Toen ik in NRC de column van Umayya Abu-Hanna las, dacht ik al, wat een idioot verhaal. De Palestijnen hebben ons het kerstfeest gegeven en Jezus was volgens haar een Palestijn. Dat alle christenen over haar heen zouden vallen, was begrijpelijk. Die hebben intussen bijgeleerd en weten dat Jezus gewoon Joods was. Dat heeft wel even geduurd. Eeuwenlang werd Jezus afgebeeld als een witte man met blond haar en blauwe ogen en was de vervangingstheologie (het Nieuwe Testament vervangt het Oude, want Jezus is de Messias) de (christelijke) waarheid.
De ombudsman van NRC kwam er dus op terug. De redactie wilde een Palestijnse stem en had de ophef niet verwacht. Ze zitten in centrum Amsterdam en er zitten geen gordijnen voor de ramen in het gebouw, dus hebben ze oogkleppen op en oordoppen in, denk ik. Er stonden gewoon fouten in de column en ze kwamen er achter dat de schrijfster nogal lovende woorden had geschreven over Hamas. Columnisten mogen alles schrijven, zegt de redactie. Wordt er dan niet op overduidelijke fouten gecheckt? Raar. Maar het is al eerder gebeurd dat er ongenuanceerde, anti-Israël columns verschenen. Hassnae Bouazza kan er ook wat van. Ik ben huiverig voor die pro-Palestijnse meningen en moet mezelf dwingen om niet iedereen met een Palestijnse of Arabische afkomst meteen te veroordelen. Maar ik voel me wel unheimisch als ik dergelijke columns lees.
Hoe zit dat dan met de columns of artikelen van Joden? Daar kan ik meestal wel zien of ze kritisch op de Israëlische regering en de kolonisten zijn en het leed van de Palestijnen erkennen, of ongenuanceerd pro-Israël zijn als geheel. Ik vertrouw bijvoorbeeld iemand als Inez Polak als ze een analyse geeft over de situatie in Israël, omdat ik denk dat zij kritisch en weloverwogen naar de feiten kijkt. Zou dat te maken hebben met een gevoel van onderling begrip, met een gedeeld verleden en met herkenbaarheid? Dat moeten de Palestijnen ook hebben, maar het ontaardt vaak in een gebrek aan nuance zonder oog voor het Israëlische leed na 7 oktober.
De christelijke en seculiere wereld waarin wij als minderheid leven voelt niet aan hoe wij door onze geschiedenis van eeuwen vervolging scherper zien waar anti-Israëlprotest overgaat in antisemitisme. Het wordt tegen ons gebruikt en heeft geleid tot overduidelijke discriminatie, zeker kort na de oorlog.
Lees Het verdriet van de vrede van Chaja Polak, over drie vrouwen die als enigen van hun familie zijn overgebleven en te maken hebben met antisemitisme en onbegrip. Een kort maar prachtig verhaal dat op alle leeslijsten op scholen zou moeten staan.
Zouden er dan geen pro-Palestijnse meningen in de media mogen verschijnen? Enerzijds anderzijds is toch een vast journalistiek begrip? Maar het ontbreekt de redacties van vele kranten en televisierubrieken aan een kritische blik en ook vaak aan kennis, zodat de meest ongenuanceerde meningen mogen worden gespuid. Dan moeten we het weer nuanceren, aperte fouten corrigeren en onderhuids antisemitisme blootleggen. Maar dat blijft niet hangen en daarom zijn de extreme anti-Israël geluiden overal te horen en te zien.
'Deskundigen' mogen ongestraft hun 'objectieve' mening verkondigen, terwijl even googelen laat zien dat ze bij het Rights Forum of erger horen. Zoals oud-diplomaat Berber van der Woude, die het over de apartheid van Israël heeft. De NOS maakt het nog bonter door Nasrah Habiballah haar zogenaamd neutrale verhaal te laten doen. Waarom vertrouw ik dat niet? Zoals ik al eerder schreef: ze heeft een ongenuanceerde mening als ze niet voor de NOS-camera's staat. Zelf vindt ze van niet. In Harper’s Bazaar zegt ze: “Ieder woord, elke zin, je moet er zó goed over nadenken. Dat komt niet voort uit een soort angst, maar ik wil niet meegaan in een of ander frame.” Moeite moeten doen om een objectief verhaal te vertellen? Dan ben je dus niet écht objectief.
De schrijfster van dat artikel snapt het ook weer niet: “Haar huidige verslaggeving is feitelijk, verteld met een bedrukt gezicht, bewust van het feit dat haar werk als correspondent Israël en Palestijnse gebieden onder een vergrootglas ligt. Het is tekenend voor het conflict, dat al jaren zeer gevoelig ligt.” Gevoelig? Voor wie? En mag een verslaggever 'bedrukt' kijken? Dus niet neutraal? Ik dacht het niet.
Vergelijk het met voetbalverslaggeving. Een Nederlandse journalist kan nog zo objectief een wedstrijd verslaan, maar is natuurlijk voor Nederland. Daar kan het geen kwaad, maar in oorlogstijd wel, Nasrah.