Iedereen die de bus naar het centraal busstation in Tel Aviv neemt, ziet hoe de omgeving van dit roodbetegelde stationmonster gaandeweg is veranderd. Van een verpauperde buurt met arme Sefardische en Mizrachi Joden is het nu een verpauperd ‘klein-Afrika’ geworden. Asielzoekers uit Afrika die tot 2013 via de Sinaïwoestijn Israël binnenkwamen – dat kan nu niet meer, de grensmuur tussen Egypte en Israël is in 2013 voltooid –, werden opgepikt door het Israëlische leger en vrijgelaten in de buurt van Tel Aviv of Beersjeva, of meteen naar de Saharonim gevangenis gestuurd. Het grootste deel van de vluchtelingen kwam uit Eritrea en Soedan. Vaak hebben ze vreselijke dingen meegemaakt in de Sinaïwoestijn, werden ze ontvoerd door lokale bedoeïenen, die losgeld eisten van hun in Afrika achtergebleven familie en die niet terugdeinsden voor marteling van de mannen en verkrachting van de vrouwen.
Er wonen op het ogenblik naar schatting circa 40.000 Afrikanen in Israël, zo’n 35.000 uit Eritrea en zo’n 5.000 uit Soedan. Een deel van hen, op het ogenblik 970 personen, verblijft in het detentiecentrum Holot, in de woestijn vlakbij de grens met Egypte. Ze hebben daar een bed (in overvolle vertrekken) en krijgen te eten, maar mogen niet werken en moeten zich drie keer per dag melden, zodat ze ook niet kúnnen werken. Verder zitten er 450 personen in de Saharonim gevangenis, een echte bajes. En de rest is aan het integreren: op het strand van Tel Aviv, in eethuisjes, in hotels in Eilat, overal zie je Afrikanen de strandstoelen neerzetten, de kaartjes verkopen en in de keukens werken.
Echter, de Israëlische regering heeft op 1 januari jongst leden aangekondigd dat alle 40.000 Afrikanen het land moeten verlaten. Ze moeten terug naar hun thuisland (waar ze levensgevaar lopen) of naar Rwanda en Oeganda. Ze kunnen kiezen om ‘vrijwillig weg te gaan’, met een oprotpremie van 3.500 dollar plus een vliegticket, of om voor onbepaalde tijd naar de gevangenis te worden gestuurd. Oeganda heeft inmiddels tegengesproken dat er een overeenkomst is gesloten met Israël; Rwanda schijnt bereid te zijn circa 10.000 asielzoekers op te nemen tegen een premie van 5.000 dollar per toegelaten asielzoeker. Enige lichtpunt: vrouwen, kinderen en slachtoffers van mensenhandel zouden voorlopig niet weg hoeven, evenmin als de weinige vluchtelingen die nog geen antwoord op een asielaanvraag hebben gekregen.
Ik kwam in aanraking met de Afrikaanse asielzoekers toen ongeveer anderhalf jaar geleden een groep uit Holot werd geïntroduceerd in onze reform sjoel, Kol Haneshama. Een van de Eritreeërs vertelde dat hij het dagboek van Anne Frank had gelezen, en dat hij er zo van onder de indruk was dat hij bezig was het te vertalen in het Tigrinja (de taal die in Eritrea wordt gesproken). Ik vertelde dat ik als kind op dezelfde Montessorischool had gezeten als Anne, met hetzelfde schoolhoofd, mevrouw Kuperus. Hij reageerde geschokt toen hij hoorde dat Anne tenslotte in Bergen-Belsen was overleden, dat wist hij nog niet.
Verschillende Israëlische ngo’s (onder andere de Hotline for Refugees and Migrants, en Physicians for Human Rights) hebben tegen het besluit tot deportatie geprotesteerd. Ze verklaren eenstemmig dat Rwanda en Oeganda geen veilige bestemmingen zijn. Uit getuigenissen die PHR verzamelde, blijkt dat ‘terugkeerders’ vaak worden beroofd van hun geld en weer verder moeten gaan als vluchtelingen; sommigen vallen opnieuw in handen van mensenhandelaars en kunnen zelfs op de beruchte slavenmarkt in Libië belanden.
De Joodse bewoners van de arme wijk rond het busstation in Tel Aviv protesteren al jaren tegen de toestroom van Afrikanen in hun armoedige buurt, het is zelfs tot gewelddadigheden tegen de Afrikanen gekomen en het valt te begrijpen dat de Israëlische regering iets wil doen. Maar Israël heeft net als veel andere beschaafde landen het VN-Vluchtelingenverdrag van 1951 getekend. Waarom kan het geld dat nu wordt gebudgetteerd voor oprotpremies, vliegtickets en gevangenissen, niet worden gebruikt om deze groep Afrikaanse migranten, die al langere tijd in Israël is, te helpen? Met een opvang zoals die ook voor nieuwe immigranten geldt, dus een tijdelijke huisvesting in opvangcentra, cursussen Hebreeuws en misschien een ambachtelijke opleiding, zodat mensen meer kunnen doen dan in de horeca- of schoonmaaksector werken. De hotelsector heeft trouwens geprotesteerd tegen de deporatieplannen, omdat men bij gebrek aan schoonmakers hotelkamers zou moeten sluiten.
Laatste nieuws (Haaretz, 17 januari): Een groep progressieve Israëlische rabbijnen heeft op initiatief van rabbijn Susan Silverman (rechts op de foto), zus van de Amerikaanse comédienne Sarah Silverman, de Anne Frank Home Sanctuary Movement opgericht. Ze roepen Israëli’s op Afrikaanse asielzoekers bij zich te laten onderduiken. Ze willen in eerste instantie kibboetsiem, mosjaviem en synagoges inschakelen.
De enthousiaste Eritreeër die Anne Franks dagboek wilde vertalen, hoort inmiddels tot de weinige gelukkigen die asiel heeft gekregen in Canada.