Grappig dat collega columniste Eva van Sonderen vorige week over het programma met de vreselijke naam 'Rot op met je religie' begon. Ik heb het ook gezien en vond het behoorlijk eenzijdig. Christen, moslim, atheïst en Jood gingen in discussie. Er moest vooral heftig worden gereageerd op elkaar met extreme standpunten. Dat schijnt tegenwoordig te horen op tv, maar het laat de meningen alleen maar escaleren. Dat de Joodse deelneemster Sheila Gogol rustig bleef, was dus te prijzen, maar daardoor werd het Joodse standpunt niet altijd duidelijk. De deelnemers gingen naar een kerk en een moskee, maar er was geen sjoel te zien. Er stond een menora op tafel zonder uitleg. Ze hadden samen een sjabbatmaaltijd kunnen houden, maar nee. Vreemd. Of was dan de overtuigde atheïst helemaal over de rooie gegaan? We weten het niet.
Wel kwam de besnijdenis aan bod, zoals Eva al schreef. Weer geen Joodse, maar de islamitische besnijdenis komt op hetzelfde neer, al dacht ik dat het dan om zeven- of achtjarige jongetjes gaat. Hier werd een veel jonger kind besneden. Op Google lees ik dat het voor de puberteit moet gebeuren. Op je zevende besneden worden, lijkt mij behoorlijk traumatisch en dus een argument om tegen te zijn.
Ik ben ooit bij een Joodse besnijdenis geweest, bij de moeder thuis en heb toen niet gekeken. Maar ik keek ook al nooit als mijn kinderen moesten worden ingeënt, dus aan mij heb je op dat punt niets. Het was verder een mooie ceremonie; het jongetje huilde maar even en daarna was het feest. Toch heb ik mijn bedenkingen.
Van progressieve rabbijnen heb ik geleerd dat je tradities altijd kunt vertalen naar de moderne tijd. Je moet de oude verhalen aanpassen, omdat de wereld door voortschrijdend inzicht en nieuwe ontdekkingen niet meer hetzelfde is als vijfduizend jaar geleden.
Daarom zou ik het besnijdenisritueel ook willen aanpassen. Een gelijk ritueel voor meisjes en jongens, een naamgevingsritueel, dat is niet pijnlijk en niet onomkeerbaar en laat de jongen vrij om later zelf te beslissen. Dat schijnt 'een fluitje van een cent' te zijn, heb ik ooit gehoord.
Dat in de Verenigde Staten en in Zuid-Amerika jongetjes meteen na de geboorte worden besneden uit hygiënisch oogpunt, zou een argument vóór kunnen zijn, maar dan blijft de vrije keuze ook buiten spel. Van mijn neef uit Venezuela hoorde ik trouwens dat babymeisjes daar meteen gaatjes in hun oortjes krijgen met een gouden ringetje erin.
Wil je de besnijdenis niet helemaal afschaffen, dan kun je ook een symbolisch sneetje maken, als je zo nodig iets met bloed wilt doen.
Rabbijn Nathan Lopes Cardozo pleit in het NIW voor vernieuwing en verandering. Dit zou een mooi begin kunnen zijn.