Judith Koelemeijer, de biografe van Etty Hillesum, was in de plaatselijke boekhandel om over haar boek* te praten. Ik was benieuwd, omdat ik al lezend steeds meer vragen had. Het publiek bestond vooral uit 70+ dames en ik begreep al gauw waarom. De schrijfster begon te vertellen dat zij zich, toen het dagboek van Etty uitkwam in de jaren tachtig, zo had herkend in Etty. Dezelfde onzekerheid, wisselende stemmingen, somberheid, relatieproblemen. De zaal knikte instemmend.
Vreemd hoor, ik had dat helemaal niet, ik vond het toen een mooi boek over een Joods meisje met veel problemen, dat zich overgaf aan een handlezende therapeut. Dáár begreep ik niets van.
Judith Koelemeijer vertelde over de ontstaansgeschiedenis van haar boek en wat zij allemaal voor nieuws had ontdekt. Er waren via de kinderen van de vrienden van Etty onbekende foto's en een dagboek van een vriendin ontdekt, die veel duidelijkheid gaven over Etty buiten haar dagboek om. Net als in het boek gaf de schrijfster geen oordeel over Etty en haar omgeving; ze beschreef wat er gebeurde en hoe anderen Etty zagen. Dat is wat een biografie hoort te doen en deze is heel goed door al het onderzoek dat de schrijfster heeft gedaan. Haar stijl is ook boeiend, ze is een goede vertelster en kijkt als een journalist naar de feiten.
Maar wat mij meteen opviel, is dat zij van buitenaf naar Etty heeft gekeken. Het was natuurlijk een andere tijd, maar belangrijker, ze kijkt als niet-Jood naar de Joodse familie en vrienden en mist dan belangrijke nuances.
Het begint met de moeder van Etty, Riva Bernstein, een Joodse vrouw, die als meisje voor de pogroms uit Rusland moest vluchten. De schrijfster noemt haar consequent Russisch, en al haar eigenschappen zijn volgens haar dus ook Russisch, zoals haar felle temperament. Dat zij een typische Jiddische memme is, ontgaat haar. Voor Koelemeijer is het dus normaal dat de omgeving in het vooroorlogse Deventer haar gek vindt, veel te extravert voor de gewone Hollandse inwoners van het provinciestadje. Etty noemt haar moeder zelf ook Russisch, want dat ze Joden waren sprak vanzelf. Russische Joden zijn ook duidelijk anders dan de Nederlandse, zoals haar vader. Die had dan weer 'Amsterdamse' humor, schrijft Koelemeijer, zonder te beseffen dat die duidelijk geïnspireerd is door de Joodse humor en niet andersom.
Ik sprak de schrijfster na afloop van de lezing hierover aan. Ik heb familie die oorspronkelijk uit Rusland komt, dus ik herken veel. Ik vroeg haar of ze Joodse meelezers had gehad en daar raakte ze een beetje van in verwarring. Ze noemde Manja Pach, die in Deventer het Etty Hillesum Centrum heeft opgericht, maar die had niet meegelezen.
Koelemeijer erkende dat ze dat had gemist, maar wilde toch niet alle Russische vermeldingen vervangen door Joods-Russische. Dat is haar goed recht, maar voor mij maakt het ontbreken van die kleine nuances toch dat de beschrijving van Etty en haar leven niet compleet is.
Tegenwoordig komt er kritiek op een biografie of ander boek dat is geschreven door een buitenstaander, dat wordt dan culturele appropriatie genoemd. Zie ook de rel over de vertaling van het gedicht van Amanda Gorman. Volgens mij kan het wél, maar er zouden eigenlijk altijd meelezers moeten zijn om de schrijver voor fouten te behoeden.
Ook miste Koelemeijer dat de beleving van religie door Etty zo typisch Joods is. Voor Etty is God in haarzelf, duidelijk de kleine stille stem van Elia uit I Koningen 19:12. Tegelijk is God in alles en is God vooral één. Haar persoonlijke ‘Sjema’, dat ze toch zeker moet hebben gekend.
Dat krijg je dus met een buitenstaander, hoe goedwillend ook. Tegelijk spreekt Etty, net als Anne Frank iedereen aan, ze beschrijft iets universeels op zo'n manier dat het herkenbaar is. Dat is mooi, maar het gevaar is dat men met haar op de loop gaat, zich haar toe-eigent. Dat voelde ongemakkelijk in de boekhandel, al die keurige dames die met een christelijke of seculiere blik naar dat bijzondere meisje keken en geen enkel besef hadden van hoe het werkelijk was. Ze knikten ook instemmend toen Koelemeijer de Joodse Raad noemde, waar Etty een baantje had. Die zorgde toch voor de deportaties, zei ze, net als in haar boek heel kort door de bocht, zonder enig gevoel voor de omstandigheden.**
Het werd helemaal pijnlijk toen Koelemeijer de seksuele escapades van Etty noemde op een nogal badinerende wijze. Er ging gelach op in de zaal, men vond het hilarisch dat Etty met iedereen het bed in dook. Ik vond dat niet om te lachen, ik zag het vooral als een steeds weer zoeken naar bescherming, veiligheid en liefde van een beschadigd meisje. Ze kwam uit een onveilig gezin met twee geesteszieke broers, maar ook de tijd was natuurlijk extreem onveilig. Niet alleen de jaren veertig, maar ook daarvoor, de crisistijd en de opkomst van Hitler.
Ik vroeg Koelemeijer ook naar de verhouding van Etty met de zogenaamde therapeut en handlezer Julius Spier. Etty was totaal in de ban van deze man, die door anderen griezelig werd gevonden. Hij had een kring van onzekere, labiele meisjes om zich heen, die hij door zijn mensenkennis en charisma aan zich bond. In zijn verhouding met hen was er fysiek contact, er werd geworsteld, iets wat ook door Judith werd erkend als tegenwoordig absoluut ontoelaatbaar.
Ik zei haar dat Etty volgens mij nog had geleefd als ze Spier niet had ontmoet. Zijn on-Joodse filosofie van Lijden en opoffering maakte dat Etty niet wilde onderduiken, maar haar volk wilde helpen tot het uiterste. Dat is natuurlijk niet te bewijzen, ook de onderduik garandeerde geen overleving, maar de kans was wel groter geweest. Koelemeijer wees er op dat Etty's vriendin Leonie wel ging onderduiken en zo de oorlog overleefde. Zij had zich wél van Spier losgemaakt. Maar Etty had zich met huid en haar overgeleverd aan deze man, die haar aan het lijntje hield en misbruik maakte van haar afhankelijkheid.
Al lezend kreeg ik steeds meer medelijden met Etty. Arme Etty, zo zoekend naar bescherming en dan gebeurde er juist het tegendeel. Ze ging vrijwillig de dood tegemoet. En na haar dood is ze nu een icoon voor al die zoekende, onzekere vrouwen (en waarschijnlijk ook mannen) die Etty's opoffering en Lijden (hoe christelijk wil je het hebben?) bewonderen en blind zijn voor de echte tragedie: een meisje in de klauwen van een meedogenloze narcist.
* Judith Koelemeijer, Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven, uitgeverij Balans, 2022.
** Zie mijn column over het boek van Laurien Vastenhout.