Op één van de JMW-conferenties voor de naoorlogse generatie kwam ik jaren geleden in gesprek met een Nederlandse intellectueel. Een ouderwets woord tegenwoordig, maar ik vind het nog steeds een eretitel, een titel die je niet alleen via een universitaire studie kunt bereiken. Het gaat om veel meer: eruditie, betrokkenheid, een kritische houding. Ze zijn er natuurlijk nog wel, maar gaan vaak ten onder in de straatvechtersmentaliteit van de huidige media, de goede uitgezonderd.
Deze generatiegenoot bekende, een beetje besmuikt, dat hij lid was van een orthodoxe gemeente. Ik was verbaasd. Hij, links, progressief, atheïstisch zelfs? Ja, maar hij wilde Joods begraven worden.
Ik hoor het ook van andere kennissen. Ze willen begraven worden bij hun familie, tenminste bij degenen die voor of na de oorlog wel een graf hadden gekregen. Daarom waren ze lid van een club, waarvan ze de ideeën niet ondersteunden, ja zelfs tegenspraken, in theorie en in de praktijk.
Op een familiedag bezochten we een keer Muiderberg. Daar liepen we met meer dan vijftig familieleden verspreid over de begraafplaats, op zoek naar onze voorouders. Ik vond Lena Citroen, mijn bet-overgrootmoeder, gestorven in 1871 op 44-jarige leeftijd bij de bevalling van haar 15e kind. Vlakbij haar was het graf van de voorvader van één van mijn neven. Deze neef, een krasse bijna honderdjarige, zei het Kaddiesj voor alle familieleden, ook voor degenen die geen graf hadden, maar naamloos in de vernietigingskampen waren vermoord. Het was een ontroerende ervaring, alsof ze alsnog een rustplaats hadden gekregen.
Bij Lena was geen plaats meer, maar op het grasveld verderop nog wel. In de buurt van Henriette Boas en andere bekende namen. En nog meer misjpoge, (oud)tantes en ooms, (achter)nichten en neven, en ouders van vrienden.
Maar wat moest ik daarmee? De beheerders van de begraafplaats willen mij, kind van alleen een Joodse vader, er niet bij hebben en ik zie mij niet een uitputtende gioer doen, alleen om op Muiderberg begraven te worden. Dan zou ik moeten afzien van al mijn ideeën en opvattingen over mijn soort jodendom. En dan nog zou ik niet geaccepteerd worden.
Waar is de Joodse begraafplaats waar je zelf mag kiezen of je er wilt liggen en met wie? Want na de dood kun je ook nog gescheiden worden van je niet-Joodse familie.
De intellectueel was het met mij eens, maar ja, Joods begraven worden telde voor hem zwaarder dan de vrouwen discriminerende, ondemocratische regels van de club waar hij lid van was. Zo blijven die in stand. Iedereen wil het anders, maar niemand doet er wat aan.