 1944 een oproep om zich te melden om naar Duitsland te gaan, maar de soldaat die hem kwam halen, werd door zijn vader zo geïntimideerd dat hij vertrok zonder Harry.
Na de oorlog werd vader Kurt opgepakt en naar een interneringskamp gestuurd, waar hij gebroken uit kwam. Een militair die niet anders kon dan bevelen opvolgen, zo ziet Harry zijn vader. Geen excuus, maar wel een verklaring.
Waarom vertrok moeder Alice vrij snel na de oorlog, al in 1951, naar Amerika, nadat ze eerst op zichzelf in Amsterdam had gewoond? Ammerlaan geeft geen reden, maar die is er natuurlijk wel.
Ze beschrijft het in een brief aan Harry: al haar familie is vermoord en ze wil naar een 'veilig' land, ver van alle ellende. Maar ze neemt Harry niet mee.
Heeft ze daar later spijt van? Ze vraagt zich achteraf wel in een brief aan Harry af waarom ze hem achterliet bij zijn vader en Frieda, het trouwe Duitse dienstmeisje, dat meer moederlijke zorgen voor Harry had dan zijzelf.
Haar eigen kille jeugd geeft ze als reden en ze vergoelijkt het zelfs door te zeggen dat Harry zonder die eenzame jeugd niet de schrijver was geworden die hij nu is. Mooi excuus, maar het toont het onvermogen aan om echte relaties aan te gaan. Als je je hele familie verloren hebt, hecht je je niet meer, zelfs (of juist?) niet aan je kind. De naoorlogse generatie weet daar alles van.
Harry herinnert zich niet dat hij erg leed onder het vertrek van zijn moeder, maar hij is zijn hele leven met haar bezig geweest, heeft altijd haar liefde gezocht, die ze niet kon geven.
Er kwamen inderdaad mooie boeken uit voort, maar zijn uitspraak: “Ik bén de Tweede Wereldoorlog” is, met zijn foute vader en zijn Joodse moeder, dus nog treuriger dan hij ooit heeft toegegeven.