Mijn ouders hadden in de jaren '70 een boerderijtje op de Veluwe. Mijn moeder was altijd erg goed in het volgen en zelfs verzinnen van trends - hypes, zeggen we nu. Zo deed zij al in de jaren '60 aan brocante, waardoor ik een aardige antiekverzameling heb geërfd.
De buren naast het boerderijtje waren Christelijk, erg Christelijk, en nog echte boeren. Ze gingen zondags twee keer naar de kerk en reden de melk pas zondag na middernacht naar de weg. Eerder was verstoring van de sabbat.
Je zou denken dat het stijve, strenge mensen waren, maar het tegendeel was waar. We konden altijd langs komen voor verse eitjes, een maaltje boontjes en een praatje met koffie met warme melk en vellen. We hadden er zo kunnen onderduiken, als dat weer nodig zou zijn.
Mijn ouders pasten zich aan de gewoontes van het dorp aan, de was werd niet op zondag buiten gehangen en de auto ook niet gewassen. De buren wisten dat mijn vader van 'het oude volk' was en deden geen pogingen om ons te bekeren. Ze waarschuwden dat verderop iemand woonde die fout was geweest in de oorlog. Maar ze namen de bijbel letterlijk en waren voor de doodstraf, die boer Maas desgevraagd eigenhandig zou uitvoeren. Hij slachtte ook varkens, dus dat was geen probleem.
Ze bekeerden ons niet, maar toen wij een keer bij hen een boterham kwamen eten en er voor de maaltijd zoals gewoonlijk uit de bijbel werd voorgelezen, was het géén toeval dat Maas psalm 81 voorlas. Daarin wordt het volk Israël gemaand naar God te luisteren, wat het niet doet. Zo krijgt het geen honing uit de rots.
Bij zijn begrafenis werd door de dominee met hel en verdoemenis gedreigd. Die brave Maas, die nooit iemand kwaad had gedaan, moest maar afwachten of hij wel in de hemel kwam. Hij was en bleef een zondaar.
Nee, mijn soort godsdienst is het niet, net zo min als alle fundamentalistische religies die woorden van eeuwen geleden letterlijk nemen en niets ter discussie stellen.
Maar ik probeer niet alle gelovigen over één kam te scheren, sommige mensen zijn aardiger dan hun godsdienst.