Er circuleren filmpjes op Facebook waarop te zien is hoeveel er mis gaat bij de ‘reguliere’ slacht in Nederlandse slachthuizen. Ik heb ze expres niet willen bekijken, en vertrouw op degenen die dat wel durfden te zien en op eerdere verslaggeving van misstanden eind 2017. Toen werd bekend dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gedurende twee jaren 48 boetes had opgelegd aan negentien abattoirs. Een van de slachterijen, waar voornamelijk varkens werden geslacht, had zelfs elf boetes opgelegd gekregen en was toch nog niet gesloten.
Het gaat om ‘verdovingen’ (= een stalen pen door de kop schieten) die vaak fout gaan, zodat de aan haken opgehangen dieren nog bij bewustzijn worden gekeeld en gevild. Om varkens waarbij de keel niet volkomen wordt doorgesneden en die levend in een bad met heet water worden gegooid (om de haren gemakkelijker van de huid te krijgen) en die worstelend verdrinken. En als de dieren eenmaal dood zijn en op de lopende band worden vervoerd, hebben de keurmeesters precies 11 seconden om te zien of het vlees tekenen van ziekte vertoont, of om besmettingen te constateren. Af en toe wordt er een steekproef gedaan, maar dat schijnt doorgestoken kaart te zijn: zieke delen van de uitgekozen karkassen worden van tevoren afgesneden en weggegooid. Het reguliere slachten is dus niet alleen soms gruwelijk, het eindproduct kan ook gevaar voor de volksgezondheid opleveren.
Net als degene die mij deze berichten doorstuurde, dacht ik meteen aan de actie die de Partij voor de Dieren in het verleden voerde tegen de koosjere en de halal slacht. Die werden als ‘barbaars’ afgeschilderd, maar er werd met geen woord gerept over de praktijken in de reguliere slacht. Het is niet moeilijk te begrijpen waarom: de Nederlander laat zich niet graag zijn biefstuk, karbonaadje of kippenbout afnemen, dat levert geen stemmen op. Je hebt meer succes bij de kiezers als je de (onbekende) slachtmethodes van twee minderheidsgroepen belooft te verbieden.
Een paar jaar geleden werd ik in Amsterdam bij een verkiezingscampagne aangesproken door twee jonge meiden van de PvdD. Ik legde uit waarom ik absoluut niet op hun partij ging stemmen. Ze moesten maar eens gaan kijken hoe kleinschalig en zorgvuldig de koosjere slacht plaatsvindt, zei ik en begon uit te leggen over zeer scherpe messen waar geen braam aan mag zitten, dat het dier volkomen gezond moet zijn, et cetera. Het ene meisje zei: “Ja we hebben gevraagd of we er bij mochten zijn, maar ze wilden ons niet toelaten.” “Kun je zien dat ze wat te verbergen hebben”, vulde de ander meteen in. Van die laatste opmerking werd ik zo nijdig dat ik zonder verder praten doorliep. Als de PvdD inderdaad niet welkom was om de sjechieta een keer bij te wonen, lijkt me dat geen handig besluit. Misschien moet dat worden gekoppeld aan de verplichting dan ook een kijkje te gaan nemen bij een regulier abattoir. Zodat een vergelijking mogelijk is.
Dat het bij de koosjere slacht in Nederland fatsoenlijker toegaat, lijkt me in de eerste plaats het gevolg van de voorschriften voor sjechieta, (dieren mogen de slacht van het voorgaande dier niet kunnen zien bijvoorbeeld). En in de tweede plaats vooral het gevolg van de kleinschaligheid, waardoor de voorschriften nauwkeurig kunnen worden gevolgd en er tijd is om het vlees daarna gedetailleerd te controleren. Als er op zo’n industriële schaal zou moeten worden geslacht als bij de reguliere slacht, zou er eerder iets mis kunnen gaan. Ik zou mijn hand er niet voor in het vuur willen steken dat al het vlees-met-hechsjer in de Israëlische supermarkten aan de hoge eisen van het kasjroet voldoet, vooral wat de behandeling van dieren voor de slacht betreft.
In het verleden (2012, 2015) hebben Israëlische dierenbeschermingsorganisaties undercover gefilmd bij de twee grootste slachthuizen in Israël, Badach in Deir-al-Asad en Tnuva’s Adom Adom in Beit She’an. In beide slachthuizen werden dieren extreem wreed behandeld (met elektrische schokken gestimuleerd om door te lopen, of geslagen en getrapt) en werden de sjechieta-voorschriften op grove wijze geschonden (kalveren die door een niet-deskundig uitgevoerde halssnede nog niet dood zijn en al opgehangen worden en dergelijke). Het vlees uit Badach wordt als glatt-kosher verkocht onder Badatz hechsjer. Kortom, door de ‘productiedruk’ in deze slachterijen is werkelijk koosjer slachten niet mogelijk; een hechsjer op deze producten is een aanfluiting.
Rabbijn Asa Keisar is een Israëlische geleerde op het gebied van religie en voorstander van veganisme. Hij groeide op in een orthodox Jemenitisch gezin. In zijn boek Velifnei Iver (Voor de blinde, een toespeling op het verbod uit Leviticus om een struikelblok te plaatsen voor de voeten van een mens die blind is) constateert hij dat het eten van vlees, zuivel en eieren volgens de Tora niet langer is toegestaan, gezien de mate van wreedheid die dieren in de bio-industrie ondergaan. “Om je aan de geboden te houden kun je niet langer vlees eten.”
Op initiatief van rabbijn David Rosen, voormalig operrabbijn van Ierland, die tegenwoordig in Jeruzalem woont en werkt, ondertekenden zeventig rabbijnen uit alle windstreken (onder wie onze ‘eigen’ Nathan Lopes Cardozo en de Amerikaanse Shefa Gold) een verklaring waarin ze Joden oproepen af te zien van dierlijke producten, omdat de bio-industrie het Joodse verbod tsa’ar baalei chaim overtreedt, dat wil zeggen het verbod op het mishandelen van dieren. Rosen noemt in het bijzonder de transportmethodes van dieren naar het slachthuis (te veel dieren opeen gepropt, die niet bij water kunnen komen) en het volpompen van vee, vooral melkkoeien, met hormonen en antibiotica om de melkopbrengst te vergroten. Een Amerikaanse halachische autoriteit heeft na inspectie van koeienkarkassen verklaard dat hun interne organen zulke afwijkingen vertoonden dat ze als treif moesten worden beschouwd – en dat geldt dan ook voor de melk van zulke treif verklaarde koeien.
Bio-industrie en dierenwelzijn gaan in ieder geval niet samen, zelfs niet bij de koosjere slacht, tenzij die op kleine schaal plaatsvindt. Dus: eet minder of geen vlees, minder of geen zuivel, minder of geen eieren. (Volgende keer misschien over de bloei van veganistische restaurants in Israël.)