De maand eloel is begonnen, de twaalfde maand van het Joodse jaar (volgens een andere telling de zesde). De maand van tesjoewa, van inkeer, van terugkijken op het aflopende jaar, bedenken wat er beter had gekund, van hernieuwde verbinding met iets hogers dan eten, drinken en geld verdienen, zeg maar.
Volgens de traditie is eloel de maand dat “de Koning in het veld is”, dat wil zeggen: God zit niet opgesloten tussen de muren van een paleis, maar is meer bereikbaar door middel van (smeek)gebeden of meditatie. De hele maand vormt een voorbereiding op de Hoge Feestdagen, allereerst Rosj Hasjana, ofwel Jom haDin, de Dag van het Oordeel. De gestrengheid van het oordeel kan volgens de traditie worden verzacht door drie zaken: tesjoewa (inkeer, terugkeer) tefilla (gebed, introspectie, meditatie) en tsedaka, je welvaart delen met wie het minder goed hebben (van tsedek, rechtvaardigheid.)
Nou, tesjoewa, tefilla en tsedaka zijn wel nodig dit jaar. Het IPCC heeft met het uitbrengen van het laatste klimaatrapport code rood voor de hele planeet afgegeven. De gevolgen van de opwarming van de aarde gaan veel sneller dan werd verwacht en sommige van die veranderingen zijn inmiddels onomkeerbaar. De klimaatcrisis wordt grotendeels veroorzaakt door onze industriële samenlevingen, door het gebruik van fossiele brandstoffen, door de uitstoot van broeikasgassen, en ook door de industriële veeteelt die nodig is voor alle hamburgers en entrecotes die wij willen verorberen.
In Nederland werd de ernst van de klimaatcrisis even voelbaar bij de onverwachtse overstromingen in Limburg, die beelden van de watersnoodramp in 1953 opriepen. Ik heb het gevoel dat de bewustwording daarna weer wegzakte. Hoewel, mijn broer en schoonzusje vlogen niet naar een ver land voor hun vakantie, maar gingen op fietsvakantie door noordelijk Nederland, en hadden mazzel, de enige dag dat het regende zaten ze in Duitsland. In Israël, waar het tempo van het leven hoger ligt dan in Nederland, voelt de klimaatverandering ook intenser. De zomers worden heter en deze zomer hadden we net een zeven dagen durende schroeiende chamsin, een hittegolf. Oudere mensen werd van overheidswege aangeraden veel water te drinken en zich tussen twaalf en vier uur niet naar buiten te begeven. Een tweede iets mildere hittegolf komt er aan.
Op zondag 15 augustus zit ik achter mijn computer te werken en merk op dat het opeens donker is; ik moet midden op de dag een lamp aan doen. Ik ga naar buiten en zie een onheilspellende lucht, rood-oranje-geel met donkerpaarse rookwolken die het zonlicht verduisteren, helemaal links nog een reepje blauw. Een aankomende zandstorm? Een brand? Het blijkt al snel een bosbrand te zijn, in de heuvels acht km ten westen van Jeruzalem. Doordat er een flinke wind staat, drijft de rook tot ver over de stad. Mijn computerreparateur belt op dat hij later komt, vanwege een hevige brand ergens bij Aboe Ghosh zegt hij vaag, er zijn wegen afgesloten en het verkeer zit daardoor vast. Zestig à zeventig brandweerploegen zijn ingezet, samen met acht vliegtuigen en vier helikopters die wolken brandvertragend spul uitwerpen. Patiënten van het psychiatrisch ziekenhuis Eitanim worden geëvacueerd. In de chaos raakt men twee patiënten kwijt, die gelukkig op verschillende tijdstippen ongedeerd terug worden gevonden. Zondagavond is een groot gedeelte van de brand geblust, maar rond Ramat Raziel en Givat Ye´arim woedt het vuur nog steeds. Twee huizen in Ramat Raziel zijn uitgebrand. De brandweer blijft in het gebied, want er zijn nog enige plekken waar het blijft smeulen.
Maandagochtend om vier uur – nacht wat mij betreft – word ik wakker van een sterke rooklucht. Kopje thee gezet en snel de computer aan. Het sein: "brand meester" is echt nog niet gegeven. Zo'n tienduizend bewoners uit steden en gemeenschappen rond Jeruzalem hebben hun huizen moeten verlaten. Factoren die het blussen moeilijk maken: de aanhoudend hoge temperaturen, de droge pijnbomen en de sterke wind die in de ochtend opsteekt. De sparren en dennen die door de eerste pioniers in Israël zijn geplant blijken ook niet zo´n gelukkig keuze te zijn geweest, bij nieuwe aanplant kiest men tegenwoordig liever voor eiken en andere loofbomen. Ik ga naar buiten en met de tuinslang spuit ik het droge stuk grond om het gebouw waar ik een tuin heb gemaakt, zo nat mogelijk. Ook de zelfgemaakte houten schutting. En vooral de dorre blaadjes op de grond. Als er echt een verterend vuur aankomt zal dat wel niet veel helpen, maar ik heb toch het gevoel dat ik iets doe. Dan ga ik maar weer even slapen.
Maandagavond zijn er berichten dat de brand zó dicht bij het Hadassa ziekenhuis bij Ein Kerem is gekomen dat duizenden patiënten misschien moeten worden geëvacueerd. De politie is al bezig alle auto´s op het parkeerterrein te verwijderen. Israël vraagt een aantal andere landen om hulp bij het blussen - Griekenland, Cyprus, Italië en Frankrijk worden genoemd, de eerste twee zeggen hulp toe. Alle brandweerlieden worden gemobiliseerd, ook degenen die geen dienst hebben. Vijftien brandweerwagens worden naar Ein Kerem gestuurd om het Hadassa ziekenhuis veilig te houden.
Dinsdagochtend ruik ik geen rooklucht meer. Brandweercommandant Simchi meldt dat internationale hulp niet langer nodig is. Wel werd het aanbod van de Palestijnse Autoriteit aangenomen die twintig brandweerlieden stuurde. Er is ongeveer 25.000 doenam bosgebied in de as gelegd (1 doenam is 1/10 hectare). Een zwaardere brand dan de bosbrand in 2010 op de Karmel, die aan 44 mensen het leven heeft gekost. Dankzij de inspanningen van de brandweerlieden, sommigen van hen hebben dertig uur aan een stuk door gewerkt, is er deze keer niemand omgekomen. Maar niet te vroeg gejuicht, er zijn nog zo´n honderd plekken in de heuvels waar vuurtjes smeulen die door de opstekende middagwind kunnen worden aangewakkerd, waarschuwt Simchi.
BeRosj Hasjana jikatévoen. Op Rosj Hasjana wordt het (oordeel) opgeschreven.
Oe veJom Tsom Kipoer jehatémoen. En op Jom Kipoer wordt het verzegeld.
Nog een aantal dagen om tesjoewa, tefilla en vooral tsedaka (geld geven aan goede doelen, je inzetten voor rechtvaardigheid in de wereld) in de weegschaal te gooien.