Een dinsdag in Jeruzalem

Eva van Sonderen

zondag 1 oktober 2017

’s Ochtends om kwart voor acht hoorde ik al dat er een aanslag was gepleegd bij Har Adar, een kleine nederzetting bij Jeruzalem, net over de Groene Lijn. In de loop van de dag sijpelden er meer details door. Dat er vier doden te betreuren waren, een twintigjarige agent van de grenspolitie, Solomon Gavriya, van Ethiopische afkomst, en twee particuliere bewakers: Or Arish, 25, uit Har Adar en Youssef Ottman, 24, uit Abu Gosh, alsmede de dader, de 37-jarige Nimr Machmoed Jamal.

Abu Gosh is een Arabisch dorp binnen de Groene Lijn, populair bij seculiere Israeli’s die daar op sjabbat, als er in Jeruzalem weinig open is, hummus en lamskebab en andere heerlijkheden gaan eten.

Nimr Jamal, die al elf jaar als schoonmaker bij een gezin in Har Adar werkte, kwam uit Beit Surik, een Arabisch buurdorp van de nederzetting. In de loop van de dag maakte de Shin Beth bekend dat Jamal al enige tijd kampte met persoonlijke en gezinsproblemen. Zijn vrouw was wegens huiselijk geweld enige weken eerder naar Jordanië gevlucht. Hij had op zijn Facebookpagina een bericht voor haar achtergelaten waarin hij schreef dat zij altijd een goede vrouw en een goede moeder was geweest, en dat hij “met mijn stomme jaloezie” de schuldige partij was, maar dat hij nu iets ging doen “voor Allah”. Het is lang niet de eerste keer dat een Palestijn(se), gedreven door persoonlijke frustraties, overgaat tot een terreuraanval. Daarmee is hij (of zij) niet langer een vrouwenmishandelaar (of een vrouw die de familie-eer heeft geschonden), maar een held, een verzetsstrijder.

De bewoners van Har Adar beschouwen zichzelf niet als ideologische settlers; ze wonen er, vlakbij de Groene Lijn, vanwege de mooie vrijstaande huizen en het groen en ze worden als ‘duiven’ beschouwd wat betreft het vredesproces. (Of dat zo blijft, is natuurlijk de vraag. Of je nu diep in het betwiste gebied woont of vlakbij de grens, voor Palestijnen is dat hetzelfde.) Velen van hen hebben Palestijnen als schoonmaker, tuinman of klusjesman. Ze halen hun werknemers op bij de ingang van de nederzetting en brengen hen na het werk weer terug naar dat punt. Omdat de bewakers Nimr Jamal kenden, werden ze zo verrast toen hij plotseling begon te schieten. (Het vuurwapen bleek in 2003 gestolen te zijn.)

In de namiddag liep ik naar Emek Refaïem, voor een demonstratie tegen de aanleg van de Light Rail in de hoofdstraat tussen de buurten Baka’a, de German Colony en de Greek Colony. Het is een straat met veel bomen en nog veel meer coffeeshops, eethuisjes, luxe banketbakkers, bloemenwinkels, sieradenwinkels, opticiens en hier en daar nog een winkel in huishoudelijke artikelen of de (dure) Super Moshava. De gemeente, die Jeruzalem wil opstoten in de vaart der volkeren, vindt dat hier een aftakking van de sneltram moet komen.


Paaltjes die auto's moeten weren van de stoep worden versierd

Daardoor dreigt het pittoreske karakter van de buurt verloren te gaan; de straat wordt verbreed, een aantal grote oude bomen moet worden gekapt, tuintjes verdwijnen. De smalle zijstraatjes van Emek Refaïem, aangelegd voor ezelvervoer, niet voor auto’s, zullen er onder lijden. Bovendien zal de aanleg jaren duren en veel kleine winkels of coffeeshops zullen het niet overleven, want de gemeente doet niet aan schadevergoedingen. Toen er buurtprotesten uitbraken, werd er zo’n half jaar geleden nog een inspraakavond op het stadhuis belegd. Een deel van de buurtbewoners mocht er niet meer in, want de gereserveerde zaal was te klein.

Kortom, kwaad bloed bij de buurt. Men heeft zich verenigd in een comité, en in samenwerking met stedenbouwkundigen en ingenieurs een aantal alternatieve routes voorgesteld. 1. Zet elektrische bussen in, in plaats van een inflexibele vaste trambaan. 2. Laat de sneltram over de brede snelweg Derech Chewron lopen. 3. Volg de oude treinroute van Jeruzalem naar Tel Aviv. Maar van dat treinspoor is nu een succesvolle wandel- en fietsroute gemaakt, met veel groen en horeca bij het voormalige Treinstation; het is duidelijk dat niemand daar meer van af wil. Dus nu focust de buurt op een vierde alternatief: leg een gedeelte van de sneltramroute aan in een tunnel onder het spoortraject.

Daar stonden we dan, met een grote groep mensen (veel senioren), allen met borden vol schitterend gekalligrafeerde leuzen, met stoplichtborden, met schelle fluitjes en gekleed in zwarte T-shirts met het opschrift dat Emek Refaïem geen Light Rail wenst. Er ontstonden enorme files doordat een aantal oudere demonstranten met looprekjes, moeders met kinderwagens, of jongeren met stoplichtborden, voortdurend langzaam overstak. Intussen klonk door een geluidsinstallatie oorverdovende soul muziek, afgewisseld met vurige toespraken en geluidsfragmenten van bellende trams. Er kwam politie bij, en er stonden een paar soldaten, maar het bleef allemaal rustig; geen tierende bestuurders, dat viel me vooral op.

Na krap twee uur werden de borden langzamerhand neergelegd, de fluitjes zwegen, de geluidsinstallatie hield er ook mee op. We konden naar huis, om op de tv de hartverscheurende begrafenissen van Or Arish (in Har Adar), Youssef Ottman (in Abu Gosh), en Solomon Gavriya (in Be’er Yaacov), te volgen.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2024

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012