Ik lees het interview met de nieuwe directeur van Joods Maatschappelijk Werk, Judith Meijer. Zij vertelt dat zij het negatieve standpunt over Israël van GroenLinks, de partij waar zij lid van is, niet kende voordat er in Joods Nederland ophef over kwam. Het klinkt nogal naïef: je wordt lid van een partij, omdat je het in principe met hun standpunten eens bent; je kunt er niet eentje (en nog wel een belangrijke voor Joods Nederland) negeren. Judith Meijer is benoemd vanwege haar professionaliteit, de nesjomme was minder belangrijk, lijkt het.
Ik denk terug aan de tijd van Wilma Stein, de directeur vóór Hans Vuijsje. Zij had oog en oor voor de naoorlogse generatie die onder haar hoede én door de bezielende leiding van Nicolienne Wolf van de afdeling Samenlevingsopbouw een plaats en een stem kreeg in Joods Nederland.
In die tijd, begin jaren negentig, was er heel veel mogelijk. Er waren de Woudschotenconferenties en de congressen, die vele veraf staande Joden (de 'randjoden', zoals ze door JMW werden genoemd) weer voorzichtig met het Jodendom lieten kennismaken. Vooral 'Over zwijgen gesproken – Bouw een Brug naar de Toekomst', het grote congres met de verschillende generaties, dat in 1995 werd georganiseerd door Reynoud van Ginkel in het Haagse Congresgebouw, was een prachtig evenement.
Ik mocht samen met Corinne Falch de congreskrant maken en daar gingen we voor op pad om van tevoren allerlei mensen te interviewen. Wilma en Nicolienne vonden dat wij het helemaal niet zo groots hoefden aan te pakken, zij dachten meer aan een A4tje per dag. Maar wij waren enthousiast en gingen in onze jeugdige overmoed gewoon onze gang met Gesher, de Brug, zoals wij onze driedaagse krant hadden genoemd. Dan hadden ze maar geen professionele journalisten moeten vragen …
Het was de tijd dat de computer nog in de kinderschoenen stond, alleen Wilma had er een op haar kamer. Maar wij vonden dat wij echt een pc nodig hadden en hebben toen die van haar uit haar kamer ontvoerd. Ze pruttelde wat, maar uiteindelijk gaf ze toch toestemming. Op het congres renden we van hot naar her om elke dag het nieuws op tijd in de krant te krijgen. Wat een enthousiasme, wat een energie was er. Die ontlaadde zich op de laatste middag in een vrolijke rondedans door de hal op de muziek van de Klezmatics. Mooie tijden.
Of de brug tussen de generaties er echt kwam, dat denk ik niet. Er waren teveel hindernissen, de meeste survivors konden hun verhalen niet met hun kinderen delen, soms wel met hun kleinkinderen. Wel heeft de tweede, naoorlogse generatie het gevoel gekregen serieus te worden genomen, onze problemen kregen eindelijk aandacht. Dat is de bijzondere verdienste van JMW.
Wat nu? Onze generatie heeft de AOW-leeftijd bereikt, er zijn weer nieuwe generaties gekomen. Het zou goed zijn om die ook met elkaar (en met ons) in gesprek te brengen. Een mooie taak voor de nieuwe directeur van JMW.