Floor Rusman vindt Femke Halsema zielig, omdat iedereen in de Joodse gemeenschap (op die paar van Een Ander Joods Geluid na) kwaad is dat zij geen onderscheid maakte in de regels voor het demonstreren en er dus fanatieke haatschreeuwers de opening van het Nationaal Holocaustmuseum versjteerden. “Ze volgde gewoon de wet”, schrijft ze.
Floor is jong en heeft dus géén idee hoe dat aankomt bij ons, nabestaanden van de slachtoffers, laat staan bij de slachtoffers zelf. Ik probeerde het haar uit te leggen, in de hoop dat ze er iets van begrijpt. Zie hieronder. Ik noemde de term 'kleine Sjoa', die Isaac Lipschits z.l. heeft gebruikt voor de situatie van de overlevenden na de oorlog.
“Beste Floor,
Van wie is dat schuldgevoel, waar je over schrijft? Niet van de slachtoffers van de Sjoa en hun nabestaanden. Ik ben het met je eens dat schuldgevoel de landen drijft die de Israëlische regering steunen en dat het schuldgevoel van de Nederlanders ook vaak in de weg zit bij kritiek op Joodse misstanden. Evelien Gans heeft dat mooi uitgelegd met haar term 'goise nijd', altijd die Joden die hun slachtofferschap gebruiken om hun zin te krijgen, dat irriteert.
Maar wat er nu gebeurt is iets anders en tegelijk precies hetzelfde als wat de Joden moesten verduren na de Tweede Wereldoorlog: ze mochten niet een andere behandeling krijgen dan de Nederlanders, die toch ook onder de oorlog hadden geleden, want de nazi's maakten dat onderscheid. Met als gevolg dat ze belasting moesten betalen over de tijd dat ze in kampen of de onderduik hadden gezeten en nog wat van die bureaucratische maatregelen.
Femke Halsema doet precies hetzelfde: er is een regel en die geldt voor iedereen, namelijk demonstreren binnen gezichts- en gehoorsafstand. En jij volgt haar na met jouw redenering, Halsema volgde 'gewoon' de wet. Ik zal maar niet de Duitse term hiervoor gebruiken, die ken jij vast wel, iets over een bevel. Maar het komt op hetzelfde neer. En als er dan protest komt, vind jij haar zielig.
Je kunt niet navoelen wat het betekent om een heilig moment, de opening van het Nationaal Holocaustmuseum, te horen versjteren door fanatieke (zie de foto's) haatschreeuwers. Mijn gekwetstheid is dus inderdaad anders dan die van de gemiddelde Nederlander nu, van wie niet de hele familie is vermoord. En dat maal honderdduizend. Ik ben van na de oorlog, maar die is wat dat betreft nooit voorbij.
Ik ben nu zelf oma, maar heb mijn eigen oma (en opa en tante en nog vele andere familieleden) niet gekend. Ik kijk naar mijn kleinkinderen, die zó dichtbij zijn en kan me ook niet voorstellen hoe dat gegaan is. De Sjoa is onvoorstelbaar. Daar is het museum dus voor, om dat uit te dragen.
Israël is een ander verhaal, maak a.u.b. het onderscheid tussen de regering waar de meerderheid van de Israëli's ook tegen is, en de Israëlische bevolking zelf.
In Duitsland wordt wél met honderdduizenden geprotesteerd tegen het antisemitisme, daar krijgen ze van jongs af aan het gevaar daarvan ingeprent. Hier niet en dat merk je. De onwetendheid en de ongevoeligheid van vooral jongere generaties is het gevolg. Ook van veel moslims die het antisemitisme door haatpredikers voorgeschoteld krijgen.
Ga naar het museum en huiver. Misschien dat je dan iets snapt van de ongerustheid, de angst en ook de woede die nu in de Joodse gemeenschap heerst. En maak onderscheid, want het doet echt pijn.”
In mijn vorige column citeerde ik mijn reactie op de eenzijdige anti-Israël verslaggeving van NRC, die niet werd gepubliceerd. Mijn reactie op de voorpagina foto met alleen 'Jews against genocide' kwam wél in NRC, zwaar ingekort, zodat de nuance weg was, maar goed. Niet goed was dat er wéér een vergoelijkende brief boven stond van iemand die het een storm in een glas water vond, omdat “er boze en verdrietige mensen waren, maar niet zo heel veel.” Nog nooit zo'n gotspe gelezen. Eerder had iemand het over “een ontroerende demonstratie.” En dan op zaterdag dus Floor Rusman.
De ombudsman, die ik ook had geschreven, deed de kritiek af met: “Wij streven ernaar om de ingewikkelde werkelijkheid te laten zien én we aanvaarden dat we van sommige lezers kritiek krijgen op de afwegingen die we maken. Zulk commentaar nemen wij altijd serieus.” Eenzijdige afwegingen, dat is dus het niveau van NRC.
Ik lees nu Trouw, dat is een verademing, ook door de afwezigheid van advertenties voor sjieke, vervuilende spullen en cruises van € 10.000 en meer. Ik zal alleen de overlijdensadvertenties in NRC missen, van oud-klas- en studiegenoten, maar dat is misschien maar beter ook. Dan hoef ik ook niet te lezen hoeveel mensen van mijn leeftijd al overleden zijn, wat een unheimisch gevoel geeft.
Ik vroeg Jelle Zeilstra, die ook altijd mee protesteert, wat er mis ging op het Waterlooplein. Hij legde uit dat ze een heel ingetogen demonstratie hadden, maar dat er een groep achter het podium kwam die veel lawaai maakte en naar het museum ging. Hij vond het ook verschrikkelijk. Ook hier moet je dus weer onderscheid maken tussen de goedwillende, genuanceerde demonstranten en die antisemitische anderen, die alleen op kwetsen en schelden uit waren.