Boekenrubriek
Samengesteld door Leo Frijda
Gepubliceerd op: 20 februari 2025

Joseph Roth: Aardbeien
vertaling Els Snick, illustraties Koen Broucke,
Verschenen in 2025 bij uitgeverij Van Oorschot
ISBN: 9789028251380
Aardbeien van Joseph Roth (1894-1939) is eerder in Nederlandse vertaling gepubliceerd, laatstelijk in 2016 bij de Lochemse uitgeverij Huis met de Drie Gedichten, ook toen vertaald door Els Snick. Veel liefhebbers van Roth kennen het dus al. Toch vraag ik hier aandacht voor deze nieuwe uitgave. Om een aantal redenen. Snick, voorzitter van het Joseph Roth Genootschap, heeft haar vertaling herzien en voor deze nieuwe uitgave bovendien een verhelderend nawoord geschreven. Het boek is ook nog eens prachtig vormgegeven met een groot aantal illustraties. De illustrator, Koen Broucke, heeft de door Roth opgeroepen sfeer bijzonder goed weten te treffen. Door dit alles is het boek een waar juweeltje geworden.
De inhoud is deze hernieuwde aandacht ook meer dan waard. In mijn vorig jaar verschenen boek over Kafka citeerde ik Aardbeien van Roth aan het begin van het hoofdstuk over Kafka’s voorouders. Net als veel andere Joden waren zij afkomstig uit plaatsen in het oosten van Europa die in veel opzichten lijken op de stad die Roth in Aardbeien heeft beschreven. In zijn verhaal noemt Roth de naam van die stad niet, al zal zijn geboorteplaats Brody daarvoor model hebben gestaan.
Aardbeien begint zo: "De stad waar ik geboren ben lag in het oosten van Europa, in een grote, dunbevolkte vlakte. In oostelijke richting strekte ze zich eindeloos uit. In het westen werd ze door een blauwe, slechts op heldere zomerdagen zichtbare heuvelrij begrensd."
Roth heeft in Aardbeien zo’n plaats in het oosten van Europa voor de Eerste Wereldoorlog op een lichte en gevoelige toon tot leven gebracht. En dat is temeer bijzonder omdat het bij een door hem in 1929 geschreven fragment is gebleven. Het is slechts een aanzet tot een roman die nooit is afgemaakt en eerst zo’n vijftig jaar geleden werd teruggevonden. Maar zelfs deze aanzet tot een roman, van niet meer dan enkele tientallen bladzijden, geeft een onvergetelijke kijk op een deel van Europa waar helaas vaak, tot op de dag van vandaag, strijd is geleverd en waar de grenzen zijn verschoven.
Brody ligt nu in Oekraïne, zo’n kleine 100 km ten noordoosten van Lviv, het vroegere Lemberg. Juli 1920 reisde Isaak Babel, de schrijver van De rode ruiterij, als journalist mee met het Russische leger en hij bereikte toen ook Brody: "een oude, rijke en unieke Joodse nederzetting", tot Babel’s ontsteltenis intussen "verwoest, geplunderd". De rode ruiterij, vertaald door Froukje Slofstra, is eveneens door Van Oorschot uitgegeven, in De kleine Russische bibliotheek.

Eddy de Wind: Eindstation Auschwitz, Mijn verhaal vanuit het kamp (1943-1945)
Verschenen in 2025 bij uitgeverij Meulenhoff
ISBN: 9789089682918
Eindstation Auschwitz van Eddy de Wind (1916-1987) is net als Aardbeien een herdruk. Niettemin zijn er argumenten om op deze nieuwe uitgave te wijzen. De Wind heeft Auschwitz overleefd. Nadat de Russen het kamp hadden bevrijd, heeft De Wind als arts de achtergebleven zieken nog enkele maanden bijgestaan. In die periode heeft hij in Auschwitz op schrift gesteld wat zich daar onder zijn ogen had afgespeeld.
Met de publicatie van zijn "verhaal vanuit het kamp" is het nodige misgegaan. De uitgeverij bij wie het boek al in 1946 was verschenen, ging kort daarna failliet. Door problemen bij een nieuwe uitgeverij was de herdruk van 1980 evenmin een succes. Uiteindelijk heeft Meulenhoff zich in 2020 over dit belangrijke boek ontfermd. De herziene uitgave van begin van dit jaar is voorzien van een voorwoord, geschreven door Adriaan van Dis, van een korte biografie van De Wind en van een katern met foto’s van onder meer het oorspronkelijke schrift waarin De Wind zijn bevindingen had opgeschreven. En de opbrengst van deze uitgave komt bovendien ten goede aan educatieprojecten van het Nationaal Holocaustmuseum.
Eddy de Wind noemt zich in zijn boek Hans van Dam, “mogelijk om afstand te kunnen nemen”, schrijft Van Dis terecht. Anderen die hij in Auschwitz heeft gezien en gesproken, noemt hij wel bij naam. Daar ben ik dankbaar voor want een van hen is mijn oudoom, "professor Frijda, de Amsterdamse hoogleraar in de economie", met het laatste transport uit Nederland in Auschwitz aangekomen en daar vermoord.
Het boek van De Wind is vooral zo belangrijk omdat het uit de eerste hand, nog geschreven in Auschwitz en in een toegankelijke stijl, vertelt wat zich daar onder zijn ogen heeft afgespeeld. Tot in de gang naar de gaskamers. Terecht wordt vermeld dat "een belangrijke kracht van Eindstation Auschwitz is dat het nog tijdens de oorlog en in het kamp is geschreven. De tekst is niet aangepast of beïnvloed door veranderende herinneringen of door kennis die pas later, na de bevrijding, is opgedaan. Het maakt het verhaal eerlijk en geeft het grote historische waarde."
Ten slotte. Eddy de Wind heeft in Westerbork Friedel ontmoet en is daar met haar getrouwd. In het naschrift bij de huidige uitgave krijgt zij een volledige naam: Friedel – Frieda – Komornik. Samen zijn zij naar Auschwitz op transport gesteld. Hun relatie en de onzekerheid van De Wind over haar lot is mede een belangrijk thema in het boek. Ook Friedel heeft Auschwitz overleefd. "Maar Friedel en Eddy zijn heftig geschonden uit de oorlog gekomen." De Wind zal, zo blijkt uit het naschrift, daar blijvend onder lijden, maar buigt het ook ten goede. Hij vervolgt zijn al voor de oorlog begonnen opleiding tot psychoanalyticus en specialiseert zich in het behandelen van mensen met ernstige oorlogstrauma’s.