In De Groene Amsterdammer van 26 april stond een aardig artikel van Margalith Kleijwegt over Blanes, de linkse Joodse actiegroep van eind jaren ’80, toen de naoorlogse generatie op zoek ging naar een eigen identiteit en zich probeerde los te maken van de oorlogstrauma's van haar ouders.
Ik zag mezelf staan op de cover van het blad dat Blanes maakte, waar ik in de redactie zat. Een foto van de eerste (en laatste) demonstratie waar ik (tweede van rechts) ooit aan meedeed. Ik was niet zo'n actievoerder, ik schreef liever stukjes. Wat waren we nog jong!
Ik dacht terug aan die tijd. Er was nog niets op Joods seculier gebied en ik greep Blanes aan om 'iets Joods' te doen. Blanes, “van binnen mot je kijke” was het motto, dat afkomstig was van de beroemde circusdirecteur Blanus, die dat riep om mensen zijn tent binnen te lokken.
Ik blader de oude tijdschriftjes door. Wat een lange, gedegen artikelen over vluchtelingen, Israël, zionisme, Schengen, antisemitisme. Serieuze artikelen, die over alles gingen behalve onszelf. Dat vond ik niet genoeg en toen er een nummer kwam over Joodse identiteit, greep ik de kans aan om een verhaal te maken over de mensen met wie ik in een JMW-praatgroep voor de tweede generatie had gezeten. Mooie verhalen over onze worsteling met het jodendom, onze ouders en hoe het nu verder moest. Terugkijkend hebben we samen veel verwerkt en hebben we veel geleerd. We hebben onze Joodse identiteit vormgegeven, ieder op eigen wijze.
De Blanes-mensen kijken nu terug en ook zij worstelden met hun verleden en probeerden daar mee om te gaan. Ze waren seculier en links, en al hadden ze één keer een mooie seder georganiseerd in het Joods Historisch Museum, geleid door Ido Abram z.l., toen het plan kwam om ook samen Chanoeka te vieren, kwamen er protesten. Het moest niet té Joods worden. Terwijl Chanoeka natuurlijk dé gelegenheid is om het over je Joodse identiteit te hebben. Maar dat kwam duidelijk te dichtbij.
Nu lees ik dat ze onderling wél praatten en zelfs een soort 'therapiegroep' waren. Dat zag ik toen niet terug in het blad, waar het dus nooit over henzelf ging, of over de problemen in Nederland, maar altijd veilig ver weg.
Ik herinner me een etentje bij Daphne Meijer na een redactievergadering, waar opeens ruzie ontstond. Waarover? Iets kleins waarschijnlijk, maar de sfeer aan tafel was te snijden. Loodzwaar zwijgen, dat me opeens teveel werd. Dit was wat ik thuis meemaakte en zij deden het precies zo. Dat waren zij ook gewend en herhaalden dat letterlijk. Ik ben opgestaan en weggegaan. Ik kon er toen zelf ook niet mee omgaan.
Later kwam JONAG, de organisatie voor de naoorlogse generatie, waar wél ruimte was om je eigen emoties en verhalen te delen. En niet veel later werd Beit Ha'Chidush opgericht voor wie progressief religieus jodendom wilde beleven. In het interessante internet-magazine De Vrijdagavond schrijft Bloom (alias Wanda F. Bloemgarten) over die beginjaren, die mij weer terugbrengen naar die tijd vol enthousiasme en vernieuwing.
Ik zag de Blanes-mensen terug in 2018 op de herdenkingsbijeenkomst voor Evelien Gans z.l., alsof er niets was veranderd. Maar natuurlijk zijn we dat wel, ouder en wijzer (?) geworden.