Een straatnaam

Renée Citroen

vrijdag 19 januari 2018

Er is een discussie over de omgang met ons slavernijverleden, onder andere in NRC. Straatnamen en standbeelden uit het verleden verwijzen naar personen van wie wij, of tenminste sommigen in Nederland, nu vinden dat ze niet meer passen in ons heden. Het waren slavenhandelaren, gewelddadige krijgsheren et cetera, die ook nog vaak antisemieten waren. Anderen vinden dat de afstammelingen van slaven niet zo moeten zeuren. 'Ze' willen onze helden van ons afpakken en het is al zo lang geleden, toch?

Alsof leed van voorouders niet meer telt, alsof de geschiedenis ons niet leert dat we steeds anders tegen het verleden aankijken, zodat we kunnen corrigeren wat we eerder niet als fout zagen.

Zo is het woord neger een scheldwoord geworden, terwijl ik vroeger met veel plezier de verhalen van Sjors en Sjimmie las en vrolijk 'Moriaantje zo zwart als roet' zong. Ga ik dat dan ook aan mijn kleinkinderen leren? Nou nee. Rekening houden met de gevoeligheden van anderen, dat leer ik ze. Straks wil ik toch ook niet dat mijn kleinkinderen de Sjoa afdoen als gezeur: dat is al zolang geleden, houd er toch eens over op.

Wat de straatnamen betreft: de Stalinlaan is ook al tijden omgedoopt, hoewel er in Rusland nog veel fans van hem zijn. Dat vinden we vanzelfsprekend, en ook dat Mussert nooit een straatnaam heeft gekregen.

Maar een nieuw standbeeld of een nieuwe straatnaam voor een omstreden persoon? Hoe kom je erbij? Dat vroeg ik me ook af toen de gemeente Bloemendaal straatnamen bedacht voor een nieuwe wijk. Ze kwamen met Gezina v.d. Molen en haar partner Mies Nolte. Die moesten worden geëerd als grote verzetshelden. Dat waren ze ook, maar na de oorlog lag dat heel anders.

Gezina besliste welke van de weinige Joodse overlevenden hun kinderen, als die het ook hadden overleefd, terug mochten krijgen. Sommige pleegkinderen moesten bij hun christelijke pleegouders blijven. Zij mochten geen enkel contact met de Joodse gemeenschap hebben, cadeautjes van Joods Maatschappelijk Werk werden teruggestuurd.

De gemoederen liepen hoog op, toen, en ook nu weer in Bloemendaal. Dit speelde in 2014/15, de gemeenteraad besliste eerst wel, toen niet en daarna weer wel dat het straatnaambord er kwam. Als doekje voor het bloeden met een uitleg erop over Gezina's weldaden. En haar andere kant? Nou nee, dat was niet de bedoeling.


Aanvullende tekst bord: Actief in het verzet in de periode 1940-1945. Mede oprichter van het illegale blad Trouw 30-1-1943

Een van de gebruikte argumenten in de gemeenteraadsvergadering: “Joden hoeven daar toch niet te wonen of door die straat te lopen.” Het (tijdelijke) bord staat er nog steeds.

Ik fiets er vaak langs op weg naar het station, en voel dan woede en verdriet. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van een straatnaambordje?

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2024

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015