Vorig jaar zag ik de speelfilm Lemaleh et hachalal, in de Engelse vertaling Fill the void (volgens mij moet het ‘Filling the void’ zijn, maar nou ja). Het is het debuut van de ultra-orthodoxe cineaste Rama Burshtein. De film scoorde zeven Ophirs, Israëlische equivalenten van de Oscar, en was Israëls inzending voor de Academy Award voor beste buitenlandse film. Hij is overigens uit de race gevallen. Het is het verhaal van Shira, een 18-jarig chassidisch meisje, voor wie al een partner is uitgezocht, een jongeman met goede religieuze vooruitzichten. Ze heeft hem eenmaal van een afstand gezien, in de supermarkt en is opgewonden over het vooruitzicht met hem te trouwen. Maar door een drama in de familie staat deze verbintenis op de tocht. Haar oudere getrouwde zus, die zwanger is, sterft als de baby te vroeg wordt geboren. In de film wordt langzamerhand duidelijk dat Shira moet kiezen tussen haar eigen wens en haar loyaliteit aan de familie waaruit ze voortkomt ...
Ik heb de film twee keer gezien, niet omdat hij zo lang of ingewikkeld is, of een heftige actiefilm. Integendeel, alles speelt zich af in hetzelfde milieu, vrij statisch, en toch zit er een enorme spanning in. “De film is gemaakt met mijn bloed,” zegt de 45-jarige Burshtein die pas op latere leeftijd vroom werd. “Ik leefde ooit een leven zonder enige remmen,” zegt ze in een interview met Ha’aretz (2 november 2012). “Nadat ik religieus werd ging ik een diepe stilte binnen. Niet omdat ik mezelf daartoe dwong; ik had gewoon niets te zeggen. Ik was zo in de ban van de Tora, al het andere was daarbij vergeleken bleek en ongevormd.” De foto in de krant toont een mollige charedi vrouw van middelbare leeftijd, de haren bedekt met een soort tulband, lange rok, mouwen tot over de elleboog. Ze wilde de film maken omdat ze een andere film over ultra-orthodoxen een aanfluiting vond, die alleen de buitenkant liet zien. (Ik gok er op dat die andere film ‘Ushpizin’ was, een komedie die zich afspeelt met Soekot). “Ik realiseerde me dat wij, de charedim, geen culturele stem hebben.” Ze wil laten zien dat charedim ook gewoon mensen zijn die gevoelens hebben, ook al lijkt dat voor een buitenstaander soms niet zo, vanwege het gereglementeerde van het vrome leven. Het thema van de film werd haar aangereikt toen ze tijdens een charedi bruiloft hoorde van een meisje dat net verloofd was met de weduwnaar van haar overleden zus. Ze kreeg wonder boven wonder toestemming van haar rebbe – die ze beschrijft als een echte tsaddik – om de film te maken, al wilde de rebbe het script niet lezen, dat liet hij aan Rama’s echtgenoot over, en hij heeft de film ook niet gezien. Alle figuranten zijn charedim die zonder de brief van de rebbe, dat de maakster een vrome vrouw is en dat hij het project zijn zegen geeft, niet hadden kunnen meedoen. De enige seculiere actrice is Hadas Yaron, die op overtuigende wijze de ingetogen Shira neerzet, en daarvoor op het Filmfestival van Venetië de prijs voor de beste actrice ontving.
In het interview wordt duidelijk dat ‘de leegte die gevuld moet worden’ niet alleen slaat op het thema van Fill the Void, maar ook op Burshtein zelf, op de reden waarom zij ultra-orthodox is geworden. Ze vertelt dat de Joodse godsdienst in haar verleden absoluut geen optie was, ze vond het schwartz en muf. Andere spirituele bewegingen, zoals het boeddhisme, trokken haar aan en openden een nieuwe wereld voor haar. De motor van haar zoektocht naar betekenis was een absoluut gevoel van eenzaamheid, en dat gevoel bleef. Pas door zich onder te dompelen in de Tora kreeg ze opeens een ervaring van verbinding, met ‘de alomtegenwoordigheid van Hasjem’ zoals ze het uitdrukt (die tesjoewe vond, een niet onbelangrijk detail, plaats nadat ze op 25-jarige leeftijd, afgestudeerd aan de Sam Spiegel filmschool, naar een filmfestival in München ging, de eerste keer dat ze in Duitsland was). The void was filled, maar het betekende niet dat ze daarna wegzweefde in gelukzaligheid – het betekende overgave aan een leven gelimiteerd door alle mitswot, een huwelijk en vier kinderen, en “een voortdurende innerlijke dialoog met mijn vroegere leven”.
Lemaleh et hachalal is de populairste Israëlische film van 2012 en is inmiddels door 182.000 mensen gezien (terwijl hij, op verzoek van de cineaste, niet op sjabbat wordt vertoond). Hopelijk komt de kans gauw om hem ook in Nederland te bekijken, op het Joods Filmfestival, of in een filmhuis voor een algemeen publiek.