Ieder die contact krijgt met een groot man wandelt met hem de onsterfelijkheid in, schreef Isaac Bashevis Singer in zijn vertelling Een vriend van Kafka. Het geldt ook voor de vrouwen rond Kafka. Zo publiceerde Michael Kumpfmüller in 2011 zijn roman Die Herrlichkeit des Lebens, over de liefde tussen Kafka en Dora Diamant. En vorig jaar verscheen Kafka in Love van Jacqueline Raoul-Duval. Van dit oorspronkelijk in het Frans geschreven boek over de liefdes van Kafka is één hoofdstuk gewijd aan Milena Jesenská (1896-1944). Steve Sem-Sandberg, bekend door De onzaligen van Lodz, schreef al in 2003 de roman Ravensbrück die deze maand bij uitgeverij Anthos in een Nederlandse vertaling van Geri de Boer zal verschijnen. Die moet ik dus nog lezen. In deze column loop ik daar al op vooruit.
Ravensbrück krijgt als ondertitel Een duizelingwekkende roman over Milena Jesenská. Daar ben ik blij om want in de titels van boeken over Milena wordt vaak aangehaakt bij haar heftige maar kortstondige relatie met Kafka. Commerciële overwegingen zullen daaraan niet vreemd zijn. Kafka’s Milena is de Engelse titel van het boek over Milena, geschreven door haar dochter Jana Černá. Ook Margarete Buber-Neumann gaf haar boek als titel mee Milena, de vriendin van Kafka, hoewel slechts 15 van de ruim 200 bladzijden over Milena en Kafka gaan.
Ik heb altijd veel bewondering gehad voor vrouwen als Milena Jesenská en Lou Andreas-Salomé. En dat niet alleen omdat zij hun bekendheid ontlenen aan de omgang met belangrijke mannen van hun tijd, Milena Jesenská met Kafka en Lou Andreas-Salomé met Nietsche, Rilke en Freud. Wie zich in hun levens verdiept, bemerkt al gauw dat zij dan te kort worden gedaan. Milena Jesenská en Lou Andreas-Salomé, op haar kom ik nog een keer terug, zijn het waard herinnerd te worden om de eigen persoonlijkheid. Bovendien is juist in dat licht de relatie van Milena met Kafka zo interessant. Milena was in die relatie de sterkere, schrijft Reiner Stach in zijn biografie van Kafka (Die Jahre der Erkenntnis). Voor het eerst, aldus Stach, had Kafka de kans op een relatie mit einer sinnlich, seelisch, intellektuell ebenbürtigen Frau.
De brieven van Kafka aan Milena zijn overgeleverd. Daarin kunnen we hun liefdesrelatie volgen. De brieven van Milena aan Kafka zijn echter verloren gegaan. Toch kunnen we ook van haar een goed beeld krijgen. Buber-Neumann, die tegelijk met Milena als gevangene in het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück verbleef, tekende van haar een liefdevol en indringend portret. Andere brieven van Milena zijn wel bewaard gebleven en door Alena Wagnerová bij Fischer Taschenbuch Verlag uitgegeven: Die Briefe von Milena, “Ich hätte zu antworten tage- und nächtelang”. Daarin zijn de brieven van Milena aan Max Brod te vinden. Bovendien verscheen bij Verlag Neue Kritik onder de titel Alles ist Leben haar Feuilletons und Reportages 1919-1939 met het in memoriam dat zij al twee dagen na het overlijden van Kafka schreef.
In afwachting van het verschijnen van het boek van Sem-Sandberg beperk ik mij vandaag tot enkele opmerkingen over Kafka en Milena.
Kaffeehaus Arco
In zijn eerste brief aan Milena schrijft Kafka:
Milena was afkomstig uit Praag maar woonde met haar man Ernst Polak in Wenen toen zij Kafka begin 1920 aansprak in het bekende Praagse café Arco. Eén van diens verhalen had zij al in het Tsjechisch vertaald en zij vroeg toestemming om ook zijn andere verhalen te mogen vertalen. Milena was toen nog geen 24 jaar oud maar had al een bewogen leven achter zich. Zo had haar vader haar in een inrichting laten opsluiten omdat zij, nog minderjarig, met Ernst Polak wilde trouwen, niet alleen tien jaar ouder maar ook nog eens een Jood. Toen zij meerderjarig was, zette zij dit huwelijk alsnog door.
Milena Jesenská
Dit is de bekendste foto van Milena Jesenská, afgedrukt op de voorzijde van haar brievenboek en van haar boek met feuilletons en reportages. Volgens Buber-Neumann moet een jeugdvriend over haar hebben gezegd: Milena was heel mooi, slank, niet teer, maar met een jongensachtige strakheid over zich. Anderen, onder wie Willy Haas, noemen haar in één adem hartstochtelijk en verstandig.
Kafka en Milena hebben elkaar in een periode van zo’n acht maanden, van april tot november 1920, maar twee keer persoonlijk ontmoet, eerst enkele dagen in Wenen en daarna nog een keer, maar voor een veel kortere tijd, in de grensplaats Gmünd. Ze schreven elkaar echter vrijwel dagelijks.
De brieven van Kafka aan Milena laten geen twijfel bestaan over de liefde die tussen hen was opgebloeid. Er komen in die brieven zinnen voor die je zo zou willen overnemen als je verliefd bent:
Maar voor de diepte van hun relatie is nog veelzeggender dat Kafka de brief aan zijn vader en zelfs zijn dagboeken aan Milena heeft laten lezen. Een uitzonderlijk blijk van vertrouwen dat Milena nooit heeft beschaamd. Ook de uitingen van Kafka over het jodendom vallen in die categorie want, schrijft hij haar ook, gefährlich bleibt es, das Judentum, selbts zu Deinen Füssen. Kafka legt een mooie verbinding met zijn jodendom als hij Milena toevertrouwt dat zij zijn bar mitswe geschenk was:
Kafka 13 jaar oud
Waarom ging het toch mis? Waarom kon de relatie, zeker in en na Gmünd, niet tot volle wasdom komen? Het valt moeilijk in enkele zinnen samen te vatten. Het beste is Milena zelf aan het woord te laten die in haar brieven aan Max Brod in alle eerlijkheid probeert onder ogen te zien waarom het uiteindelijk tussen hen toch niet gaat. Kafka, schrijft ze, heeft nicht die Fähigkeit zu leben. Er hält ja immer sich für den, der schuldig ist und der schwach ist. En vooral over zijn angst schrijft Milena aan Max Brod, een niet aflatende angst die ze vaak sterk heeft ervaren, ook al was daarvan in de paar dagen dat zij in Wenen samen waren minder te merken. Aber ich war mit beiden Füssen unendlich fest mit dieser Erde hier zusammengewachsen, ich war nicht imstande, meinen Mann zu verlassen, und vielleicht war ich zu sehr Weib, um die Kraft zu haben, mich diesem Leben zu unterwerfen, von dem ich wusste, dass es strengste Askese bedeuten würde, auf Lebenszeit.
Al op 6 juni 1924, enkele dagen na het overlijden van Kafka, schrijft Milena een in memoriam in de Národní Listy. Laat ik maar weer enkele regels citeren: Er schrieb Bücher, die zum Bedeutendsten der jungen deutschen Literatuur gehören … Er war ein Mensch und Künstler von so feinem Gewissen, dass er auch dort etwas spürte, wo sich andere, die nicht so empfindlich waren, ungefährdet fühlten.
In haar verzamelde journalistieke stukken vond ik nog een reminiscentie aan Kafka. Kafka schreef in één van zijn brieven aan Milena over haar antisemitische vader en Joodse echtgenoot: Zwischen Deinem Mann und mir ist vor Deinem Vater gar kein Unterschied, für den Europäer haben wir das gleiche Negergesicht.
In 1938 schrijft Milena over ‘Lynchjustiz in Europa’: Es braucht in Europa heute keine farbige Haut, damit jemand zum Neger wird. En: Die Juden nahmen fast immer und überall eine Sonderstellung ein, und zu Zeiten, die wir als das goldene Zeitalter europäischer Blüte, Kultur und Zivilisation anzusehen gewohnt sind, wurden sie in Osteuropa wie Neger behandelt. Wieviel jüdische Neger gibt es heute? Im Dritten Reich etwa eine halbe Million. In Wien und ganz Österreich ungefähr 300 000.
Milena, die zich in woord en daad tegen het nationaalsocialisme heeft verzet, is één van The Righteous Among the Nations. Op de site van Yad Vashem staat een samenvatting van haar leven. Ravensbrück heeft zij niet overleefd.