Het kan dus wèl. Spreken over Israël met een onwrikbare aanhankelijkheid en tegelijkertijd de gedachte uitspreken dat je – als de Palestijnen met geweldloze middelen hun land zouden opeisen – niet anders kunt dan je solidair met hen voelen.
De gehechtheid aan Israël was bijna tastbaar afgelopen zondagmiddag in Felix Meritis bij de oprichtingsvergadering van JCall-Nederland. Salomon Bouman sprak zijn zorg uit over de uiterst precaire situatie waarin Israël verkeert. Volgens zijn informatie staan de Palestijnen, geïnspireerd door de Arabische revolte en gemobiliseerd via Facebook, op het punt om hun mogelijk meest effectieve wapen in te zetten: een massale, geweldloze mars op Jeruzalem.
De verleiding voor Israël om te reageren met geweld zal enorm zijn, maar dat zou fatale gevolgen hebben, aldus Bouman. Het zou de Arabische emancipatiebewegingen definitief het anti-Israëlische karakter geven dat zij nu nog niet hebben. En Netanjahoe zou dat goed beseffen.
Abram de Swaan maakte duidelijk dat erkenning van Israëls bestaansrecht conditio sine qua non is voor welk gesprek dan ook, met wie dan ook. En je kon uit zijn woorden begrijpen dat hij, bij alle 'misdragingen' van Israël, trots is op de rechtsstatelijke verworvenheden, de democratie en de vrije nieuwsgaring in het land.
Maar juist in zo’n land, aldus De Swaan, kunnen grootschalige geweldloze acties een enorm effect hebben. Een open democratie is daarin veel kwetsbaarder dan een dictatuur. “Joost mag het weten, of de terroristen, waarom dat middel nog niet gebruikt is op een grote schaal”.
En àls dat dan gebeurt, zegt De Swaan, dan kan hij niet anders dan dat toe te juichen omdat hij begrip heeft voor dat andere volk dat ook recht heeft op een eigen territorium. De zaal begreep precies wat hij bedoelde.