Afgelopen weekend hield het Egalitären Minjan uit Frankfurt een Europese Sjabbaton, waar we met Joden uit Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Polen en Nederland samen kwamen om te praten over 'pluralisme in het Europese Jodendom'. En ook om ideeën uit te wisselen, gewoon te kletsen, muziek te maken, diensten bij te wonen en vooral veel en lekker te eten.
De gemeente van rabbijn Elisa Klapheck staat bekend om de gastvrijheid en goede organisatie. Het is een progressieve Joodse gemeente, egalitair en inspirerend, met diensten waar het zingen (in up tempo!) voorop staat. Rabbijn Elisa had dit keer weer een 'wandelende' sjacharietdienst georganiseerd, waarbij we door heel Frankfurt liepen en soms per tram of metro verschillende Joodse plaatsen bezochten. De eerste stop was bij het huis van Franz Rosenzweig, de eerste grote Joodse vernieuwer. Daarna bezochten we het nieuwe Museum Judengasse, op de plaats waar vroeger de kleine Joodse wijk was. We hielden de dienst binnen tussen de fundamenten van de oude Joodse huizen, heel indrukwekkend. Toen naar de oude markthallen, een beladen plaats, omdat daar de Joden werden verzameld om naar de kampen te worden gestuurd. Het is ook een herdenkingsplaats, met een pad ernaar toe, waarin op verschillende plaatsen verhalen van overlevenden stonden. Het monument zelf bestond eenvoudig uit twee muren, waarbinnen je naar een glazen wand keek. Daarachter een zwart gat.
Sjoa-monument in Frankfurt
Hier zou je iedereen die niets van de Sjoa weet of wil weten naar toe moeten brengen. Zonder woorden wordt dan de verschrikking zichtbaar. We waren er allemaal stil van.
Gelukkig hielden we daarna een vrolijke kiddoesj aan de oever van de Main. Daar zongen we en dronken een bekertje wijn. Iedereen met keppels op. Zo door de stad te wandelen en in de tram en metro te zitten, zonder dat iemand er van opkeek, dat was mijn eerste verbazing.
Nog groter was mijn verbazing over de verhalen van de verschillende gemeentes in Duitsland. Duitsland kent de Einheitsgemeinde, waar alle stromingen verplicht in zitten en die door de staat wordt gesubsidieerd. Dat wist ik wel, en ook dat de beveiliging van de sjoels (die in Frankfurt in één gebouw zitten) gemeenschappelijk is. Maar het mikwe is ook gemeenschappelijk en open voor iedereen! Daar kon ikzelf dus ook naar toe, wat ik de volgende keer beslist zal doen. In Stuttgart heeft men zelfs de Kiddoesj gemeenschappelijk …
En verder: de chevra kadisja (de groep die de voorbereiding voor het begraven regelt) en de begraafplaats zijn ook gemeenschappelijk, met een familiebegraafplaats voor mensen met een niet-joodse partner. Toe maar, het kan niet op, ik werd er jaloers van.
Aan het begin van het weekend werden we verwelkomd door dr. Josef Schuster (mét titel), de president van de Zentralrat van de Joden in Duitsland en door Harry Schnabel van het bestuur van de Joodse Gemeente in Frankfurt. Beiden waren orthodox en zaten gezellig te midden van ons allemaal in de kleine vergaderruimte naast de Egalitäre sjoel. Ongehoord en ongekend in Nederland! Josef Schuster benadrukte dat men eenheid naar buiten moet uitstralen.
Natuurlijk zijn er problemen en ruzies (waar niet?), en niet alles is gemeenschappelijk. Maar men accepteert elkaars verschillen en bestaat naast elkaar. Dat werkt het beste.
De andere buitenlanders, vooral uit Frankrijk, waren jaloers op onze Duitse collega's. Geen geldzorgen en een veel gemakkelijker omgang tussen orthodox en liberaal, je vraagt je af waarom het een paar honderd kilometer naar het westen en zuiden zo vreselijk moeilijk is om samen te werken.
In Warschau wordt iedereen met Joodse grootouders wél geaccepteerd en het mikwe is ook gemeenschappelijk. Ook in Zürich kwamen de orthodoxen praten en zei de rabbijn: “het is ok, zolang jullie de Tora accepteren.”
De laatste ochtend kwamen er een paar jongeren hun verhaal doen. Daarin klonken wel klachten over de orthodoxie. Die was uitgangspunt bij hun samenkomsten en diensten. Als een meisje dan toch ging zingen, liepen de orthodoxen de dienst uit. Maar er waren ook diensten met de mannen aan de ene kant, de vrouwen aan de andere en in het midden kon je gemengd zitten. Hoe eenvoudig kan het soms zijn?
De jongere generatie is wel veel conservatiever dan hun ouders uit de hippietijd. Gelukkig niet allemaal, sommigen zijn zeer actief met een nieuw tijdschrift, Jalta geheten (naar de eigenzinnige vrouw van Rabbi Nachman), met indrukwekkende en serieuze bijdragen over het moderne jodendom. Helaas niet op internet, lopen de Duitsers daarmee een beetje achter? Ik moest eerder weg om de trein te halen, anders had ik het kunnen vragen.
Het was een zeer inspirerend weekend, waarin de saamhorigheid voorop stond, het was een warm bad van gelijkgezinden. Maar dat is het bij Elisa Klapheck altijd.