Abdelkader Benali krijgt een hele pagina in NRC om wéér uit te leggen dat hij een grap maakte en dat hij geen excuses maakt voor iets dat hij ironisch heeft bedoeld en niet meende. Hoe leg je zo iemand uit dat het niet om hém gaat, maar om degenen bij wie de 'grap' hard aankomt?
Natuurlijk ligt de verantwoordelijkheid bij het 4 en 5 mei-comité, dat hem een geschikte spreker vond voor de 4 mei-lezing. Maar hij draait zich in alle bochten om maar te bewijzen dat hij en alle Marokkanen zielig zijn en wél alle grappen en racistische opmerkingen moeten slikken. Alle bekende smoezen komen langs: “Mogen mensen geen grappen meer maken?”, “Het waren de omstandigheden”, “Ik moest stoom afblazen.”
Daar is de kloof die onoverbrugbaar lijkt.
Joden vinden dat er over hen geen 'grappen' mogen worden gemaakt door niet-joden en Benali vindt van wel, maar vindt tegelijkertijd dat er ook geen Marokkanen-grappen mogen worden gemaakt door niet-Marokkanen.
Het gaat altijd over de term 'grap'. Alle pesters en andere mensen met foute bedoelingen roepen dat het 'een grapje' is als ze terecht worden gewezen, maar intussen menen ze het bloedserieus. Het verschil tussen Joden en Marokkanen is dat Joden, na er eeuwen over te hebben gezwegen, het nu niet meer pikken als ze belachelijk worden gemaakt en racistisch worden behandeld. Zij protesteren nu luidkeels. Niet op reageren, was altijd het motto, en: antisemitisme is het probleem van de gojim. Niet meer dus.
Benali merkt dat de Marokkanen nog altijd zwijgen en roept op tot protest en aanklachten indienen. Heel goed, hopelijk werkt het.
Maar hij speelt intussen het slachtoffer, want oh wat erg, zijn imago is beschadigd. Door wie? Tja, door de mensen die hij antisemitisch bejegende.
Het verschil met Benali – hoe erg het racisme tegen Marokkanen ook is – is natuurlijk dat mijn grootouders, tante en heel veel andere familieleden zijn uitgemoord. Dan kun je geen 'grappen' verdragen. En dan heb je een antenne voor alles wat naar antisemitisme neigt en hoor je de hondenfluitje overduidelijk.
Ik weet natuurlijk dat er foute grappen worden gemaakt, ik ben er vroeger bij geweest in cafés en op feestjes, waar 'men' zich 'onder ons' waande. En dan de schrik als je er iets van zei. Nu ligt alles op straat en is men niet meer geschrokken, maar woedend.
Benali wordt met de dood bedreigd, zegt hij. Hij vergeet dat ik iedere keer dat ik naar een zwaarbewaakte synagoge ga, een reëel risico loop. Joden lopen áltijd gevaar. Ook zonder dat ze 'grappen' maken.