Nog steeds duiken er verhalen over roofkunst op. Nu weer in Spanje. Het schilderij uit het bezit van een Joodse familie mag in een Spaanse museum blijven: “Naar het oordeel van de rechtbank is de stichting volgens Spaans recht eigenaar van het schilderij. In de uitspraak merken de rechters op dat Spanje de Washington Principles van 1998 heeft ondertekend. Dat is een akkoord waarin 44 landen beloven bij kunstgeschillen uit het nazitijdperk te zullen streven naar een ‘rechtvaardige en eerlijke oplossing’. Dit morele streven is echter niet afdwingbaar, constateert de rechtbank in de uitspraak. ‘Het is misschien jammer dat een land en een regering zich moralistisch opstellen, maar zich vervolgens niet geboden voelen daar naar te handelen. Maar dat is de stand van de wet.’ De advocaat van de familie die de zaak aanspande, E. Randol Schoenberg, reageerde op de kritische opmerking in de uitspraak. ‘Als er een lichtpuntje in de uitspraak zit, is het de erkenning dat Spanje niet voldoet aan het publieke imago dat het land wil uitstralen. De Pisarro is gestolen van een Joodse familie die nooit is teruggekeerd. Punt. Einde verhaal’.”
De “rechtvaardige en eerlijke oplossing”, daar moet naar worden “gestreefd”. Er is geen enkele sanctie, dus wat heeft zo'n akkoord dan voor zin? Geen enkele, dat hebben we in Nederland gezien, waar roofkunst nog gewoon in musea hangt, of met heel veel moeite en na jaren aan de erfgenamen is teruggegeven.
Geldt dat trouwens ook voor een ‘normale’ diefstal van een lippenstift uit de Hema? Of van een dure auto? Nee, daar zijn wetten voor die moeten worden nageleefd. Maar dat geldt dus niet voor door de nazi's gestolen kunst. Het is wrang dat musea zich haast nooit geroepen voelen hun ‘bezit’ aan de rechtmatige eigenaren of hun erfgenamen terug te geven. Alsof de dief de gestolen Jaguar mag houden en de puber de lippenstift.
Ik dacht dat je in het recht inderdaad rechtvaardig en eerlijk, of zoals er staat: redelijk en billijk, moet handelen. Maar altijd met sancties voor degenen die zich daar niet aan houden.
Het lijkt wel of de Nederlandse overheid in dit geval heel veel moeite heeft om dingen af te dwingen. Maar ook met andere zaken, zoals mondkapjes. Verplichten, oh wat zou dat een heisa geven, dus dan maar niet. Ik ga dus ook gauw mijn brommerhelm en mijn autogordel afdoen, oh nee, die zijn wel verplicht ter bescherming van mijzelf en anderen. Daarbij heb ik niet de vrijheid om zelf te kiezen.
De vrijheid waar de anti-virusactivisten voor strijden is de vrijheid om ten koste van anderen te doen wat je wilt. Daar hebben we dus al 5000 jaar wetten voor, opgeschreven in de Tora, en later in de wetboeken, die nu blijkbaar opeens niet meer gelden.
Ach, dit is allemaal al zo vaak beweerd en toch moeten mensen zo nodig tegen die mondkapjesplicht demonstreren, zelfs met geweld. Eigen verantwoordelijkheid, roept Rutte de hele tijd. Maar het morele streven werkt ook hier niet.
Op CNN zag ik een interview met Jonah Berger, een Amerikaanse professor die een boek heeft geschreven, The Catalyst. How to Change Anyone’s Mind, een typisch Amerikaanse titel, maar Berger zegt erin dat een ander overtuigen met logische redeneringen niet helpt. Met een merkwaardig experiment (zou dat hier mogen?) toont hij aan wat wel helpt. Hij gaf kinderen een sigaret en vroeg hen om een vuurtje te vragen aan volwassenen. Die reageerden geschokt en begonnen aan het kind uit te leggen waarom roken gevaarlijk was. Daarna vroeg de onderzoeker of dat niet ook voor henzelf gold. Dan moesten ze bekennen dat dat zo was. Ze werden zo met hun eigen verkeerde handelen geconfronteerd.
Dus aan mondkapjesweigeraars zou je moeten vragen of ze hun oude opa zonder mondkapje zouden willen bezoeken. Niet veroordelen, maar vragen, zegt Berger. Ik denk dat er hier geen beginnen meer aan is, de weerstand tegen de overheid en de wetenschap is al haast te ver gevorderd.
Volgens mij is dit de eerste pandemie waarbij mensen weigeren verstandige regels op te volgen om de verspreiding te voorkomen. Vroeger was er natuurlijk geen Internet, maar stonden er bij de A-griep (die ik me nog herinner) mensen op het Binnenhof te protesteren? Dat was wel in de jaren vijftig, toen was iedereen nog volgzaam. Vreemd hoe je soms naar die tijd kunt terug verlangen.
Het enige lichtpuntje is misschien dat er afgelopen weekend maar duizend mensen stonden te demonstreren, relatief een erg gering aantal. Maar in mijn supermarkt is het weer druk, te druk, met gezinnen en jongeren die geen afstand houden. De afplakstrepen zijn ook verdwenen bij de kassa's en er let niemand meer op hoeveel mensen er binnenkomen. Dan is het moeilijk om je aan de voorschriften te houden.
Ik doe dus maar een mondkapje op, meestal als enige. Ik ben gelukkig nog niet uitgelachen, zoals mijn buurman overkwam. En ook maar niet naar een verjaardagsfeestje of weer op bezoek bij mijn oude tante. Zij heeft niets aan het morele streven, net zoals de eigenaren van de roofkunst.