Aan de vooravond van Rosj Hasjana zijn Marwan Qawasme en Amar Abu Aysha, de vermoedelijke moordenaars van Naftali Frenkel, Gilad Sha’ar en Eyal Yifrach, door een Israëlische legeractie gedood. In eerste instantie vind ik het betreurenswaardig dat beiden niet levend gevangen zijn genomen zodat er een proces kon volgen. Misschien was dat niet mogelijk zonder het leven van soldaten of politie te offeren, want beiden hielden zich verborgen in een kelder van een gebouw in Hebron, schoten terug en weigerden zich over te geven. Uit de onduidelijke beelden in de media, zowel van de IDF als van Palestijnse kant, is niet op te maken hoe het precies in zijn werk is gegaan, behalve dat de twee dood zijn. Hamas-woordvoerder Hussan Badran bevestigde naderhand dat beiden lid waren van de Izz-a-Din al Qassam brigades, en verklaarde dat dit “de weg van het verzet was”. Rachel Frenkel, de moeder van Naftali, die zich eerder zo bewonderenswaardig had uitgelaten, en zelfs tijdens haar sjiwwe de moord op Muhammed Abu Kheidr had veroordeeld, sprak nu haar dank uit aan de regering en het leger, die het de ouders hadden bespaard om bij de rechtbank lachende terroristen te zien, die na een paar jaar bij een gevangenenruil weer zouden worden vrijgelaten. Vanuit haar standpunt gezien is dat te begrijpen, maar ik had liever een veroordeling voor een rechtbank gezien.
Door alle (digitale en papieren) kaarten met granaatappels, andere vruchten, honing en wensen voor een goed en zoet jaar, zouden we wel eens kunnen vergeten dat een andere naam voor Rosj Hasjana is: Jom HaDin, de Dag van Gerechtigheid. De sefira Din, of Gewoera, staat in de kabbalistische Levensboom tegenover Chesed (of Rachamim). Gewoera staat voor Gestrengheid, Gerechtigheid, Oordeel, Beperking, de naam van aartsvader Jitschak hoort hier bij. Chesed staat voor Barmhartigheid, Compassie, aartsvader Awraham. Deze Hebreeuwse namen en Nederlandse vertalingen zijn natuurlijk maar flauwe benaderingen van de goddelijke attributen waar de sefirot van de Levensboom naar verwijzen.
Kortom, Rosj Hasjana is eigenlijk een vreeswekkende dag, vandaar al die van honing druipende goede wensen, waarmee we de angst voor het goddelijke Oordeel afwenden. Gelukkig hebben we tien dagen van inkeer en terugkeer en vergiffenis vragen – aan onze medemensen en aan G’d – voor aan het einde van Jom Kipoer de poorten van Barmhartigheid zouden sluiten. Volgens een andere opvatting heb je zelfs tot het einde van Soekot nog de tijd om dingen in orde te maken … (geruststellend voor de uitstellers onder ons).
Ik wens hierbij alle lezers van Crescas Sjana tova, een goed en gezond en zoet jaar waarin Gerechtigheid en Barmhartigheid elkaar in evenwicht mogen houden!