Toen ik op bezoek ging in het katholieke ziekenhuis waar mijn zusje was geboren, durfde ik eerst niet naar binnen. Met mijn hoofdje (ik was vier) tegen de jas van mijn vader gedrukt liep ik door de gangen naar mijn moeder en zusje. Maar zelfs in de kamer durfde ik niet te kijken. Want boven elke deur hing een blote man aan een kruis. Zelfs op mijn vierde begreep ik dat dat gruwelijk was.
Toen ik zelf beviel, weer in een katholiek ziekenhuis, kon ik het kruis (gelukkig zonder man) van de muur halen en in de kast leggen.
Ik heb dus een oud trauma, al loop ik tegenwoordig wel een mooie Franse kathedraal binnen om een architectonisch wonder te zien en soms zelfs iets van spiritualiteit te ervaren. Niet in Spanje, daar zijn de kerken donker en zwart en word ik claustrofobisch. Zouden de Citroenen dan toch een Sefardische achtergrond hebben?
Dat kruisbeeld, de nadruk op het lijden, ik heb het nooit begrepen. Een kruisje om je nek, een martelwerktuig, vreemd.
Dat wordt mij in NRC uitgelegd door Marleen Anthonissen, pastoraal medewerker in Jeruzalem. Zij ziet in het hele Midden-Oosten een grote acceptatie voor het lijden. Vreemd genoeg volgens haar dus ook in het Jodendom, waar ze het koppelt aan het vasten. Als je in Jeruzalem woont en je nooit hebt verdiept in het Jodendom, heb je wel erge oogkleppen op.
Het Jodendom legt de nadruk op het leven, niet op de dood. En vasten doe je niet om te lijden, maar om je leeg te maken van wereldse zaken en je op het hogere te richten. Je doet het ook maar een etmaal, niet veertig dagen zoals Marleen zo prachtig vindt. Ze denkt dat wij in het Westen bang zijn voor ziekten en lijden, “we gaan de diepten van het lijden niet bewust aan.” Help, je wentelen in ellende, hoe kom je erop? Als je in zo'n periode zit, heb je meer aan je focussen op wat wel goed gaat, aan vriendelijke woorden en kleine gebaren.
Nooit klonk “Veel sterkte gewenst” prettiger dan na het overlijden van mijn moeder. Ja, dat had ik nodig, geen zwelgen in verdriet om nog meer in de put te raken. Dat merk ik ook bij sommige seculiere crematies of begrafenissen, er is verdriet, de overledene wordt herdacht, er is nog meer verdriet, en dan mag je aan de koffie met cake. Ik word daar erg depri van, een afscheid zonder troost voor de nabestaanden, geen psalm of ander mooi gedicht.
Het ergste dat ik ooit meemaakte was het lied 'Je vole', een Frans chanson, dat niet over de dood gaat, maar in de context van een begrafenis des te harder aankomt:
Mijn lieve ouders, ik vertrek/ Ik houd van jullie, maar ik vertrek/Jullie zullen vanavond geen kind meer hebben/Ik vlucht niet, ik vlieg…
Maar na de dal van het lijden komt de vreugde over de opstanding van Jezus des te dieper in haar hart, zegt Marleen.
Ik vind het nogal masochistisch, behoorlijk calvinistisch, en het leidt volgens mij tot depressie en vluchten in kortstondig genot. De nadruk in het Westen ligt tegenwoordig inderdaad op 'genieten', daar heeft Marleen gelijk in, misschien dat dat inderdaad komt door de christelijke cultuur, waar dat niet mocht.
In het Jodendom gaat het leven vóór alles en geniet je bewust op sjabbat en de feestdagen, met lekker eten en een glas wijn. En gelukkig hebben wij het Kaddisj. Een gebed zonder dood of lijden, dat laat zien dat er meer is dan alleen onze onvolmaakte wereld. Dat vind ik heel wat troostrijker dan de diepten van het lijden opzoeken.