Ik las in NRC de recensie van Marjoleine de Vos over de biografie van Huub Oosterhuis. Ik heb alleen de eerdere uitgave uit 2013 gelezen, dus weet ik niet wat er in deze recente editie is toegevoegd. Maar uit de recensie en eerdere hagiografieën na zijn dood op 9 april 2023 blijkt dat er weinig of geen aandacht is voor de oorsprong van zijn ideeën.
Het lijkt of Oosterhuis het allemaal zelf heeft bedacht. Het tegendeel is waar. Hij was een leerling van rabbijn Yehuda Aschkenasy z.l., die hij adoreerde en zelfs de Messias noemde. En op zijn beurt werd Oosterhuis kritiekloos geadoreerd door zijn lezers en volgelingen. Over zijn poëzie zal ik niets zeggen, alleen dat het niet mijn smaak is.
Ook was Oosterhuis bevriend met Abel Herzberg z.l., die dacht dat hij Joods was. Dat vond Oosterhuis een groot compliment en het maakte hem trots. Marc van Dijk, de interviewer en schrijver van de biografie die oorspronkelijk veelbetekenend De paus van Amsterdam heette, vraagt hier niet door. Daar had ik graag wat meer over willen weten.
Oosterhuis heeft het Joodse gedachtegoed overgenomen, geïmiteerd en naar zijn hand gezet door Jezus erin te voegen. Van de doden niets dan goeds, maar ik wil dit toch rechtzetten, omdat alwéér de oorsprong van het christendom wordt weggemoffeld. Zelf erkende hij wel de Joodse wortels van zijn liedjes, maar ik betwijfel of de gemiddelde kerkganger die erin kon zien.
Eigen verantwoordelijkheid, gerechtigheid, solidariteit, tikoen olam – het helen van de wereld – en nog veel meer, is joods en wordt eindeloos herhaald in alle joodse teksten. Natuurlijk is het ook universeel denken, maar de manier waarop Oosterhuis het gebruikte heeft hij één op één overgenomen van rabbijn Aschkenasy. Zijn fascinatie grensde aan jaloezie, vond ik.
Dat kwam in 2011 tot uiting in Oosterhuis' speech op de afscheidsbijeenkomst na het overlijden van Yehuda, zoals iedereen hem noemde, met name de Joodse leerlingen van zijn lerngroep, van wie ik er een was. Wij waren de enigen die hem niet adoreerden, maar waardeerden om zijn bijzondere intuïtie en zijn Mensch-zijn. We waren ook kritisch en dat vond hij prima. “Een leraar heeft zijn leerlingen nodig, niet alleen de leerlingen de leraar”, zei hij vaak.
Op die bijeenkomst had Oosterhuis het de hele tijd over “ik en Yehuda” en de leden van de lerngroep keken elkaar aan en dachten er het hunne van. Daar bleek dus ook die jaloezie op het jodendom en dat Oosterhuis eigenlijk ook Joods had willen zijn. Ik heb die kant van Oosterhuis nergens gelezen en ik vind het een omissie.
De afscheidsbijeenkomst voor Yehuda werd gehouden in De Nieuwe Liefde, het gebouw dat Oosterhuis na de Populier, de Balie en de Rode Hoed had opgericht voor diensten en andere evenementen. Ik kijk – nu – op hun website en zie een plaatje met een stuk watermeloen. Dan weet je het wel, en inderdaad, er was op 26 november vorig jaar een bijeenkomst met Palestijnse poëzie en muziek. Oké, maar er staat: “We condemn the brutality that is unleased towards the Palestinian people.” Geen wóórd over de vermoorde Israëli's en de gegijzelden. In de verklaring, die 'Palestina' heet, zegt de Nieuwe Liefde dat ze een inclusief publiek bedienen met internationale verbinding en daarom aandacht besteden aan de oorlog in Gaza. Inderdaad, erg inclusief.