Gelden in Nederland vijf opeenvolgende warme dagen waarvan drie met dertig graden of hoger, als een hittegolf, volgens die norm kent Israël een langdurige hittegolf van drie à vier maanden in de zomer. Vanaf half juni, juli, augustus tot en met september. Had je twintig jaar geleden in Tel Aviv airconditioning nodig vanwege de vochtige hitte, in het droge Jeruzalem kon je zonder. Dat geldt niet meer, bijna iedereen die ik ken, heeft nu airco. Of op zijn minst overal ventilators en ramen dicht, rolluiken half naar beneden. Ik probeer zelf tussen twaalf en vier uur zo min mogelijk op straat te zijn.
De opwarming van de aarde heeft in de toekomst nog ingrijpender gevolgen. Haaretz van 16 augustus jongst leden heeft er een artikel aan gewijd, onder de kop: ‘Warm, warmer, hot: Israel in 2100’. Een paar dagen voordat de verwoestende branden in het Amazonegebied in het nieuws kwamen, en de even onheilspellende branden op de Siberische taiga.
“Na ons de zondvloed, zoals het gezegde luidt. Mensen begrijpen niet echt waar we het hier over hebben”, zegt prof. Rinkevich, mariene bioloog van het Oceanografisch Onderzoekscentrum. “Ze denken aan smeltende ijsbergen en ijsberen die hun territorium verliezen. Ze begrijpen niet dat we verwachten dat alles gaat veranderen: de lucht die we inademen, het voedsel dat we eten, het water dat we drinken, de landschappen om ons heen, de wereldzeeën, de seizoenen, ons dagelijks leven, de kwaliteit van ons leven. Onze kinderen zullen zich daar aan moeten aanpassen, of ze sterven uit.” Hij voegt er aan toe: “Ik ben blij dat ik het niet meer meemaak.”
De beschouwing in Haaretz gaat uit van een ‘gematigde’ opwarming van twee à drie graden Celcius. Volgens het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) zou bij die graad van opwarming 37 procent van de wereldbevolking te maken krijgen met extreme hitte, en meer dan vierhonderdmiljoen mensen met waterschaarste. Maar volgens een onderzoeksgroep van de Universiteit van Haifa, afdeling Geografie en Milieustudies, gaat de opwarming rond de Middellandse Zee wel anderhalf keer zo snel als in andere streken. En omdat Israël óók te maken heeft met schaarste aan water, een snelle bevolkingsgroei, overbevolking, en grotere hitte in dichtbebouwde steden, is het kwetsbaarder voor de klimaatcrisis.
De afdeling Milieustudies van de Universiteit van Tel Aviv gebruikt computermodellen die laten zien dat tegen het einde van de 21ste eeuw, de seizoenen ingrijpend zijn veranderd: een lange zomer van zes maanden en een korte winter van twee à drie maanden. De zomer zal drukkend heet en vochtig zijn, en in het overgangsseizoen van de herfst is er meer kans op krachtige onweersbuien, met meer hagel en plotselinge overstromingen. Ook wordt een groter aantal sharav dagen verwacht, met hete droge wind vanuit de woestijn. Men verwacht dat de korte winters meer voorjaarsachtig zullen zijn, afgewisseld met korte hevige stormen en extreme overstromingen.
Bij mijn weten is Knessetlid Stav Shaffir van de progressieve Democratische Unie (de verbintenis van Baraks Democratic Israel, met Meretz en The Green Movement) de enige die een gedetailleerd twaalfjaren ‘groen’ programma heeft opgesteld dat moet voorkomen dat Israël ten onder gaat in de klimaatcrisis. Onderdelen van haar programma zijn: een geleidelijke beperking van particuliere auto’s in de steden; meer investeringen in het openbaar vervoer; bij nieuwbouw meer hoogbouw om het landschap te ontzien; en een geleidelijk terugdringen van de vleesconsumptie. Een heel bescheiden programma lijkt mij. Want er is nog een andere, demografische kwestie. Het gemiddelde geboortecijfer in Israël is 3,1 per vrouw, het hoogste cijfer in de OECD (Organisation for Economic Cooperation and Development), bijna één kind meer dan in landen als Turkije en Mexico. (In Nederland is het 1,78). Israëls bevolking verdubbelt tot nu toe iedere 34 jaar. Op die manier zouden er tegen het einde van de eeuw 36 miljoen inwoners zijn, nog afgezien van de Palestijnen in Judea, Samaria en in Gaza. Waar moeten die allemaal wonen?
Minder kinderen krijgen is de voordehand liggende oplossing, aldus Alon Tal, het hoofd van de afdeling Public Policy aan de Universiteit van Tel Aviv. Een kind minder krijgen zet zestig keer zoveel zoden aan de dijk als al het andere dat je kunt doen, zoals veganist worden, een elektrische auto rijden, een zonnepaneel op je dak zetten, en zo voort. Tal, die bij de partij Kachol veLavan op een onverkiesbare plaats staat, trekt met een collega Knessetlid het land door; overal zien ze hoe natuur- en landbouwgebieden worden opgeslokt door stedelijke agglomeraties. Ook de uitstoot van fossiele verbrandingsgassen neemt nog steeds toe in plaats van af. Het pleiten voor afname van de bevolkingsgroei ligt om uiteenlopende redenen heel gevoelig in het kinderrijke Israël. “Het maakt me niet populair”, zegt Tal, “maar wat gaan we onze kinderen vertellen? Dat we een hogere kwaliteit van leven wilden? Dat we al het aardgas uit de zee hebben gehaald omdat het economisch zo voordelig was? We hebben het hier over een kwestie die onze toekomst zal bepalen, vooral voor landen rond de Middellandse Zee, en de regering van Israël is niet in staat een minister te benoemen die het iets kan schelen dat we gewoon gekookt gaan worden?”