Afgelopen week was een kritieke week voor Israël. Het begon zaterdagavond met een positieve gebeurtenis: zangeres Netta Barzilai uit Hod Hasjaron die met haar spetterende optreden en een lied dat opriep tot acceptatie van ‘anders zijn’, het Eurovisie Songfestival won. In de straten en op het strand van Tel Aviv werd dat uitbundig gevierd. Zondag volgde Jom Jeroesjalajim, waarbij grote groepen, meest religieuze jongeren met Israëlische vlaggen door de straatjes van de Oude Stad trekken. Deze keer bleven veel Arabische winkeltjes open en een groot aantal politieagenten zorgde ervoor dat gewelddadige botsingen tussen Israëli’s en Arabieren in de Oude Stad uit bleven. Ik heb weinig met deze feestdag waarop de halve stad onbereikbaar is, bleef rustig thuis en hoorde alleen voortdurend politie- helikopters boven de stad cirkelen.
Maandag de officiële opening van de Amerikaanse ambassade in de wijk Arnona van Jeruzalem. Tot nu toe een vrij symbolisch gebaar want het merendeel van het ambassadepersoneel blijft voorlopig in Tel Aviv, alleen ambassadeur Friedman en enkele medewerkers trekken in bij het consulaat. Dat neemt niet weg dat de “erkenning van Jeruzalem als Israëls hoofdstad” tot enorme Palestijnse woede heeft geleid, al is de ambassade gelegen in west-Jeruzalem. Ik ging om een uur of vijf even een kijkje nemen. Slierten Israëlische en Amerikaanse vlaggetjes in Ein Gedi-straat wezen me de weg. Bij het ambassadegebouw kon ik niet komen, de weg was afgezet. Voor de hekken wat mensen met Israëlische vlaggen die stonden te discussiëren. Achter de hekken Israëlische soldaten. Geen ambassade te zien, wel persfotografen en een auto met een schotelantenne op het dak.
Zo’n vijftien jaar geleden is in Arnona een groot, smaakvol gebouwd complex van hoge natuurstenen flatgebouwen verrezen, in een parkachtig landschap met bomen, paden, trappen, bankjes en kinderspeelplaatsen. Ik liep tussen die gebouwen door en kwam terecht bij wat ik aanzag voor een demonstratie van Vrede Nu. Een grote groep van voornamelijk Palestijnen en enkele Israëlische Joden, jong en oud, seculier en religieus, die, aangevuurd door megafoons, Arabische leuzen schreeuwden. Af en toe ook in het Engels: “Palestine Free, Palestine Free, from the river to the sea!” (Ik hoopte dat ze bedoelden dat Joden en Palestijnen vredig naast elkaar zouden leven in een land, maar vreesde dat ze iets anders bedoelden.)
Ook deze menigte werd tegengehouden door een hek, daarachter een zee van merendeels jonge soldaten. Er werd geen geweld gebruikt, ze stonden er alleen maar. Op een hoge stenen muur zaten jonge toeschouwers, waaronder jesjiwa-studenten. Een Japanse (?) journaliste hield een microfoon onder de neus van een zichtbaar Joodse man, die uitlegde dat Joden en Palestijnen beiden hetzelfde land claimden en nooit zouden vertrekken, dus dat de twee-staten-oplossing de enige oplossing was.
In gesprek met de voorstander van de twee-staten-oplossing
Daarna sprak ze een van de Arabische leiders aan, die haar meedeelde dat de Palestijnen uit Palestina waren verjaagd, dat de Israëli’s Jeruzalem onrechtmatig hadden ingenomen en dat dit onrecht tenslotte zou worden hersteld. In de menigte stonden ook twee ultra-orthodoxe Joden met een protestbord, tegen het dwingen van religieuze Joden om tegen hun geloofsovertuiging in, in het leger te moeten. Heeft niets van doen met Trumps verplaatsing van de ambassade, maar enige gratis publiciteit is nooit weg. Vanaf de balkons van de flatgebouwen keken talloze bewoners neer op de demonstratie. Twee vrouwen hielden vanaf hun balkon een tuinslang met sproeikop gericht op de demonstranten, maar door de grote hoogte kwam het water slechts als een mild voorjaarsregentje neer.
Achteraf lees ik op Ynetnews dat het helemaal geen demonstratie van Peace Now was, maar dat die werd georganiseerd door het Hoger Follow-up Comité voor Arabische Burgers in Israel, en dat de oudere mannen met snorren in colberts die werden geïnterviewd, Arabische Knessetleden waren. Een van de leuzen die ik niet kon verstaan, bleek te zijn: “We zullen ons leven geven voor de Al Aqsa moskee”. Als ik een uur eerder was gekomen, had ik nog kunnen meemaken dat veertien personen werden gearresteerd wegens ordeverstoring.
Op dezelfde maandag zijn er bij de grens van Israël met Gaza het grootste aantal slachtoffers gevallen – 58 doden en 2.700 gewonden, volgens het Hamas-ministerie van Gezondheid. Ik ben treurig. De Israëlische legerleiding waarschuwde al maanden dat er in Gaza een humanitaire noodsituatie was ontstaan – maar kreeg weinig sjoege van de Israëlische regering. (Je zou bijna wensen dat het leger de macht grijpt in Israël, chas-ve-shalom.)
Natuurlijk heeft Hamas de oorspronkelijk geweldloos bedoelde Mars van de Terugkeer overgenomen en hitsen ze de jongeren van Gaza op: Hamasleider Yahya Sinwar beloofde “de levers van de bezetters op te eten”, respectievelijk “hun harten er uit te rukken” (wat allebei de betekenis van wraak nemen schijnt te hebben.) Gazanen worden betaald om het grenshek te vernielen; ze worden voorzien van grote metaalscharen en molotov-cocktails.
Maandag om ongeveer vier uur (opening van de ambassade) gaven Hamasleiders het sein om massaal het hek te bestormen, met dit grote aantal doden en gewonden tot gevolg. Hun opruiing – “We rusten niet tot we in de Al Aqsa kunnen bidden” – laat zien dat het Hamas gaat om terugkeer tot heel Israël, geen twee-staten-oplossing. Ze zouden niet zoveel succes hebben als de situatie van de bewoners van Gaza niet zo uitzichtloos was …