Tijdens het lezen van Grijs verleden van Chris van der Heijden zag ik steeds meer hoe hij redeneerde en welke argumenten hij gebruikte om aan te tonen dat het allemaal niet zo erg was in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn voornaamste stelling is: tot de hongerwinter veranderde er bijna niets voor de meeste Nederlanders. Het beeld van de oorlog wordt bepaald door het laatste jaar en dat klopt volgens hem niet.
Van der Heijden noemt het lot van de Joden wel, maar benadrukt dat het leven voor de meeste Nederlanders gewoon doorging. Dat lijkt op wat er nu op dit moment voor de meesten van ons ook aan de hand is met de oorlog in Oekraïne. Het leven gaat door, maar je kunt niet zeggen dat het daarom allemaal wel meevalt qua terreur en onderdrukking.
Nooit schrijft Van der Heijden dat het om een keuze ging, hoe onbewust en onnadenkend ook. Je hoéft niet voor fout te kiezen; niet iederéén deed dat. Daarom betwist ik zijn manier van redeneren, die gebaseerd is op een vooringenomenheid en het constant verkleinen van de daden van de nazi's. Alles wordt die kant op geredeneerd, het kleinste detail wordt gebruikt om aan te tonen dat de daders geen slechte mensen waren. Maar daar gaat het niet om. Als iemand zijn kat aait, maar tegelijkertijd Joden verraadt, gaat het om het laatste. Het eerste wast het laatste niet schoon.
Nu een héél museum deze vergrijzing uitdraagt, zoals het vernieuwde Verzetsmuseum, is er meer aan de hand. Er kwam een storm van protest, gelukkig, over de uitlatingen van directeur Liesbeth van der Horst en conservator Karlien Metz, die alles héél anders wilden brengen met “nieuwe accenten” en “nieuwe perspectieven.” Ze wilden “af van het hokjesdenken” en ook de daders als mens laten zien, omdat je je met alleen zuivere slachtoffers en daders niet met hen zou kunnen identificeren. Dat is dus de bedoeling: we moeten meeleven met een foute politieman, die later gelukkig óók goed was (hondenfluitje: niet de héle Nederlandse politie werkte mee met de nazi's). Hannie Schaft moet haar beul naast zich dulden, want denk je eens in wat die man allemaal moest meemaken: 'terroristen' als Hannie oppakken en vermoorden. Dus goede daders en foute verzetsmensen (drugs, alcohol, overmoed), en ook al heeft de directeur kritiek op Chris van der Heijden, ze is niet tegen 'grijs' en neemt wél zijn hele concept van Nederlanders in oorlogstijd over.
De aandacht voor de nazi's en hun handlangers is natuurlijk absurd voor een museum dat over verzet gaat. Over het woord 'held' dat taboe is geworden, is gelukkig ook overal al kritiek gekomen.
Mijn vader trok in de jaren veertig door bezet Europa om vanuit Engeland met gevaar voor eigen leven mee te vechten voor de bevrijding van de (groot)ouders van die museumconservatoren die vanuit hun beperkte hedendaagse blik bedachten dat hij geen held was. Zijn familie was vermoord, hij wilde de nazi's verslaan die hem dat hadden aangedaan. Om de heldendaden van hem en zijn medeverzetsstrijders zo te ontkennen en te negeren en de nadruk te leggen op hun fouten en overmoedigheid, en tegelijkertijd op o zo goede NSB'ers en andere nazi's, wordt hun nagedachtenis bezoedeld.
Maar de discussie over 'helden' is niet de essentie. Het gaat om iets anders, iets veel gevaarlijkers. Op de website van het museum staat het comité van aanbeveling en wie zien we daar? Behalve Remco Campert en Dick Ernst Claasen, die dus vanuit de hemel nog aanbevelen, staan daar Hans Blom* en Ad van Liempt. De vaders van de vergrijzing, naar wie dus goed is geluisterd in het museum. Het enige doel van deze en andere vergrijzers is het witwassen van de daders door de nadruk te leggen op de fouten van de slachtoffers. Of ze nu wel of niet zelf uit een foute familie komen (de meesten wel trouwens), van objectiviteit is geen sprake. Onder het mom van 'nieuwe perspectieven' wordt de geschiedenis vervalst.
En verder staan daar de bekende bobo's als Theo van Boven, Laurens Jan Brinkhorst en Hedy d'Ancona, die we kennen van het Rightsforum, dat clubje van Dries van Agt dat zó anti-Israël is dat het nauwelijks verhuld antisemitisch is. Ook niet echt de aangewezen personen voor zo'n precair onderwerp als onderdrukking en verzet.
* In een artikel in NRC zegt Hans Blom dat hij "niet direct" (hoe dan wel?) bij de nieuwe opstelling betrokken was. De 'omstandigheden' mogen de daders weer witwassen, en de helden wilden geen held worden genoemd, dus doet hij dat ook niet. Niemand noemt zichzelf een held, maar wij wel. En als toppunt van blaming the victim verwijt hij de critici angst en irritatie.
PS: Verzet tegen het Verzetsmuseum
Na alle verontwaardiging over de nieuwe opzet van het Verzetsmuseum, van links tot rechts, wordt het tijd het museum hierop aan te spreken. Tot nu toe probeert het zich schoon te wassen zonder op alle kritiek in te gaan. Met zulke arrogantie, zonder enige tegenspraak te dulden, mogen zij niet wegkomen. Want is dat geen grensoverschrijdend gedrag?