Het moet niet gekker worden bij Herinneringscentrum Westerbork. In de NRC van 25 augustus jongst leden staat een artikel over de schrijfster van het boek Oorlogsouders, Isabel van Boetzelaer. Zij schrijft over haar foute vader, leider van een Haags politiecommando dat drie Joden arresteerde, wat hij volgens andere bronnen “verheugend” vond.
Het is oké, een boek schrijven over je foute ouders. Dat hebben meer mensen gedaan, al heeft dit boek veel kritiek ontvangen voor de manier waarop de schrijfster zaken vergoelijkt of weglaat.
Maar: zij gaat binnenkort een lezing geven over haar boek in – of all places – Westerbork.
Zij is uitgenodigd door Gemma Groot Koerkamp, coördinator van de gastsprekers. Die ziet geen bewijs voor de bezwaren tegen het boek en vindt ook dat Westerbork een goede plaats is om het te hebben over de daders van de Sjoa. “Op de historische locatie (het kamp zelf, rc) zijn we meer prudent dan in het museum”, zegt zij.
Prudent? Het is ongevoelig en kwetsend voor de slachtoffers en nabestaanden om een plaats als Westerbork, kamp én museum, te gebruiken om aandacht te geven aan de daders, zeker als hun daden worden vergoelijkt.
De andere argumenten van Groot Koerkamp zijn ook te belachelijk voor woorden: er zou in de loop der jaren meer ruimte zijn gekomen voor dergelijke verhalen. Wie bepaalt dat en waarom?
Ook noemt zij het feit dat er in het kamp behalve Joden ook Duitse vluchtelingen, collaborateurs en Indische Nederlanders hebben gezeten. Zijn die ook allemaal vermoord in de concentratiekampen? Voor Groot Koerkamp valt dit onder de “multiperspectiviteit”, waarvan zij voorstander is.
Hoe kan iemand die in Westerbork werkt zó enorm ongevoelig zijn en zoveel onbegrip hebben voor de mensen die er in de oorlog gezeten hebben en voor hun nakomelingen? Ik kan er niet bij. En zij is niet de enige binnen de organisatie van Westerbork die er zo over denkt.
Ook Ad van Liempt, die in de raad van advies van Westerbork zit, ziet Westerbork als ontmoetingsruimte en debatcentrum en dat vindt hij “behoorlijk volwassen”. Ook weer iemand die over de hoofden van de slachtoffers eigenmachtig over de plaats van ellende beslist. Westerbork is een gedenkplaats, een heilige plaats, waar je met alle mogelijke voorzichtigheid mee om moet gaan. Is het zo dat je afgestompt raakt wanneer je daar dagelijks bent? Het lijkt er wel op; iets anders kan ik niet bedenken voor deze schandalige manier van handelen. Alleen die ándere reden, waar Evelien Gans het over heeft: het schuldgevoel over het feit dat veel Nederlanders de Joden hebben laten verrekken. Dan ga je nivelleren en moeten de 'anderen' ook aan het woord komen. Is dat “volwassen”? Nee, het is een gotspe.
Dat nivelleren doet me opeens erg denken aan de “both sides” van Trump. Daar is terecht enorm veel protest tegen, maar in Westerbork moet dat dus kunnen.
En wat ook zo merkwaardig is: al die niet-Joden die over 'ons' Westerbork beslissen, zonder ook maar één betrokkene te raadplegen. Weet het CJO hiervan? En de Joodse gemeenten? Anders moeten er maar veel mensen naar die lezing op 24 september komen en daar protesteren.
Er zijn genoeg plaatsen in Nederland voor debat en ontmoeting van verschillende groeperingen, maar Westerbork nu juist niet. Laat dat een herinnering- en bezinningsoord blijven, mét educatieve functie, zodat wij daar in alle rust onze familie kunnen herdenken, die van daar werd weggevoerd naar de dood.