Het is schitterend voorjaarsweer in Jeruzalem. Dat komt door de chamsin - de hete droge woestijnwind die vanuit het oosten komt en ongeveer 50 dagen per jaar komt aanwaaien, vandaar de Arabische naam. In het Hebreeuws heet hij sharav. In Afrika heet dat soort wind sirocco, in Frankrijk de mistral en in Zwitserland de Föhn. Chamsin heb je vooral in het voorjaar – maart en april – en als hij ‘breekt’ is iedereen opgelucht, maar via al die chamsin-dagen wordt het trapsgewijs warmer, tot de hete zomer er echt is.
Als je nu naar buiten gaat, voelt de atmosfeer drukkend – een beetje alsof je door stroop loopt, de sharav is een ‘evil wind’. Dat schijnt te maken te hebben met een te hoog gehalte aan positieve ionen – dat klinkt mooi, positief, maar het is niet gezond. Het kan het serotonine-irritatie-syndroom oproepen: branderige ogen, droge geïrriteerde keel, hoofdpijn of migraine, onregelmatige hartslag, ademproblemen en in ieder geval word je er moe van. Bij een groter aandeel aan negatieve ionen in de atmosfeer, zoals aan het strand of bij watervallen, schijnt de mens zich beter te voelen.
En ik merk het meteen bij mezelf. Ik sta in de supermarkt in de rij voor de snelkassa, (max tien boodschappen) en zie geïrriteerd hoe een tweetal mannen voor mij vijf gebraden kippen, een tiental flessen spuitwater, zakken tomaten, appels, allerlei soorten yoghurt, in ieder geval veel meer dan tien boodschappen, in hun karretje hebben liggen. Ik wijs hen op max tien, waarop ze antwoorden dat vijf voorgebraden kippen tellen als één, enzovoorts. “Als vijf kippen er één zijn, ben ik bat HaMoshiach” antwoord ik. (Vergeef me, het komt door de sharav!) In de rij wachtenden achter me barst nu ook boze verontwaardiging los, en een meneer rekent het tweetal voor dat de vijf minuten vertraging die ze bij de kassa opleveren, voor alle vijf personen achter hen geldt, dus dat zijn 25 minuten wachten bij elkaar. (Is dat dezelfde truc? Mijn brein is te omfloerst om daar over na te denken). Dan zegt een van de mannen: “maar wij zijn met z’n tweeën. Dus we mogen twintig boodschappen hebben.” Die opmerking is zo rationeel dat het gemor meteen ophoudt.
Later in de bus merk ik het opnieuw. Er zit een heel aardige buschauffeur, een man met grijs haar, die de tijd neemt voor zenuwachtige oude vrouwtjes die hun veelrittenkaart niet kunnen vinden en die ook niet wegrijdt als zo’n oude dame nog niet zit – en daardoor een groen stoplicht mist. Een passagier voorin gaat dat te traag: “waarom rijdt u niet weg? U bent een bus, een bus heeft voorrang, net als de sneltram.” (Bij de sneltram zijn de stoplichten zo ingesteld dat de tram altijd voorrang heeft.) De bus blijft rustig staan, tot het stoplicht weer op groen gaat. “Waarom rijden ze hier niet net zo als in Europa, waar bussen altijd voorrang hebben, waarom rijden ze hier niet zoals in de rest van de wereld” blijft de passagier geïrriteerd roepen. De chauffeur antwoordt niet, want tja, wat moet je, het is chamsin.
In deze drukkende dagen heeft Netanyahu de laatste hand gelegd aan zijn coalitie, dat voorspelt ook niet veel goeds, al bevinden politici zich meestal in ruimtes met air-conditioning. Yair Lapid heeft het voor elkaar gekregen dat het aantal ministers flink is teruggebracht, van 30 tot 21, een pluspunt, want Netanyahu formeerde de meest opgezwollen kabinetten ooit. Lapid wordt Minister van Financiën, een post die hem van populaire tv-presentator wel eens in de meest gehate minister zou kunnen veranderen, en Buitenlandse Zaken, de post die hij graag had willen hebben, wordt ‘vastgehouden’ voor Lieberman, als die tenminste de tegen hem aangespannen rechtszaak overleeft. Het Ministerie van Huisvesting en Constructie komt in handen van de settlerpartij Habait Hayehudi, dus dat betekent uitbreiding van de nederzettingen op de Westbank. Naftali Bennett schijnt de grote bemiddelaar tussen Netanyahu en Lapid te zijn geweest, die had kennelijk geen last van de chamsin maar hield het hoofd koel …