Een ondergedoken kind

Renée Citroen

vrijdag 1 april 2022

Coen Verbraak mag weer een hele pagina in NRC vullen met een interview. Nadat hij Ad van Liempt (zie mijn column van 21 januari jl) kritiekloos vage uitspraken liet doen, laat hij nu Judith Herzberg even kritiekloos aan het woord.

Verbraak is een gevierd documentairemaker, die bekend staat om zijn interviews, waarin hij de geïnterviewde laat praten zonder zelf veel te zeggen. Dat werkt misschien op film, maar opgeschreven is het gewoon een slecht interview. Van de vuistregels van het interview: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe, heeft hij blijkbaar nooit gehoord. En waarschijnlijk durfde hij bij de beroemde dichteres Herzberg gewoon niet door te vragen. Het is ook moeilijk.

Survivors hebben er een manier voor ontwikkeld om lastige vragen te ontwijken en op een ander onderwerp over te gaan. De tweede naoorlogse generatie weet daar alles van. Het gordijn dat dicht ging, de muur die werd opgetrokken, als je net even te dichtbij kwam.

Ik heb er nu wel begrip voor, het verdriet is te groot, het gemis is nooit overgegaan. Als kind begrijp je dat niet en voel je je afgewezen. Maar een interviewer moet gewoon de waarom-vraag stellen, de belangrijkste van allemaal. Zeker als de geïnterviewde dingen zegt als: “Ik voel de ontroering zelf niet”, wanneer iemand naar aanleiding van de opvoering van haar toneelstuk Leedvermaak gaat huilen.

Verbraak heeft duidelijk geen idee hoezeer de oorlogskinderen hun emoties hebben weggestopt.

Herzberg zegt ook dat haar toneeltrilogie niet specifiek over Joden gaat, dat is veelzeggend. Zeker omdat ze moeite heeft met het “tweedegeneratiegedoe”: “Misschien wordt dat ook wel aangepraat. Het is ook iets waar mensen heel makkelijk hun persoonlijke frustraties in kunnen onderbrengen.”

Hier gaat Verbraak volkomen de mist in. Het is een opmerking die natuurlijk vraagt om uitleg. Hoezo geen tweedegeneratieproblematiek? En alle wetenschappelijke onderzoeken naar transgenerationele trauma's dan? Weet hij daar niets van? Dan heeft hij zich dus helemaal niet voorbereid op het interview. Wat een onwetendheid en gemakzucht, ook van de eindredactie van NRC, die hem hier natuurlijk op had moeten wijzen.

Ik ben wel blij dat Judith Herzberg dit zelf zegt over haar toneelstukken, want hoe beroemd ook, ik herkende er niets in. Logisch, zij begrijpt niets van 'ons', de naoorlogse generatie.

Aan het eind van het interview mag ze nog even losgaan: “Ik ben een moeilijk mens”, en dan vertelt ze trots hoe ze aardige mensen schoffeert en hun bloemen niet aanneemt, want 'giftig'. “Ik ben altijd onmogelijk geweest”, zegt ze. Verbraak, waarom zou dat zijn, denk je? Een kind dat in haar jonge jeugd (ze is van 1934) ondergedoken is geweest, kent geen vertrouwen of veiligheid. Mensen zijn niet te vertrouwen, ook als ze bloemen komen brengen. Dan moet het kleine, bange kind ze zelf op een afstand houden.

PS
De suggestie van Judith Herzberg om briefjes uit te strooien boven de Russische soldaten in Oekraïne met “Wij zijn vrienden” erop, deed me denken aan hetzelfde idee in Les Thibault, de trilogie van Roger Martin du Gard, waarin een van de broers Thibault tijdens de Eerste Wereldoorlog ook per vliegtuig briefjes uitstrooit boven de Duitse soldaten. Het mislukt en hij komt jammerlijk om.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.
Beste mevrouw Prins, U bent waarschijnlijk een prima interviewer, maar hoe zinvol is het om iemand van 88 dingen te vragen waar de betreffende geen antwoord op wil of kan geven? Journalistiek is ook niet alles in dit moeilijke leven! Groeten uit Bussum, Marita Keilson
Ook ik las het interview en had er gemengde gevoelens bij. Eigenlijk is Judith Herzberg niet te interviewen. Ze wil immers niets prijsgeven over zichzelf. En vooral, ze wil de leiding houden. Ik weet uit ervaring dat je als interviewer je tanden breekt op zo iemand. Zeker als je zo iemand niet grof wilt bejegenen om dat patroon te doorbreken. Maar één ding is natuurlijk wel zo: ben je niet tevreden over je interview, publiceer het dan niet.

Columns 2024

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015