De auteursrechten op het dagboek van Anne Frank zijn in 2015 verjaard en dat is te merken, de jakhalzen komen los.
Ik had vaag iets gehoord over een nieuwe bewerking getiteld Achter het Huis, maar meer niet. Toen belde E. me ’s middags op om zijn hart te luchten over wat hij had beluisterd bij OVT, het radioprogramma van de VPRO op de zondagochtend. Tekstschrijver Ilja Pfeijffer en regisseur Johan Doesburg hebben een “dramatiserende bewerking” van het dagboek gemaakt. “En ze neutraliseren het totaal, er komt geen Jood of Duitser meer in voor”, zei E. geëmotioneerd. Johan Doesburg? vroeg ik. Dezelfde die destijds zo nodig dat stuk van Fassbinder (Het vuil, de stad en de dood) op de planken moest brengen? Ja, die Doesburg blijkt het te zijn. In OVT discussieerden presentator Jos Palm, oud-NIOD directeur David Barnouw en acteur Hajo Bruins die de rol van Otto Frank speelt, over het nieuwe toneelstuk.
Via Uitzending Gemist heb ik de discussie alsnog beluisterd en al luisterend begon mijn bloed langzamerhand te koken. Ten eerste, wie haalt het in zijn hoofd om te zeggen dat “het dagboek zogezegd wat dramatisering nodig had om opnieuw tot leven te komen”?! (Alsof de bewerking voor een jonger publiek door Leon de Winter en Jessica Durlacher niet bestaat; daar had ik destijds enig bezwaar tegen vanwege de luxueuze catering er omheen, maar die bewerking was integer, niet uit op smakeloze sensatie.) Hajo Bruins vertelt dat Pfeijffers bewerking zich onderscheidt van andere bewerkingen “doordat het ruiger is. Anne schreef natuurlijk vanuit zichzelf en een van de sleutelgedachten is onder andere dat Anne een heleboel dingen niet heeft meegemaakt. En wij laten een aantal dingen zien die zouden kunnen zijn gebeurd in een soortgelijke situatie.” Een van de ‘ruigere toevoegingen’ die Pfeijffer heeft bedacht: Anne’s zus Margot te laten verkrachten door tandarts Pfeffer.
Is dit een voorbeeld van extreme dramatisering van wat er in een onderduik gebeuren kan? Nee zegt Bruins, het is een actualisering om het stuk door te trekken naar wat er in een onderduik in vrachtauto’s vanuit Syrië of boten vanuit Griekenland gebeurd zou kunnen zijn. Verdomme, als je de vluchtelingenstromen vanuit Syrië en Afrika op het toneel wilt zetten, schrijf dan een volledig nieuw toneelstuk, in plaats van je te vergrijpen aan de families Frank, Van Pels en meneer Pfeffer die in het achterhuis – zo goed en zo kwaad als het ging – hebben geprobeerd aan de totale vernietiging te ontkomen. Dit is echt meeliften op de roem van het dagboek.
“Pfeijffer wilde de situatie van Anne Frank ‘optillen’ naar het algemeen menselijke in plaats van specifiek die situatie in de tweede wereldoorlog”, verklaart Bruins, en daarna volgt de zin: “dus wij zijn allemaal daders en allemaal slachtoffers – ware het niet dat natuurlijk het Joodse volk een heel ander slachtoffer is dan het Nederlandse volk nu”, voegt hij er nog wel voorzichtig aan toe. Zet mensen een tijdlang gedwongen bij elkaar en het wordt een bloedige slachtpartij, daar komt zijn betoog op neer. In werkelijkheid – maar de heren twijfelen ook aan de opmerkingsgave van “een dertienjarig meisje”, haar boek is ook maar fictie wordt er gezegd – beschrijft Anne wel degelijk het gevoel van opgesloten zijn en de kleinzielige ruzies die er steeds uitbreken. Maar zo ruig als Pfeijffer het wil is het niet. Heeft dat misschien met het beschavingsniveau van de onderduikers te maken en met de tijdgeest van toen?
Al googelend stuitte ik in De Groene Amsterdammer van 12 juni 2013 op een recensie van Loek Zonneveld over een andere toneelbewerking van Johan Doesberg, namelijk van Mulisch’ Het Stenen Bruidsbed. “Het eerste terugkerende thema in Doesbergs werk is stellig: wraak”, schrijft Zonneveld. “Mensen die iets verschrikkelijks hebben meegemaakt verzetten zich tegen de gevolgen daarvan, vanuit de begrijpelijke neiging het hun aangedane leed te corrigeren. Dat maakt de relatie tussen slachtoffer en dader, tussen beul en zijn subject, transparant en min of meer inwisselbaar, een tweede belangrijk thema. Gekoppeld aan [Doesburgs] afkeer van individuen die in een of andere vorm van slachtofferschap zijn blijven steken.”
Dat is dus de redenering die Achter het Huis schuilgaat.
Ik ben het helemaal eens met het Anne Frank Fonds in Bazel “dat slachtoffers hier tot daders worden gemaakt”. En wat OVT betreft: een gotspe dat er bij een discussie over deze bewerking geen Joodse deelnemer was. De drie heren houden hun rationele, sarcastische beschouwingen over ‘de toestand’ die is losgebarsten over het stuk, maar ze voelen niets en ze begrijpen ook niets. De Joodse stem ontbreekt geheel.