Ben ik nu de enige die het woord 'Jodensterren' afschuwelijk vind? Het duikt de laatste tijd overal op, omdat mensen menen het te mogen gebruiken als protest tegen de coronamaatregelen. Het zijn de gele sterren die de nazi's verplicht stelden voor de Joden, wat een misbruik was van de Davidster, met in nep-Hebreeuwse letters het woord 'Jood' erop.
Op Wikipedia staat het woord tussen aanhalingstekens en met een kleine letter, 'jodenster', bij de uitleg van de Davidster, en met een hoofdletter bij het eigen lemma. Onduidelijk dus.
De aanduiding dat je een Jood was, werd door de nazi's opgelegd. Daarom is het zo kwetsend om deze ster Jodenster te noemen. Alsof het een ster ván Joden was in plaats van voor Joden.
Denk aan andere beledigende en kwetsende aanduidingen, met als toppunt de n*zoen. Toen we die gebruikten waren we ons van geen kwaad bewust, al is dit geen excuus. Door protest ertegen en voortschrijdend inzicht is dit niet meer van deze tijd.
Het vreemde bij de J/jodenster is echter dat die nooit zo werd gebruikt, men duidde hem aan als gele ster of misschien als Davidster. Het is dus van de laatste tijd, sinds corona. Het gebruik ervan wordt verafschuwd, er is veel protest tegen; al zijn er mensen die het heel terecht vinden om de QR-controle te vergelijken met de nazistische wetten. Die mensen zie je vooral in het nieuws en ze weten hoe je op kunt vallen met extreme uitingen. Een gebrek aan historische kennis of gewoon aan empathie?
Daar bovenop komt nu de term 'Jodensterren', ook van 'gewone' journalisten, die zich van geen kwaad bewust zijn. Daarom protesteer ik heftig tegen deze sluipende gewoonte om een voor Joden kwetsend woord te gebruiken.
PS
Sjoerd de Jong, de ombudsman van NRC wees mij er op dat Presser het woord weliswaar al gebruikte.
In Ondergang van J. Presser (1965) is een hele paragraaf met de titel Jodenster (eerste deel, pagina 218-231) – met een illustratie die als onderschrift heeft “Het knipmodel van de Jodenster”. Presser citeert uit een Polizeiverordnung van 1 september 1941 de aanduiding “gele ster”; (p. 219), maar ook “Jodenster” uit een bekendmaking van 29 april 1942 (p. 220).