In een eerdere column schreef ik over drie vriendinnen van me, alledrie alleenstaande moeders die een zoon in ‘de legerleeftijd’ hebben. Eén van die zoons is net opgeroepen voor zijn basistraining. Een ander is er in geslaagd uit het leger te komen en de derde doet al een tijd dienst en werd ingezet in Zuid-Israël om de troepen in Gaza te ondersteunen. Ik zie hem af en toe bij zijn moeder, en veel informatie over die periode tijdens de oorlog met Hamas krijg ik er niet uit. (Zijn moeder klaagt dat hij haar huis als hotel beschouwt, waar je eigenlijk alleen komt om te slapen, te douchen en te ontbijten, maar dat heb ik van meer moeders gehoord). Daarom was ik benieuwd naar de preview van Beneath the Helmet, een documentaire waarin vijf Israëlische jongeren worden gevolgd tijdens de acht maanden die hun basistraining in een paratrooper- eenheid duurt. De film is geproduceerd door Jerusalem U, een non-profit organisatie op het terrein van Joodse en Israëlische educatie, nogal centrum-rechts, schat ik. Scenarioschrijver en producente Rebecca Shore is een vlotte orthodoxe vrouw wier zoon in het leger zit - het was haar idee om daar een film over te maken. De vijf hoofdpersonen komen uit heel verschillende milieus, qua klassenachtergrond en geboorteland.
Eden Adler is met zijn twintig jaar al commandant, verantwoordelijk voor 42 rekruten en drie sergeanten op de basis. Zoon van een Amerikaanse moeder en een Jemenitische vader, een knappe jongen met felle ogen die hard kan optreden. Als de rekruten lacherig reageren op zijn aankondiging dat hij niet bij zijn naam dient te worden aangesproken, maar alleen als ‘mefaked’ (commandant) maakt hij daar snel korte metten mee. Maar hij blijkt later ook een warm hart te hebben.
Mekonen is op zijn twaalfde vanuit Ethiopië naar Israël geëmigreerd. Hij woont met zijn moeder en negen andere gezinsleden in een tweekamer-appartement in het orthodoxe B'ne Brak. Oren, een rustige 18-jarige die ouder aandoet, werd in Israël geboren, maar zijn ouders vertrokken naar Zwitserland toen hij vijf was. Nu is hij teruggekomen om als vrijwilliger in dienst te gaan. Beelden van zijn echte ouderlijk huis in Franssprekend Zwitserland, met bergen, bomen, mooie rustige straten, het soort plek waar veel Israëli’s een moord voor zouden doen, laten zien dat hij uit een welvarend gezin komt. Maar Oren vindt dat Israël hem meer nodig heeft dan Zwitserland. Elon is een geinponem, kleinkind van vluchtelingen die nazi-Europa verruilden voor Zuid-Amerika en later naar Israël kwamen. Met zijn grappen is Elon het individualistische tegendeel van de collectieve geest die het leger eist, en dat botst dus nogal eens. Coral, de enige vrouw van de vijf, komt uit een beschermd gezin in Herzliya Pitoeach en was aanvankelijk van plan om de dienst te ontlopen en in het buitenland te gaan studeren, maar nu is ze ‘dril-sergeant’ bij Michvei Alon, een pre-basisprogramma om soldaten te helpen integreren in het leger. Ze is verantwoordelijk voor twaalf soldaten, veel van hen nieuwe immigranten.
De film riep tegenstrijdige gevoelens bij me op. Je ziet hoe het individuele ego van de rekruten moet plaatsmaken voor het groepsego van de eenheid, het peloton, het leger, en van het land Israël. Van individuen worden ze ondergeschikt aan het collectief, daar ben ik nooit zo weg van. Maar dat is wel nodig om een alert, sterk, gedisciplineerd leger te krijgen. Het wordt vooral duidelijk hoe zwaar de last is die op de schouders van Israëlische jongeren, net kind-af, wordt gelegd. Ik zou willen dat politici die besluiten tot een oorlog, daar veel meer van doordrongen waren. “Israël is een klein land dat voortdurend wordt bedreigd,“ zegt Eden in het begin, en de boodschap wordt er in geramd dat het leger, en dus zij, de toekomstige paratroopers, de verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid van de burgers van Israël. Een loodzware last voor jonge schouders.
De training is fysiek zwaar. Er worden eindeloos push-ups gedaan en er wordt gelopen met 20 à 45 kilo bepakking plus geweer, allereerst een paar kilometer, aan het einde een mars van 16 km. in de hitte op ruig heuvelachtig terrein. Wie dit niet haalt, wordt geen paratrooper, maar de soldaten duwen elkaar als het niet meer gaat, het succes van het geheel is steeds belangrijker dan de eenling. Wat me opvalt, is dat er veel lichamelijk contact is; in de vrije tijd wordt er op ruggen geklopt, gehugged en gestoeid, er is echt sprake van male bonding. Als duidelijk wordt dat Mekonen zulke financiële schulden heeft dat hij wil deserteren omdat hij geld moet verdienen voor thuis, steken commandant Eden en soldaten de koppen bij elkaar, gaat iemand met hem mee naar de bank om een aflossingsregeling te verzoeken, komt er een bedrag uit een potje van het leger en vinden de soldaten tenslotte een privé-sponsor die de rest van de schuld betaalt. Alles in de naam van ‘wij zijn Am Jisraeel’. Tussen de legerscènes zie je de soldaten thuis bij hun ouders, of op het strand gitaar spelend met vrienden. Elon merkt weemoedig op: ”In Amerika gaan teenagers na hun schooltijd naar een college, feestjes, dan begint het echte leven, they start to flow, maar wij moeten op ons achttiende drie jaar in dienst. Niemand hier wil graag in dienst, maar je weet dat het land verdedigd moet worden.”
Over het algemeen valt tussen de 15 en 20% van de paratrooper-rekruten af, meestal doordat ze de fysieke training niet doorstaan. Het peloton dat in deze film wordt gevolgd, werd na het verkrijgen van hun ‘rode baret’ naar het noorden gestuurd om de grens te bewaken. Niet lang daarna brak de Gaza-oorlog uit en werden ze naar het zuiden gestuurd.
Doelgroep voor de film zijn Joodse jongeren, in de eerste plaats in de VS en Canada. De producers denken vooral aan universiteitsgemeenschappen, om daar een tegenwicht te bieden aan horrorverhalen die over het Israëlische leger de ronde doen.
Een paar dagen na het zien van de film stond het bericht in de krant dat drie soldaten van de Givati Brigade zelfmoord hadden gepleegd met hun eigen geweer. De Givati Brigade heeft zware gevechten meegemaakt in Gaza. Vijfenzeventig minuten nadat er een wapenstilstand was ingegaan, werden ze aangevallen door Hamasstrijders die gekleed waren in IDF-uniformen. Bij dat vuurgevecht werd hun commandant gedood en werd sergeant Goldin een tunnel in gesleurd. Bij zo’n ontvoering treed de zogenaamde ‘Hannibal procedure’ in werking en gaan alle remmen los om de ontvoerde én de ontvoerders te pakken te krijgen. Daarbij zijn zo’n 130 Palestijnse slachtoffers gevallen en Goldin is er niet door gered – overblijfselen van hem werden later in de tunnel gevonden. De drie zelfmoorden geven wel aan hoe zwaar de psychologische schade is die Israëlische soldaten kunnen oplopen in een dergelijke grondoorlog. Iedere keer dat een oorlog voorbij is, begint er een andere strijd: de revalidatie, het proces om lichamelijke en psychologische trauma’s te genezen. Het leger heeft veel ervaring met PTSD (Post Traumatic Stress Disorder), tientallen militairen kregen na en ook tijdens Protective Edge psychotherapeutische hulp, maar helaas is het trauma bij deze drie jongens niet op tijd onderkend.
Zie voor meer informatie over de film: www.beneathhelmet.com ook om de DVD te bestellen.