Cursus Joodse filosofie nu gratis online
Gepubliceerd op: 1 juli 2023
Gedurende het studiejaar 2022-2023 en met steun van Maror draaide bij Crescas de cursus 'Joodse filosofie - van toen tot nu'. Deze telt vijftien lezingen, die nu gratis terug te kijken zijn.
Maar wat is Joodse filosofie? In de gratis introductielezing, verzorgt door Yoram Stein, krijgt u een idee welke thema's in deze cursus aan bod komen en in welke context er naar Joodse filosofie wordt gekeken. Yoram Stein neemt u stap voor stap mee in de wereld van de filosofie. Alle teksten zijn in de powerpoint opgenomen, zodat u op elk moment de opname kunt pauzeren, teruglezen en de materie laten bezinken.
Wilt u in eigen tempo het geheel volgen? De cursus 'Joodse filosofie van toen tot nu' is verdeeld in zes modules: Oudheid, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd&Verlichting, Modern, WWII, Hedendaagse denkers.
Module 1: Oudheid. De Oudheid module bevat drie lezingen: De eerste gaat over de oudste wijsheid literatuur uit de Tanach, de boeken Sproken en Prediker. De tweede over het concept van tijd zoals die in de Dode Zeerollen tot uiting komt, en de derde over de allereerste Joodse denker die wij bij naam kennen: Philo van Alexandrië uit de eerste eeuw.
Module 2: Middeleeuwen. In de module Middeleeuwse filosofie staan drie lezingen. Een introductie gevolgd door een lezing over Judah Halevi en de tweede over Maimonides.
Module 3: Nieuwe Tijd&Verlichting. In deze module hoort u over de filosofie van Baruch Spinoza, gevolgd door Mozes Mendelszohn als een brug naar de moderne tijd.
Module 4: Modern. Hier wordt het denken van twee filosofen en theologen belicht: Frans Rosenzweig en Martin Buber.
Module 5: WWII. De vijfde module belicht één van de bekendste denkers die de Sjoa heeft overleefd: Viktor Frankel.
Module 6: Hedendaagse denkers. Deze laatste module bevat drie lezingen over hedendaagse denkers. Twee van de lezingen zijn gewijd aan het denken van Emmanuel Levinas de derde is gewijd aan Jacques Deridda.
Module 1: Oudheid
Lezing 1: De grenzen van de Wijsheid met Arjen Bakker
Een centraal thema in de bijbelse wijsheidsliteratuur is dat het menselijk vermogen om de ordening van de schepping te doorgronden beperkt is. Niettemin kent de mens het verlangen naar kennis en naar inzicht in de orde en wetmatigheid van de kosmos en de menselijke samenleving. Het nastreven van wijsheid kan worden ervaren als een groot plezier (Misjl. 8:30) maar ook als vermoeiend en uitputtend (Koh. 1:13) en zelfs als bron van verdriet en pijn (Koh. 1:18). In deze lezing onderzoeken we de dynamiek tussen het streven naar kennis enerzijds en de botsing met de grenzen van de menselijke natuur anderzijds.
Lezing 2: Het geheim van de tijd. Het concept van tijd in de Dode Zeerollen met Arjen Bakker
In enkele Joodse wijsheidsteksten die zijn teruggevonden in de grotten van Qumran bespeuren we een begin van uitwisseling tussen Joods denken en Griekse filosofie. In deze (fragmentarische) Hebreeuwse teksten, staat het nadenken over de verborgen principes van de schepping centraal. Hoe is de kosmos geordend en welke geheime krachten gaan er schuil achter de geschiedenis en het menselijk handelen? Het is boeiend te zien hoe deze wijsheidsteksten antwoorden zoeken op dit soort vragen in het domein van de tijd. De tijd is het onderliggende principe dat de werkelijkheid organiseert, zowel de werkelijkheid van de liturgische kalender, alsook de historische werkelijkheid waarin gebeurtenissen plaatsvinden volgens een verborgen structuur die zijn oorsprong vindt in het goddelijke denken.
Lezing 3: Torastudie als levenskunst - Philo van Alexandrië met Arjen Bakker
Volgens Philo valt de Wet van Mozes volledig samen met de Wet van de Natuur. Het bestuderen van de Tora is volgens Philo dan ook een vorm van filosofie bedrijven. Dit moet volgens Philo door de ware en verborgen betekenis van de tekst te achterhalen, en die wijkt af van de letterlijke betekenis (allegorische interpretatie). Voor Philo bestaat het ware geluk dan ook uit een leven dat volledig is gericht op studie, zonder dagelijkse beslommeringen en de afleiding van een leven in de drukke stad.
Module 2: Middeleeuwen
Lezing 4: Inleiding in de Joodse filosofie van de Middeleeuwen met Resianne Smidt van Gelder-Fontaine
Vanaf de 9e eeuw en in de loop van de Gouden Eeuw in Spanje gingen Joodse geleerden in het Islamitisch cultuurgebied zich bezighouden met nieuw ideeën die van buitenaf kwamen, zoals die van de Griekse filosofie die in het Arabisch werd vertaald en erg populair werd.
De invloed hiervan en de belangstelling voor deze ideeën leidde tot een omvangrijke Joodse filosofische literatuur tot ca. 1600: eerst voornamelijk in het Arabisch, daarna voornamelijk in het Hebreeuws.
De centrale vraag bij veel van de Joodse denkers uit deze tijd is: waar ligt de verhouding tussen filosofie en religie, is er sprake van harmonie of een kloof tussen beide denkwerelden? Vormt filosofie een bedreiging voor het geloof of versterkt zij het geloof juist?
In deze lezing geeft Resianne Fontaine een algemene inleiding in de middeleeuwse Joodse filosofie.
Lezing 5: Judah Halevi - inleiding tot de Kuzari met Rolf Post
Judah Halevi toonde al op jonge leeftijd literaire talent en zijn vader, Samuel "de Castiliër", liet zijn enige zoon een brede Joodse opleiding volgen. Zijn talent werd opgemerkt en aangemoedigd. Hij koos de geneeskunst als beroep, maar de dichtkunst trok hem sterk aan. Halevi kende zowel de Arabische als de Castiliaanse poëzie, maar hij drukte zich uit in het Bijbels Hebreeuws. Na de dood van zijn vrouw reisde hij naar het Heilige Land. Na een avontuurlijke reis landde hij in Egypte en trok daarna in het voetspoor van Mozes en de Hebreeërs door de woestijn naar Erets Jisrael. De legende wil dat hij in het zicht van Jeruzalem zijn beroemde elegie Tsion ha-lo Tisj'ali zong en toen door een Arabier die uit een van de stadspoorten op hem afstormde werd gedood.
De Kuzari is het beroemdste filosofische werk van Halevi. In dit werk vraagt de koning van de Chazaren een filosoof, een christelijk scholasticus en een geleerde moslim naar hun Godsbegrip, maar hun antwoorden stellen hem teleur. Vervolgens nodigt hij een rabbijn uit. Deze doet - tot verbazing van de vorst - geen moeite om Gods bestaan te bewijzen, maar vertelt over de wonderen die God voor Zijn volk Israël heeft verricht. Dit is het begin van een filosofisch onderzoek. Het werk is verdeeld in vijf hoofdstukken in de vorm van een dialoog tussen de koning van de Chazaren en de rabbijn.
In zijn lezing wil Rolf Post niet alle bekende zaken over Halevi’s Kuzari herhalen die iedereen op internet of in naslagwerken kan vinden, maar ingaan op de tekstoverlevering, de literaire waarde en enkele filosofische aspecten van het werk.
Lezing 6: Maimonides de filosoof met Yoram Stein
Rabi Moses ben Maimon, ofwel de Rambam, geldt als de belangrijkste denker die het jodendom ooit heeft voortgebracht. Over Maimonides werd en wordt nog steeds gezegd: ‘Van Mozes tot Mozes was er niemand zoals Mozes’.
Hij werd geboren in 1135 als zoon van een rechter in het tolerante islamitische Cordoba. Aan de vreedzame coëxistentie tussen moslims en Joden kwam in 1148 een einde toen de fundamentalistische Almohaden Cordoba veroverden. De familie van Maimonides zag zich – evenals zoveel andere Joden in die tijd - voor de keuze geplaatst: je bekeren, de martelaarsdood sterven of vluchten. De familie van Maimonides koos voor het laatste, en zwierf vele jaren als vluchteling. Niettemin wist Maimonides uit te groeien tot een groot halachisch rechtsgeleerde, een rabbijn met internationale invloed, hoofdarts aan het hof van sultan Saladin en een veelbesproken en invloedrijk filosoof.
In zijn belangrijkste filosofische werk ‘De gids der verdoolden’ verdedigt de Rambam de stelling dat de filosofie voor het jodendom buitengewoon belangrijk is. Alleen dankzij de filosofie kunnen we begrijpen wat God is, of beter gezegd: wat God niet is, want Maimonides gaat uit van een 'negatieve' theologie. Ook moeten we de Bijbel op een filosofische manier lezen: veel passages moeten we niet letterlijk, maar metaforisch opvatten.
In de lezing wordt dieper ingegaan op het wereld-, mens- en maatschappijbeeld van deze grote geest. Ook komt de invloed van Aristoteles en islamitische denkers op de Rambam aan bod. Last, but not least wordt ingegaan op de vraag waarom de inzichten van Maimonides tot op de dag van vandaag tot felle controversen leiden binnen het jodendom - en daarbuiten.
Module 3: Nieuwe Tijd&Verlichting.
Lezing 7: Spinoza en zijn filosofie met Yoram Stein
Op 27 juli 1656 wordt in de snoge in Amsterdam de cherem (verbanning) uitgesproken over de dan 24 jaar oude Spinoza: ‘Volgens het besluit van de engelen en de uitspraak der heiligen verbannen, verstoten, verwensen en vervloeken wij Baruch d’Espinoza, met toestemming van de gezegende God en deze heilige gemeente (…) met de ban, waarmee Jozua Jericho sloeg, met de vloek waarmee Elisa de knapen vervloekte en met al de vervloekingen die in het Boek van de Wet geschreven staan.’ Waarom Spinoza precies in de ban is gedaan, weten we tot op de dag van vandaag niet. Wel weten wij dat hij het jodendom verliet, en zijn naam van Baruch in Benedictus veranderde. Is Spinoza dan wel een ‘Joods filosoof’ te noemen? Over die vraag wordt nog steeds gediscussieerd. Feit is wel dat Spinoza nu al 350 jaar lang Joodse denkers weet te inspireren, te prikkelen en te ergeren met zijn filosofische denkbeelden.
Lezing 8: Het Verlichte Jerusalem van Moses Mendelssohn met Martijn Buijs
Toen Moses ben Mendel uit Dessau als veertienjarige naar Berlijn kwam, werd van hem verlangd door de Rosenthaler Poort te komen, en daar te bewijzen dat hij geen brodeloze bedeljood was. Zo’n veertig jaar later, bij zijn dood, schreven kranten gretig over de laatste uren van de beroemdheid Mendelssohn, en briefde de Habsburgse ambassadeur het nieuws door naar Wenen.
Tussen deze twee momenten spant zich de carrière uit van een denker die onder zijn gemeenschapsgenoten symbool werd van het ideaal van emancipatie, en in de wijdere wereld van geleerden als de Duitse Socrates geroemd werd. Om wat draait Mendelssohns denken als Verlichter en als Jood echter? Wat staat er bij hem op het spel? En wat van waarde heeft dat denken weten vast te houden?
Deze lezing kijkt nader naar de filosofische en religieuze gedachten die Mendelssohn verdedigt te midden van vaak verhitte controverses met zijn tijdgenoten. Wat vermag de menselijke rede? Kan ze - met Mendelssohn - de onsterfelijkheid van de ziel, of het bestaan van God bewijzen? Hebben we zo’n bewijs ook nodig? Of heeft Kants kritische filosofie zulke ideeën onherroepelijk uitgeschakeld, en moet de aanspraak van ons denken bescheidener zijn?
Dient de consequent verlichte Jood – zoals een vermeend verlichte Christen Mendelssohn voorhoudt - zich te bekeren, als hij niet inzichtig kan maken waarom het Christendom filosofisch onjuist is? Of draait het in het religieuze denken en handelen niet om de juistheid van een idee, maar om deelname aan een ceremoniële praxis? Hoe dienen wij om te gaan met het bestaan van verschillende religieuze riten en denominaties? Welke rol dient de staat te spelen in het voorkomen van religieuze tweedracht? Of verlangt een verlichte samenleving juist de mogelijkheid van pluriformiteit en tolerantie om ook ethisch te kunnen zijn? Zijn er, tenslotte, misschien zelfs redenen voor Mendelssohn om het jodendom als bij uitstek als verlichte religie te zien?
Module 4: Moderne denkers
Lezing 9: Buber, Profeet der Laatste Dagen met Martijn Buijs
Het werk van Martin Buber is gewijd aan een gewichtige en met pathos omgeven taak: de algehele spirituele vernieuwing van het Jodendom. Daarbij gaat het Buber niet slechts om het Joodse volk, zoals het is vanuit het zicht van de Zionisten; evenmin gaat het hier alleen om de Joodse religie, zoals de Orthodoxie het ziet; minder nog is het te reduceren tot een set morele principes, zoals in de liberale blik. Het Jodendom is, zo beklemtoont Buber, zowel een volk als ook een godsdienstige gemeenschap, en is juist daarom ook in eminente zin geroepen om te streven naar het verwerkelijken van rechtvaardigheid in de wereld.
Dit verwerkelijken van rechtvaardigheid dat Buber als de opdracht bij uitstek van het Jodendom ziet kan niet iets zijn als het volgen van reeds vastgelegde morele principes, of leven volgens bepaalde religieuze voorschriften. Het gaat, zo Buber, om een zich toeleggen als hele mens, als hele gemeenschap op wat gevraagd is in een situatie. De inhoud daarvan valt echter niet te voorspellen, en moet altijd opnieuw ter plaatse uitgevonden of ervaren worden.
Buber meent precies dit idee van verwerkelijking te vinden in de wereld van de mystieke meesters van Chassidische verhalen, eerder dan in de rationalistische Joodse filosofen of in het leven volgens de geboden van de traditionele Halacha. Meer nog ziet hij de bijbelse profeten als de ware voorbeelden van een verwerkelijkend leven, en zichzelf, daarmee, als profeet der laatste dagen.
Hoe iconoclastisch dit idee van het Jodendom en haar opdracht is, wordt duidelijk voor wie kijkt naar de rol die Buber bereid is toe te kennen aan wat altijd het hart is geweest van het Rabbijnse Jodendom: de Talmud. Die rol is zo goed als afwezig. Met het verwoesten van de Tempel en het verliezen van de verbintenis met het land heeft ook de Joodse religie zich volgens Buber opgesloten in onvruchtbare abstracties en dorre leefregels. Buber’s voorgenomen vernieuwing van het Jodendom veronderstelt een min of meer geheel buiten werking stellen van de Talmud als normatieve tekst.
Wat zulke vernieuwing verder betekent zal in deze lezing onderzocht worden aan de hand van onder andere Bubers zeer populaire Chassidische vertellingen, zijn invloedrijke lezingen over het Jodendom, zijn filosofische hoofdwerk Ich und Du (1923), en de taal verdraaiende, taalverrijkende bijbelvertaling die hij onderneemt met Franz Rosenzweig.
Lezing 10: Filosofie en Joodse existentie bij Franz Rosenzweig met Docent Martijn Buijs
Dicht maar verwarrend lijken het leven en denken van Franz Rosenzweig met elkaar vervlochten. Slechts een filosofisch systeem, noemt hij zelf zijn hoofdwerk Der Stern der Erlösung (1921) – en met klem niet een ”Joods boek”. Toch gaat voor velen de fascinatie van zijn denken voor een aanzienlijk deel uit van zijn eigen levensgeschiedenis en zijn Jood-zijn.
Geboren in een geassimileerde familie ziet Rosenzweig zich door zijn vriend Eugen Rosenstock-Huessy uitgedaagd zich tot het Christendom te bekeren. Voor het Jodendom de rug toe te keren, besluit hij, wil hij het echter eerst leren kennen. Zo ontdekt hij de mogelijkheid een vorm van Joods leven te omarmen. Deze vorm gaat niet op in het naleven van de Wet, in een ethische idee, of in een nationale aspiratie.
In plaats daarvan heeft voor Rosenzweig het Jodendom – en dat betekent voor hem: een Jodendom dat in de Diaspora blijft – een specifieke maar bevreemdende rol te spelen in de geschiedenis. Geschiedenis namelijk doelt voor Rosenzweig op verlossing, op het volledig waarmaken in de werkelijkheid van iets als rechtvaardigheid. Het Christendom staat bij uitstek voor dit streven de wereld in te trekken en rechtvaardigheid te verwerkelijken. Maar juist in dit streven wordt het Christendom onafwendbaar tiranniek: het vervalt telkens weer in de waan dat het de rechtvaardigheid al verwerkelijkt heeft.
Het Jodendom, daarentegen, staat voor Rosenzweig resoluut buiten de geschiedenis. Het verwerkelijkt geen rechtvaardigheid in de wereld. In plaats daarvan anticipeert het door de zuiver formele volmaaktheid van zijn liturgie, zo te zeggen als beeld, wat de wereld nog bereiken moet: daadwerkelijke vervolmaakte rechtvaardigheid. Daarmee is de Jood in zijn bestaan een concreet geleefde herinnering aan de wereld dat de geschiedenis nog niet is afgesloten, de rechtvaardigheid nog niet bereikt.
Module 5: WWII
Lezing 11: Viktor Frankl: ‘ja’ zeggen tegen het leven met Ellen van Son-de Waard
Hoe zeg je ‘ja’ tegen het leven als je in een concentratiekamp gevangen wordt gehouden? En daar op talloze manieren wordt vernederd en mishandeld? Het overkwam de Joodse en Weense psychiater Viktor Frankl. In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw ontwikkelde hij een visie op mens-zijn en een daaruit voortvloeiende gesprekstherapie die patiënten in staat stelde om op betekenisvolle wijze te gaan met lijden.
Hij noemde zijn visie en therapie: Existenz Analyse en Logotherapie. Het centrale uitgangspunt van Frankls werk is dat ieder mens een hele kern heeft. Een kern die onverwoestbaar is. En juist dat gave stuk in de mens stelt hem/haar in staat om zich tot het lijden te verhouden. Een mens is niet vrij van wat hem overkomt, maar wel in hoe hij zich daartoe wil verhouden. Daar verwacht het leven een antwoord van de mens.
In onvoorstelbare omstandigheden heeft Frankl zijn eigen visie moeten leven, voordat hij na de Tweede Wereldoorlog op succesvolle wijze daar zijn patiënten mee kon begeleiden. In deze lezing komen we, uitgaande van het levensverhaal van Frankl (verwoord in het boek De zin van het bestaan), op het spoor van de essentie van zijn Existenz Analyse en Logotherapie: in soms minimale vrijheid een betekenisvol antwoord aan het leven geven. Niet alleen van belang voor patiënten maar voor ons allemaal!
Module 6: Hedendaagse denkers
Lezing 12: Levinas en dialogisch denken met Joachim Duyndam
Losse ideeën zijn géén ideeën. In de filosofie krijgen ideeën (opvattingen, theorieën, standpunten) betekenis door filosofische debatten waarin vorige opvattingen door volgende worden bekritiseerd, geherinterpreteerd en aangevuld. Zo gezien bestaat de filosofie uit tradities, in de letterlijke betekenis van doorgeven. Dat geldt ook voor de joodse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995). Om zijn filosofie goed te begrijpen moeten we deze in relatie brengen met denkers waarop hij voortbouwt en reageert, met name Husserl en Heidegger, en via hen met de geschiedenis van de filosofie van Plato tot aan Descartes.
Wat Levinas aan de filosofie ‘toevoegt’ kan dialogisch denken worden genoemd. Maar de filosofie van Levinas is niet dialogisch in die zin dat hij in debat is met andere filosofen, of dat zijn teksten afkomstigheden van andere denkers en literatoren bevatten. Dat is altijd zo in de filosofie, en eigen aan haar optreden als traditie. Het denken van Levinas is dialogisch in die zin dat het wezenlijk meervoudig is, en wel in dubbel opzicht. Zijn denken is als zodanig meervoudig – het gaat meervoudig te werk – en het gáát over meervoudigheid. Hij denkt op meervoudige wijze de meervoudigheid van de mens. Deze dubbele agenda kenmerkt de hele filosofie van Levinas. Enerzijds is zijn filosofie een wijsgerige ‘antropologie’, die de thema’s van het menselijk bestaan doordenkt, en anderzijds gaat zijn filosofie over de filosofie zelf, en is zij een kritiek op het westerse denken als zodanig.
De titel van zijn eerste hoofdwerk, in de Nederlandse vertaling: Totaliteit en Oneindig, drukt dit goed uit. Totaliteit verwijst enerzijds naar het totaliserende menselijk subject, waarin ik denkend, handelend en zingevend van de wereld mijn wereld maak, en waarbij ik de ander reduceer tot onderdeel van mijn wereld; en anderzijds verwijst totaliteit naar de filosofie, die de werkelijkheid reduceert tot begrippen en systemen, en daarbij al het ‘andere’ totaliserend inkapselt. De term Oneindig in de titel verwijst naar de transcendentie van de ander ten opzichte van het totaliserende subject, respectievelijk naar de transcendentie van het andere ten opzichte van het totaliserende denken. De of het andere valt, precies áls andere, buiten de totaliserende greep van het ik en van het ‘egologische’ denken. Het belangrijkste en moeilijkste woord in de titel – ‘en’ – drukt de hoofdvraag van het denken van Levinas uit: hoe kan het onvermijdelijk totaliserende subject in relatie staan met de ander als ander zónder deze andersheid teniet te doen, respectievelijk: hoe kan het per se totaliserende denken het andere als andere denken zonder het andere te totaliseren, dat wil zeggen, zonder het andere van zijn andersheid te ontdoen?
Lezing 13: Levinas en de Talmoed met Marcel Poorthuis
De Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995) legt in zijn denken de nadruk op de ander als bron van taal, ethiek en politiek. Naast zijn filosofische werken, die lastig te doorgronden zijn, heeft hij ook een aantal Talmoedlezingen op zijn naam staan. Die brengen de lezer al evenzeer in verbijstering. Wat heeft een rund dat een voorbijganger verwondt met mijn relatie tot de ander te maken? En welke rol speelt de geniale clochard-Talmoedist Chouchani, kenner van 60 talen, de veda’s en de kernfysica aldus de legende, die zonder vaste woon- of verblijfplaats door de wereld zwierf en leraar was van zowel Elie Wiesel als Levinas?
Let op! In de lezing 'Levinas en de Talmoed' werden twee You Tube fragmenten getoond, die niet in de opname goed te zien zijn. Hieronder de links naar deze fragmenten:
Lezing 14: Jacques Derrida’s paradoxale Jodendom met Martijn Buijs
Het denken van Derrida speelt een aanhoudend en complex spel met een veelheid aan ideeën van wat Jodendom is, en van wat het betekent om Jood te zijn, zonder dat het ooit in enige directe zin zijn eigen Joods-zijn omarmt of verwerpt. In plaats daarvan is Derrida een groot lezer van die gretig de vraag opneemt wat er op het spel staat als het om Jodendom gaat bij andere schrijvers en denkers – of het nu gaat om de verhalen van Kafka, de geschiedfilosofische bespiegelingen van Walter Benjamin, de poëzie van Paul Celan, of de ethiek van Emmanuel Levinas.
Aan de hand van een aantal exemplarische teksten van Derrida stellen we in deze lezing de vraag: wat zou het kunnen betekenen dat Derrida, die zich ironisch “de laatste der Joden” noemt, en zo het Jodendom op armlengte houdt, juist daarom meent Joods te zijn?
Stichting Collectieve Maror-gelden Nederland (Maror) beheert de Maror-gelden van private partijen (banken, beurs, verzekeraars) die bestemd zijn voor collectieve doelen binnen de Joodse gemeenschap in Nederland en verstrekt daaruit subsidies.
meer informatie: maror.nl