Tisha beAv was nog maar net afgelopen of het nieuws van de actie van de Europese Unie tegen bedrijven die op de Westbank en de Golan opereren, stond in de ochtendkranten. De Israëlische regering reageerde verbijsterd, wat mij op mijn beurt weer verbaasde. Daarna bleken drie grootgrutters in Nederland nog een stapje verder te gaan dan het ‘labelingsbeleid’ van producten uit de nederzettingen (zodat consumenten zelf kunnen kiezen wat ze wel of niet kopen), maar zelf al tot boycot over te gaan. De Aldi bleek niet eens enig product uit de nederzettingen te verkopen, dus dat was een goedkope publiciteitsstunt, die dan ook snel werd afgeblazen toen niet alle klanten er verrukt over waren.
Dus laat ik het even over iets anders opwekkends hebben: er zat al een paar maanden een oproep om een nieuw gasmasker op te halen in mijn tas. Toen er een herhalingsoproep in de bus lag, vond ik dat het tijd werd om het op te halen. En om dan meteen het oude gasmasker, dat ik om een of andere reden nooit had ingeleverd, terug te brengen. Het afhaaladres was een overdekt winkelcentrum bij mij in de buurt.
Het was nog een hele klus om het gasmasker-uitdeelcentrum te vinden, eerst ging ik een roltrap af naar de kelderverdieping, dat leek me een toepasselijke locatie, maar daar was het niet. Vage aanwijzingen volgend liep ik het hele centrum kriskras door en stuitte ten slotte op een tafel met een stapel kartonnen dozen er op, naast coffeeshop Neeman. Achter de tafel zat een besnorde man met een zwartfluwelen keppel op en er stond een tv-scherm waarop je zag hoe je het masker in elkaar zette. “Ik kom mijn gasmaker halen,” zei ik opgewekt tegen de snor en gaf mijn oproep en mijn te’oedat zechoet (identiteitsbewijs). Hij schoof me een doos toe. “Daarkomt dan nog belasting bij.” “Belasting?!” brieste ik verontwaardigd. Maar het was een geintje.
“En ik heb nog een oud masker, dat wil ik teruggeven.”
“O, dat is niet best, daar komt een boete van tweehonderd shekel op,” antwoordde hij. Daar trapte ik bijna weer in (schuldgevoel wegens het jarenlang laten wegrotten van het masker thuis), maar ze hadden hier een humoristische figuur neergezet.
Verder liep ik nog wat boodschappen te doen, de kartonnen doos met een zwarte plastic riem aan mijn schouder. Het viel me op dat het heel normaal is hier, boodschappen doen met je gasmasker aan je schouder, niemand keek op of om.
Thuis herinnerde ik me hoe het ging tijdens de Tweede Golfoorlog. Ik was toen vrij kalm, we dachten niet dat er iets zou gebeuren in Jeruzalem, maar ’s avonds belde opeens Y. me: “We moeten de dozen van de gasmaskers openmaken zeggen ze op de radio.” Ik naar haar toe, met doos en al, en daar zaten we met trillende vingers de dozen van de kinderen open te maken en te proberen hun kindermaskers in elkaar te zetten. We snapten het niet, ook de meubels van Ikea wisten we altijd verkeerd om aan elkaar te schroeven, en nu die stomme maskers... we kregen ze tenslotte wel in elkaar, maar ik geloof niet dat we ze ook nog hebben opgezet, misschien ging het er alleen om de doos te openen, ik weet het niet meer. Ik herinner me alleen de onverwachts knikkende knieen en trillende vingers nog goed.
Thuisgekomen van mijn boodschappen dacht ik: dat gebeurt me niet opnieuw, meteen even die doos openmaken. Het zag er naar uit dat alles er in zat wat er in moest zitten. Ik deed de doos weer dicht en las op het deksel een waarschuwing dat je hem niet voortijdig diende open te maken, om alles werkzaam te laten zijn. Nou ja. Ik borg hem op in een hoog keukenkastje dat ik nooit gebruik.
Waarom nu opeens nieuwe gasmakers? Omdat Netanyahu opnieuw heeft gedreigd dat Israël wel alleen een einde zal maken aan de atoomdreiging van Iran, als de V.S. geen verdere actie onderneemt? Je weet het nooit hier. Op het moment dat ik dit schrijf staan opnieuw vredesonderhandelingen met de P.A. op de agenda, maar in het Midden-Oosten kan de agenda per uur veranderen...