Lente in Amsterdam, winter in Jeruzalem

Eva van Sonderen

vrijdag 1 maart 2019

Amsterdam had prachtige zonnige dagen in de tweede helft van februari – mensen zaten op terrasjes, weliswaar met hun jas aan, maar ook met een zonnebril op. Bij het Vara- natuurprogramma Vroege Vogels kwamen de telefoontjes binnen van luisteraars die onwaarschijnlijk vroeg bloeiende planten of broedende vogels hadden opgemerkt. Je voelde je bijna schuldig om zo van de lentesfeer te genieten, want was dat niet het resultaat van de opwarming van de aarde? Hoewel, ik herinner me dat februari aan het einde van de maand vaak een aantal schitterende dagen heeft, waarop maart dan weer storm en regen kan brengen.

Storm en regen was er in ieder geval in dezelfde periode in Israël en zeker in Jeruzalem. Afgelopen vrijdag begon zonnig en warm, om halverwege de dag los te breken in een stortbui die over ging in ijzige hagel. Ik stond met talloze anderen die zonder jas of paraplu de deur uit waren gegaan, te schuilen onder de luifel van een groentewinkel. Mopperen over regen kan niet in Israël, want het is een zegen voor het land. En die zegen is overvloedig gevallen dit seizoen, na een opeenvolging van vijf extreem droge winters. Baroech Hasjém dus, al kom je met lekke, soppende schoenen thuis.

In de Kinneret (het Meer van Tiberias) was het waterniveau de afgelopen vijf jaar gevaarlijk gedaald. In het midden van het meer kwam zelfs een ovaal eilandje bloot te liggen. Er zijn twee rode strepen die van belang zijn voor het waterniveau: als het water tot de bovenste rode streep komt is het meer vol. Als het water lager komt dan de tweede rode streep heeft dat schade aan het ecologisch evenwicht tot gevolg en daalt de kwaliteit van het water; het wordt te zout. Dan is er nog een zwarte streep: komt het water zó laag dan kan er niet eens meer water worden opgepompt en is het ecologisch evenwicht van het meer blijvend verstoord. In juni vorig jaar lag de waterspiegel maar liefst 57 cm. beneden de lagere rode streep. Na de laatste regenbuien komt het water net 2 cm. boven die rode streep uit. Het kan nog hoger komen als er smeltwater van de sneeuw bij de berg Hermon bij komt. De zorgen zijn echter nog niet voorbij, want in de hete zomers verdampt er 1 cm. per dag. In het afgelopen jaar heeft de regering daarom een noodprogramma van dertig miljoen dollar goedgekeurd, dat onder andere de financiering van twee nieuwe ontziltingsinstallaties inhoudt, en een plan om water direct het meer in te pompen.

Jeruzalem ziet er als gevolg van de stortregens heel groen uit. In tuinen en op braakliggende gronden woekert een klaversoort met gele bloemetjes, een invasieve soort die oorspronkelijk uit zuidelijk Afrika komt. De blaadjes smaken naar zuring en in het Nederlands heet dit plantje (gele) klaverzuring (oxalis pes caprae). Je kunt het eten als zuring, maar moet er niet teveel van eten, het oxaalzuur verhindert de opname van kalk in het lichaam.


Gele klaverzuring, met gesloten bloemetjes vanwege de regen

Een andere wilde plant die nu veel te zien is, is choebeiza, waarvan de bladeren als spinazie kunnen worden gebruikt. In de Palestijnse keuken is het een bekende groente. De Nederlandse naam is kaasjeskruid, en de Israëlische variant hier heet kleinbloemig kaasjeskruid (of is het misschien rond kaasjeskruid?). In het Hebreeuws heet het lachmiet of chalmiet. Lachmiet is ontstaan onder invloed van het Arabische woord choebz, wat brood betekent, lechem. Hoe het ook wordt genoemd, ik heb het bereid met volle rijst, gebakken ui, en tomaat (en veel choebeiza want het slinkt net zo veel als spinazie.) Het was een smakelijk gerecht.


Choebeiza, met het ronde, geschulpte blad

Herman Cohen z.l. beschrijft in zijn boek Jood in Palestina. Herinneringen 1939-1948 de Arabische belegering van Jeruzalem tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog. Joods Jeruzalem was op een gegeven moment volkomen afgesloten van de buitenwereld; het was de bedoeling van de Arabische militaire leiding om de bevolking van de stad op de knieën te krijgen door haar uit te hongeren. Voedsel en zelfs water waren op rantsoen. Er was vooral gebrek aan vitaminerijke groente en sinaasappels. Op braakliggende velden groeiden veel distels, voedsel voor de overal aanwezige ezels. Huisvrouwen ontdekten dat de distelstengels, ontdaan van de stekels en lang genoeg gekookt, ook voedzaam waren. Maar erg vitaminerijk waren ze niet. Later verscheen er plotseling een donkergroen, sappig onkruid dat zich razendsnel verspreidde en als spinazie kon worden gebruikt. Cohen noemt de naam van het onkruid niet, maar het was vast en zeker choebeiza dat de inwoners van Jeruzalem aan ijzer en vitamines heeft geholpen.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2024

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012