Het was een week vol herdenkingen van het feit dat Ischa Meijer 25 jaar geleden overleed. Ik heb hem niet persoonlijk gekend, al zaten er vele handshakes between him and me, zoals dat zo plastisch heet in het Engels. Als ik boodschappen ga doen, zie ik het huis waar hij is opgegroeid, zijn moeder zag ik bij de plaatselijke slager en ik zat op de lagere school met een van zijn exen.
Er verschijnen boeken en herdrukken van en over hem. Conny Palmen zat bij De Wereld Draait Door over haar grote liefde te vertellen. Was dat echt wederzijds, vroeg ik me weer eens af. Toen haar boek I.M. verscheen had ik dat ook. Dus nu weer. Ook over die vele mensen die lyrisch over hun persoonlijke band met Ischa praten, “met hem aan de haal gaan”, zoals iemand het geïrriteerd uitdrukte, heb ik mijn twijfels. Waarom?
Al die verhalen gaan over zijn vreselijke ouders, die al hun kinderen verstootten, net als zijn pogingen hen voor zich te winnen. Het eeuwige jongetje “dat alles goed moest maken”. En dat lukte nooit. Nee, natuurlijk niet. Dat kan een kind niet en dat hoeft een ook kind niet. Maar al die verhalen zijn persoonlijke verhalen alléén over Ischa, over één getraumatiseerd gezin. Oh, die arme Ischa, die slechte ouders, wat een drama was het toch.
Er wordt in de vele artikelen niet of nauwelijks verwezen naar het trauma van álle Joodse overlevenden en hun kinderen, terwijl dat de sleutel is voor het hele verhaal van Ischa.
Hij was geboren in de oorlog, een baby die dus geen enkele vorm van hechting en veiligheid had gekend en alleen doodsangst om hem heen moet hebben gevoeld. Zijn ouders waren ook zwaar getraumatiseerd, net als al onze ouders. In vele gezinnen kwamen er breuken voor, ruzies die nooit werden uitgepraat, ouders en kinderen die elkaar nooit meer wilden zien tot de dood er op volgde.
Want wie kon er na de oorlog nog een echte band opbouwen, echt houden van iemand? Als je je geliefden bent kwijtgeraakt door brute moord, kun je dan nog onvoorwaardelijk liefhebben?
Ik weet zeker van niet. Dus dat kon Ischa ook niet. Hij kon wel goed mensen voor zich innemen met die charme van 'foute' mannen, waar je voor valt of je wilt of niet. Ikzelf herken ze te goed, dus draaien ze zich om als ik niet reageer, altijd weer grappig om te zien.
Niet voor niets had Ischa zoveel exen, hij kon zich niet binden. Conny Palmen was de laatste, je weet nooit hoe het gegaan was als Ischa niet zo jong was overleden. Maar ik heb wel een vermoeden …